De poes die, met haar eigen koffer naar Frankrijk ging…

Dit bericht is deel 3 van 3 in de reeks Pitou, de kat die er niet meer had mogen zijn

Na heel lang wikken en wegen had ik toch mijn pensioen aangevraagd en gekregen. Nu konden we doen waar ik al lang van droomde: voor zes weken naar de Provence gaan! Alleen… wat met onze Pitou? Behalve eens voor een paar dagen, waarbij er iemand een paar maal per dag langskwam, was ze nog nooit alleen thuis geweest. Ze was van jongs af een vleiertje dat graag op onze schoot kwam liggen, dat altijd onze nabijheid opzocht. Haar zo lang alleen thuis laten? NEEN! Dat kon echt niet!

Ik zou wel eens kijken of je geen huisje of zo kon huren waar poezen mee naartoe mogen. Liefst met een tuintje waar ze, net als op de camping, aan haar lange koord buiten kon lopen als ze wou. Papa kan zijn hoofdlamp meenemen om in het donker wat met haar te gaan wandelen…

Mama ging aan de computer zitten en zocht… dus: poezen toegelaten, een liefst afgesloten tuintje, een goeie wifi-verbinding, airco (mama en papa kunnen minder goed tegen hoge temperaturen dan Pitou), niet midden in een stad maar liever ergens op het platteland… We hadden veel wensen, inderdaad. Maar: het lukte! In Plan d’Orgon,  een dorp langs de A7 van Avignon naar Marseille, konden we een soort huisje, of eigenlijk een aanbouw aan het huis Francis en Maguy huren met een gedeelde tuin. Je ging er binnen langs het gevelbrede schuifraam, en kwam in de woonkamer met zetelbed en keukenhoek, er was beneden ook een badkamertje.  Boven was er een mezzanine waar het bed, nachtkastjes, de kast, twee zeteltjes en een spelletjestafel waren gezet, en ook boven, net naast de trap, was “de grot”: een soort groot hol in de muur waar poets- en strandgerief, koelbox….. en onze koffer en boxen stonden. Het werd afgesloten met een gordijn.

Voor zes weken in een “gîte”, hadden we wél veel bagage nodig, voor onszelf, maar ook voor Pitou! Ze krabt normaal nergens aan, tenzij aan haar krabpaal, waar ze ook heel graag inklimt. Die moest dus ook mee! En haar kattenbak, dekentje, speelgoed, eten en kattenbakvulling voor de eerste dag… véél dus! Als je veel in een niet erg grote auto moet krijgen, moet je het mooi klasseren, een beetje als blokken in een blokkendoos, en na de vele jaren die ik als kleuterjuf werkte, was dat nu net “één van mijn specialiteiten”, zoals mijnheer De Bolle van het kinderprogramma “Samson en Gert” zou zeggen… Al ons gerief werd in grote curverboxen geladen die heel goed gestapeld konden worden in de auto, en de diverse delen van de krabpaal konden, samen met haar dekentje, speelgoed, eten en een kleine zak kattenzand in een groot, oud valies, dat perfect naast de boxen in de koffer kon. Alleen jammer dat Pitou haar eigen koffer niet kon dragen…

De dierenarts aan wie ik wat tips vroeg, verzekerde me dat zo’n flinke rit in de auto (in ideale omstandigheden en zonder haltes 9 en een half uur, dus rekenden we op een uur of 12) geen probleem is, op voorwaarde dat het niet te heet zou worden in de auto. We zouden er ook goed aan doen om regelmatig te stoppen (zouden we hoe dan ook doen) en haar even de pootjes te laten strekken als ze dat wilde, en haar iets te eten en vooral water aan te bieden. We kregen ook een potje capsules mee met iets op natuurlijke basis dat haar eventueel wat rustiger zou maken.

