De Meulen van Vermeulen

“Wat zal het worden voor de heren?” vroeg de ober.
“Voor mij een Omerke” antwoordde ik overtuigend, terwijl het water me al in de mond kwam.
“Geef mij maar eens een Ypra!” zei mijn maat, terwijl zijn blik naar onze prachtige Belforttoren afdwaalde.
“En de jongeheer?”
“Een cola alstublieft mijnheer. Met een rietje!” Zijn oogjes fonkelden ondeugend.

Plichtsbewust werd alles in het juiste glas, en met een perfecte col geserveerd. Zelfs het rietje in de cola was van een authentieke soort: niet zo’n bruin kartonnen spul dat na twee trekjes toeklapt. Nee, een écht rietje nog, in fel rood en wit met piepkleine Ieperse katjes op.

“Was dat nu de kelder?” vroeg het leergierig knaapje doodernstig.
We verslikten ons allebei in onze eerste slok gerstenat. De schuimvlokken rond zijn baard wegvegend opperde mijn maat dat de term “ober” misschien beter bij zijn functie paste.

De kleine zag er de humor niet van in, maar trok het zich verder niet aan. Met dat megacoole rietje én een flinke pot nootjes kon zijn dag niet meer stuk.

“Een Omer, altijd lekker… toch?” veranderde ik van onderwerp. 
“Absoluut. En een Ypra sluit hier goed bij aan. Van dezelfde brouwerij trouwens”.

Mijn gedachten dwaalden weg naar dé Omer Vander Ghinste, op zijn bierwagen getrokken door Brabantse trekpaarden, altijd goedgemutst ‘op boane’ vanuit zijn bierdorp Bellegem.

“Dezelfde brouwerij? Huh..? Ypra, is dat dan geen Iepers streekbier?”
Als rasechte Ieperlingen slaagden wij er maar moeizaam in om het Ypra bier in het Bellegemse plaatje te kaderen.

Gelukkig leidde een QR code op het etiket ons feilloos naar de ontsluiering van het mysterie.
De roots van het Ypra bier liggen absoluut in Ieper: in de 19e eeuw was het zelfs het belangrijkste bier van onze Ieperse brouwer Vermeulen. 

De familie Vermeulen genoot aanzien in de vooroorlogse kattenstad. Ooit telde Ieper trouwens 29 brouwerijen, waarvan Leroy en Vermeulen wellicht tot de bekendste behoren. 

Uit de befaamde ‘Brasserie Cour de Bruxelles’ in de Diksmuidsestraat was in 1836 Brouwerij Vermeulen ontstaan. De familiebrouwerij bleef actief tot in 1976, toen de laatste brouwer van de familie, Charles Vermeulen, stopte met brouwen. Zijn zoon Edouard – toen 19 jaar – had immers niets met bier: Edouard ging architectuur studeren in Brussel, en werd later heel succesvol in de modewereld van Natan.


Tot op vandaag bestaat de BVBA Vermeulen in de Ieperse Diksmuidsestraat echter nog steeds.
Pas recent – in 2021 – ging de brouwerij op in de groep Vander Ghinste, en werd het Ypra bier nieuw leven ingeblazen. Beide families waren trouwens verre verwanten, waardoor de consolidatie allicht geen toeval is.

Het verhaal van Vermeulens opvallend hoge molen zonder wieken, vlakbij het kasteel van Elverdinge, illustreert het onverzetbare karakter van de Vermeulens…

Met zijn huidige hoogte van 29m is dit de hoogste molen van West-Vlaanderen, reden genoeg om in WO II opnieuw door de Duitsers als observatiepost ingezet te worden.

De molen werd in de 19de eeuw gebruikt om de gerst te malen. Het kasteel ernaast was toen eigendom van graaf d’Ennetières, die maar al te graag de omliggende grond wou kopen, om zo zijn domein verder uit te breiden.

Toen zijn aanbod door brouwer Vermeulen resoluut werd afgeslagen, plantte de graaf tientallen populieren op zijn grond, om de wind van de molenwieken af te nemen. 

Brouwer Vermeulen was furieus en reageerde op zijn beurt door de molen flink hoger op te trekken. De populieren van graaf Pestkop bleven echter groeien, tot hoog in de wolken.


Maar nog gaf brouwer Vermeulen niet toe. Hij haalde de wieken van zijn molen af, en schakelde over op mechanische aandrijving. De industriële revolutie deed zo haar intrede in Elverdinge, en de familie Vermeulen was de graaf opnieuw te slim af.

Jaren geleden, op rondrit tijdens één van de Groote Oorlogritten, hielden we met onze Vespa’s halt aan het mooie kasteel van Elverdinge, dat een belangrijke rol speelde in deze heftige periode. Ik vertelde toen ondermeer over de brand die per ongeluk werd aangestoken door een onvoorzichtige Britse kok. 

Het verhaal van de merkwaardige Meulen van Vermeulen was mij toen nog niet bekend. Onderweg ontdek je altijd weer nieuwe verhalen…

“Ober! Geef mij ook maar eens een Ypra!”
“Maak er maar twee van”, zei mijn maat. “En nog een cola voor de kleine.”
“Liever een kinderijsje… in zo een beker van Minneke Poes alstublieft mijnheer de…” Hij aarzelde even, maar slikte zijn laatste woord tenslotte wijselijk in.

Bron van inspiratie: website Vander Ghinste, waar nog meer mooie familieverhalen te lezen staan… bvb over vader Remi Vander Ghinste, die 20 jaar voor de Groote Oorlog in Bellegem een oud brouwerspand voor zijn zoon Omer kocht. Omer ging onmiddellijk aan de slag: zijn eerste brouwsel ‘Ouden Tripel’ leeft nog steeds verder als ‘Vanderghinste Roodbruin’. Maar dat is voor een volgende ronde!


Patrick Lewyllie

Patrick Lewyllie

Patrick is een ‘fin de carrière’ ingenieur, die net op tijd heeft ingezien dat er over nog zoveel meer te schrijven valt dan over de best wel boeiende hightech wereld waarin wij vandaag geleefd worden. Meer over Patrick Lewyllie

U wilt reageren op deze blogpost? Dat kan op onze facebookpagina!

Vindt u wat u net las interessant? Overweeg dan om u in te schrijven op de nieuwsbrief van deze blog en ontvang een e-mail telkens iets nieuws verschijnt.


WP2Social Auto Publish Powered By : XYZScripts.com