Over Iris
Als een toegewijde wetenschapper met een sterke focus op exacte, toegepaste en sociale wetenschappen, beschouw ik mijn veld niet enkel als een beroep, maar als een integraal onderdeel van mijn leven. Het wetenschapper-zijn is een constante staat van zijn, die niet beperkt is tot de muren van een laboratorium of klaslokaal. Deze levenslange toewijding heeft me door de intrigerende werelden van computerwetenschap, criminologie en ingenieurswetenschappen geleid. Als ‘eeuwige student’, een bijnaam die ik weleens krijg – soms met een vleugje humor van hen met minder prettige herinneringen aan hun studietijd – ben ik steeds op zoek naar nieuwe uitdagingen en kennis. Dit is cruciaal in mijn vakgebied; een academicus die niet voortdurend bijleert, kan immers niet innoveren of bijdragen aan de vooruitgang van het vak.
Mijn passie ligt in het combineren van deze diverse wetenschappelijke disciplines, in het bijzonder in het aanpakken van agressie tegen openbare dienstverleners. Dergelijk geweld is onacceptabel en heeft verstrekkende gevolgen: het schaadt niet alleen het welzijn van de dienstverleners, maar ontwricht ook de samenleving. Mijn benadering bestaat uit multidisciplinair onderzoek en praktische toepassingen, gevoed door constante academische ontwikkeling en rijke praktijkervaring.
Tijdens mijn meer dan tienjarige carrière als treinbegeleider, zowel voor als tijdens mijn academische vorming, werd ik geconfronteerd met de minder aangename kanten van onze maatschappij. Eens ik mijn academische pad startte kon ik eveneens een stage doen bij de anti-agressiedienst van de NMBS. De administratieve processen achter agressies, databankonderzoek en het beantwoorden van parlementaire vragen, waren bijzonder leerzaam. Na deze stage leidde een grootschalige enquête onder treinbegeleiders, onafhankelijk van de NMBS, tot interessante inzichten die veelvuldig gepubliceerd werden. In mijn academische loopbaan deed zich daarnaast een unieke situatie voor die mijn onderzoeksrichting aanzienlijk heeft beïnvloed. Door een – naar ik vermoed – administratieve fout bij de NMBS, werd mijn toegestane verlof zonder bezoldiging om mijn PhD te voltooien ingetrokken. Dit stelde me uiteraard (en nogal abrupt) voor een uitdaging: zit je in het midden van een PhD en moet je plots terug. Ondanks mijn pogingen om deze fout te corrigeren, was er geen verandering mogelijk (het hielp niet dat ik op 1 jan verwacht werd en op 23 dec de brief toekreeg). Gezien mijn achtergrond en interesse in het bestuderen van agressie, leek het mij een logische stap en uitgelezen kans om agressie tegen treinbegeleiders te onderzoeken (…voor de NMBS leek dit achteraf niet zo voorspelbaar). Deze situatie leidde dus tot een unieke onderzoeksmogelijkheid. In overleg met mijn onderzoeksgroep integreerden we deze ervaring in mijn onderzoek, via een covert participant observation, wat enigszins ongelukkig door de pers werd vertaald als ‘undercover onderzoek bij de NMBS’. Deze krachtige onderzoeksmethode, uniek in zijn soort en zelden toegepast vanwege de vereiste diepgaande kennis van het werkveld, stelde me in staat een direct en ongefilterd perspectief te krijgen op de agressie tegenover treinbegeleiders. Ik kon de dagelijkse dynamieken observeren en vastleggen, tot in de kleinste details. Het bood niet alleen waardevolle inzichten tijdens het onderzoek zelf, maar ook in de nasleep ervan, wat leidde tot verschillende publicaties. De benadering toonde opnieuw aan dat het directe engagement in een beroepsgroep, gecombineerd met een academische benadering, kan leiden tot diepgaande en innovatieve inzichten in sociale problematiek.
Naast mijn academische en zakelijke bezigheden, reserveer ik vijf keer per week een heilig uur voor calisthenics en/of crossfit. Deze disciplines van lichaamsgewichtoefeningen houden me niet alleen fysiek, maar ook mentaal scherp. Het is mijn manier om de stress van het werk van me af te schudden en, door mijn lichaam en geest actief en gezond te houden waar ik kan, probeer ik ook de veroudering grondig te vertragen. Ik heb immers een tienjarige zoon om bij te benen. Een van de grootste falingen van de hedendaagse wetenschap, in mijn optiek, is het nog niet kunnen oplossen van de ziekte ‘verouderen’. Te vaak wordt nog reactief gefocust op de symptomen, in plaats van op het voorkomen ervan. Dit is een gebied dat ik sterk opvolg en probeer door te trekken naar in mijn persoonlijke leven. Mijn sport- en voedingsroutine helpt me om de beste versie van mezelf te zijn, zowel in mijn persoonlijke als professionele leven. Het strikte voedingsschema dat daarbij hoort wordt niet altijd even hard gesmaakt, maar gelukkig ben ik degene die het moet volgen.
Het belangrijkste deel van mijn leven is echter mijn familie: een geweldige zoon en een fantastische vrouw. Mijn zoon, die verrassend veel op mij lijkt, daagt me dagelijks uit en houdt me scherp. Mijn vrouw, met haar eigen drukke zakelijke agenda, is een bron van inspiratie en kracht. Samen vinden we altijd tijd om als gezin samen te zijn, ondanks onze drukke levens. Deze balans tussen werk en privé is een uitdaging, maar het is een dynamiek die ons scherp en verbonden houdt.
Contacteer Iris
Meest recente posts
-
Controle is een mythe, maar spaghetti met bruine suiker is echt: mijmeringen over kapitein zijn op je eigen rubberboot (Deel 2)
Vorige keer deed ik al een poging aan te tonen dat – hoewel we misschien streven naar controle en autonomie – Maslow prachtig, en ontdaan van veel complexiteit, aantoont dat er fundamentele behoeften zijn die buiten onze controle liggen en waar we afhankelijk zijn van onze omgeving en het systeem waarin we functioneren.
-
Controle is een mythe, maar spaghetti met bruine suiker is echt: mijmeringen over kapitein zijn op je eigen rubberboot (Deel 1)
Daar zat ze, boven een bord spaghetti met dampende saus, een rustige blik en een wijsheid die ze zelf niet altijd lijkt te doorgronden. Ze haalde haar schouders op en zei, met een bijna nonchalante ernst, en niet voor het eerst: “Ik heb enkel controle over mezelf.” Die woorden klonken als een valse noot in…
-
De duistere kant van stadsapplicaties: over glurende buren, privacy issues en extra machtsmiddelen voor een overheid.
Als computerwetenschapper kan ik stellig – en met veel plezier – zeggen: geen enkel vakgebied heeft zich in zo’n korte tijd (want het is ook een relatief jonge wetenschapstak) zo sterk ontwikkeld als computerwetenschappen. Informatietechnologie is ondertussen onmisbaar geworden, vervlochten met vrijwel alle facetten van ons leven. Deze transformatie heeft ook de relatie tussen overheid…