Net als elke keer we naar de camping zouden vertrekken, “wist ze het”, onze poes heeft een goede intuïtie! Maar ondertussen hadden we genoeg ondervinding om te weten hoe we moesten beletten dat we haar een uur lang moesten zoeken! Dus konden we rond 5 uur ’s morgens vertrekken, zoals we hadden voorzien. De reis, met een pauze om de twee uur, was lang, maar viel anderzijds heel goed mee, alleen lukte het niet om kleine Pitou uit haar reismand te lokken, noch om haar iets te laten eten of drinken…

Eindelijk, tegen 18 uur kwamen we aan bij Maguy en Francis, die ons stonden op te wachten. Mama’s eerste werk na het begroeten: in het huisje Pitou uit haar mandje laten en al haar spulletjes voor haar klaarzetten. Pitoutjes eerste werk: een plasje doen! Daarna ging ze wat drinken, wat eten, en dan: op verkenning in het huisje! (zie foto)

Daarna kwam natuurlijk de tuin aan de beurt, maar plots kwam Rani er aan… Rani was een mooie en heel lieve hond die met zijn baasje ging vissen, jagen, paddenstoelen plukken… Vlug brachten we poezemie naar binnen. Rani kwam nieuwsgierig door het schuifraam kijken, neusje tegen de ruit… En Pitou? Ook zij stak haar neusje tegen de ruit, bijna neus tegen neus… Geen gegrom, geblaas, geblaf…. Alleen kijken! De volgende keer dat ze buiten was en dat Rani eraan kwam, gingen we dicht bij hen staan en wachtten we af… behalve elkaar goed besnuffelen, gebeurde er niets… Fantastisch! Ze lagen vaak bij elkaar op het terras gewoon te kijken, en vriendjes te worden…

Er woonde in het huis echter ook een poes! Ik herinner me niet dat Pitou ooit naar haar geblazen heeft, laat staan met haar gevochten, maar misschien kreeg ze daar gewoon de kans niet toe: de poes waarvan ik de naam niet meer weet, leek ontzettend bang van Pitou, want als ze thuis kwam en onze sloeber was buiten, sprintte ze in een grote boog rond Pitou naar binnen…

Vaak waren we op een daguitstap, en dan zorgde Maguy voor Pitoutje, liet ze haar wat buiten aan de leiband, of ging ze wat met haar rondwandelen, maar wie er ook erg goed voor haar zorgde, was Rani! Die had al diverse keren gemerkt dat, als Pitou op het muurtje met de buren klom, wij haar met een streng “Neen! Dat mag niet!” naar beneden haalden. Omdat, als ze aan de andere kant van het muurtje naar beneden zou springen, ze vast zou raken tussen de vele woekerende struiken die daar stonden. Op een dag waren wij binnen terwijl de kat buiten zat. Plots hoorden we Rani blaffen. Ze ging ontzettend tekeer! Dat hadden we nog nooit gehoord, dus gingen we kijken wat er gebeurde. Pitou stond op het muurtje, en Rani stond naar hààr te blaffen! Waarschijnlijk riep ze in haar eigen Franse hondentaal: “Neen! Dat mag niet!”

Zoals we sindsdien op elke reis doen, hadden we Onze jongste zoon en ons nichtje gezegd dat ze, als ze zin hadden, maar een paar dagen moesten afkomen. Nichtje ging op het aanbod in. We haalden haar op in Marseille. Papa kijkt heel lang TV en gaat laat slapen, dus beslisten we dat Nichtje bij mama zou slapen, mama staat vroeg op maar is een specialist in het “stil bezighouden”, en zodra Nichtje beneden was kon papa desgewenst nog een uurtje naar het bed verhuizen: hij valt toch altijd direct weer in slaap!

Maar niemand had die afspraak aan Pitou verteld! De volgende morgen ging ze naar boven… en plots: “mrew!” Ik ging kijken en Pitou stond “aan papa’s kant van het bed”, met haar voorpootjes naast het kussen van Nichtje te kijken… “wat doet die hier???? Dat is mijn papa’s bed!!!” Hilarisch was dat!

Net als op de camping nemen we op reis altijd papa’s hoofdlamp mee, zodat hij en Pitou in het donker kunnen gaan wandelen. Soms maar een kort ommetje, soms zijn ze wel een uur of langer buiten… Tijdens onze eerste echte reis met ons drieën, hadden we die dus ook bij. Eén van de eerste nachten waren ze de tuin in het donker aan het ontdekken, toen plots…de buitenverlichting aan ging en Francis naar buiten stoof! Op de camping wisten de meesten wel dat de twee nachtbrakers graag in het donker gingen wandelen, maar wij hadden er helemaal niet aan gedacht om onze gastheren daarvan op de hoogte te brengen! Na die keer vergaten we dat niet meer…Hoewel we dat later in Spanje nog eens tegenkwamen met de overburen, aan wie we het maar niet duidelijk konden maken, maar dat volgt nog in een latere blog.

We gingen een paar jaar na elkaar naar Frankrijk, 6 maal in totaal, maar er waren niet altijd anekdotes die ons al die tijd bijgebleven zijn. Van ons verblijf in Hyères zijn er wel een paar… Het verblijf dat we gehuurd hadden was op een verkaveling op een volledige berg. Alles was daar dus in private handen. Wij huurden iets bijna op de top, dus er was heel weinig verkeer, het domein werd ’s nachts afgesloten en er was bewaking. De vuilnis werd er elke nacht opgehaald. Eigenlijk was het er wel luxueus! Misschien daarom dat we het raar vonden dat er geen straatverlichting was… Het verblijf zelf was onder het huis, een beetje gebouwd als een grote garage, en er liep vanuit onze tuin een mooie, grote trap naar het bovenhuis met hun terras en tuin. De lieve eigenaars hadden ook een poes, die bijna blind was en leed aan dementie: dan sukkelde hij de trap af, wist niet meer waar hij was en begon dan in paniek te miauwen tot iemand hem oppakte en weer naar boven bracht. Waar alles opnieuw begon… In Hyères is er ook een vliegveld (op 5 min rijden van het huis), maar van de overvliegende vliegtuigen had Pitou helemaal geen last: bij ons thuis vliegen ze ook over her huis en de tuin…

Toen papa en Pitou de eerste nacht buiten wandelden, waren de gastheren nu wel verwittigd, maar niemand had rekening gehouden met alle honden die de huiseigenaren hun terrein lieten bewaken… En wij beseften niet dat die honden alle andere honden op de verkaveling zouden aanzetten om te gaan blaffen! Het werd een oorverdovend hondenconcert!

We hadden zin om iets te bezoeken wat een redelijk eindje rijden was van Hyères, jammer genoeg té ver om in één dag naartoe te rijden, vonden we. Het kwam ter sprake met onze gastvrouw die voorstelde dat we er twee dagen zouden van maken. Zij zou heel graag voor Pitou zorgen! We aanvaardden haar voorstel… In de namiddag van de eerste dag kregen we een berichtje dat alles goed ging met onze hartendief, dat ze het triest vond dat Pitou twee dagen niet buiten zou kunnen, en daarom besloten had om op òns terras een boek te gaan lezen. Ze had, net als wij dat deden, Pitou vastgemaakt met haar lange leiband, zodat zij ook lekker kon genieten van het zonnetje! We leerden op onze reizen dat gastheren die dieren, zeker poezen, toelaten in het gastenverblijf, zelf ook grote dieren- en in dit geval: kattenliefhebbers zijn! Dat is iets wat ons (bijna) elke keer opgevallen is!

In de loop van de jaren is onze Pitou van een kitten een volwassen poes geworden, en mama en papa werden elk jaar wat ouder… Op onze vierde reis naar la Belle France hadden we de hele rit in de gutsende regen gereden en was papa bij aankomst in het Zuiden helemaal op! Dus vond ik dat we van nu af aan de reis moesten onderbreken. We zochten en vonden voor de terugreis een gîte waar we voor één nacht terecht konden. Het was in een bijgebouwtje van een boerderij die niet meer dusdanig in gebruik is. We werden verwelkomd met een fles wijn, een fles fruitsap, crackers met een potje tapenade en olijfjes… Het was modern en gezellig ingericht, met een open haard die  voor een gezellige warmte zorgde. Maar dat was buiten Pitou gerekend! Een open haard kende ze niet en ze vluchtte meteen de slaapkamer in! Dan, toen papa haar wat dacht te kalmeren door een wandelingetje te maken, was er, van de ernaast gelegen boerderij, geloei van koeien en gemekker van een paar geiten…. Neen: voor de stadspoes die ze is, was dat niet de beste plaats om te overnachten… Maar voor ons wel: zoals ons beloofd was hing tegen 8 uur het ( duidelijk niet-Franse) ontbijt aan de klink: croissants, stokbrood, zachtgekookte eitjes, confituur, boter kaas en ham. Binnen in het keukentje (zonder fornuis maar met borden, glazen, tassen, bestek, senseotoestel, koffie, thee, ….) konden we zelf koffie en thee zetten.

Jammer dat de eigenaars wegens ziekte terug naar Nederland zijn vertrokken, en we het volgende jaar iets anders moesten zoeken voor onderweg. Dat was een hotelletje in een gezellig klein stadje. Dieren toegelaten. OK, dat was prima.

“Is onze kat ook welkom op onze kamer?”

“Jazeker! Dat is geen probleem!”

“OK, dan reserveren we één kamer voor 2 personen plus een poes voor de nacht van xxx, en één kamer voor 2 personen plus een poes voor de nacht van yyy. “

De eerste nacht was er helemaal geen probleem bij aankomst. Toen we onze sleutel afgaven de volgende morgen, lette de heer aan de receptie op Pitou en riep hij iemand om de kamer te controleren op eventuele schade. Die was er niet. OK alles in orde, alleen werd ons gevraagd iets te betalen voor het product waarmee ze de kamer zouden sprayen om te vermijden dat volgende gasten allergisch zouden reageren. Wat natuurlijk voor ons geen probleem was!

Maar op de terugweg ging het veel minder vlot. Ik weet niet meer precies wat we zegden aan de heer aan het onthaal maar Pitou was niet welkom! Ik toonde de reservatie waarop ze nadrukkelijk was vermeld en zei dat het nu te laat was om een ander hotel te vinden en we daar dus alle drie bleven overnachten! OK, maar dan moest ze de hele nacht in haar reismand in de badkamer blijven! Wat we natuurlijk niet deden! Stel je voor: Pitou zou twee volle dagen én een nacht opgesloten zitten in haar reismand waar ze net kon rechtstaan! De volgende morgen was het weer heibel met die persoon, maar de “controle van de kamer” legde niets van schade bloot, én we waren in ons recht: we hadden een mail waarin Pitou expliciet op de kamer werd toegelaten en vertrokken. Ik heb wel een referentie op hun website gezet, en ik vermoed, beste lezer, dat u al ongeveer weet hoe tevreden ik was over het hotel, en toch zeker over de receptionist!

Het volgende jaar gingen we niet meer naar Franrijk, maar dat is voor een volgende blog!


Juf Else

Juf Else

Else Huisseune is geboren en getogen in Oostende, als dochter van een politieagent en de conciërge van de Hendrik Conscienceschool. Na haar studie als kleuteronderwijzer, zoals dat toen heette, aan de Rijksnormaalschool te Brugge, werkte ze 5 jaar als opvoedster in een tehuis voor gerechtskinderen en deed ze een aantal jaar interims in diverse scholen langsheen de kust. Tot ze weer stond waar ze ooit de kleuterjufmicrobe opdeed: de Conscienceschool in Oostende, waar ze werkte tot haar pensioen. De laatste 2 jaar als directeur, maar overwegend, en met héél veel liefde: als juf van de “kabouterklas”, bij de 2.5 jarigen. Daar werd ze “Juf Else” genoemd, door de ouders, grootouders en de generaties peutertjes die ze leerde “graag naar school komen”, want dat vond ze het allerbelangrijkste van haar job! Iedereen in de wijk kende juf Else, en ze was, en is nog steeds fier als men haar met die eretitel aanspreekt! Ze trouwde en kreeg twee fantastische zonen, een schoondochter uit de duizend en, in de loop der jaren, een hele rij “kleinkinderen” met een snor en een staart. Een “zittend gat” had ze niet echt want ze vulde haar schaarse vrije uurtjes graag met allerlei vrijwilligerswerk. Nu echter geniet ze van het reizen, rijsttafels klaarmaken voor familie en vrienden, en tijd doorbrengen met haar kinderen. Meer over Juf Else
Navigatie binnen de reeks<< “La petite patrone du camping”

U wilt reageren op deze blogpost? Dat kan op onze facebookpagina!

Vindt u wat u net las interessant? Overweeg dan om u in te schrijven op de nieuwsbrief van deze blog en ontvang een e-mail telkens iets nieuws verschijnt.