Vooruitgangsoptimisme

We kunnen niet meer om de negatieve berichtgeving heen. Elke dag gebeurt wel ergens op deze blauwe planeet een of andere ramp die we aan de opwarming van de aarde toeschrijven.  De oorlogen die in diverse werelddelen woeden, geven ook al geen optimistisch gevoel. En dan zwijgen we nog van de hedendaagse politieke cultuur waarbij het een spel is geworden om je tegenstrever zo zwart mogelijk af te schilderen. Trump en zijn trawanten hebben vijf jaar geleden bewezen dat ‘alternative facts’ en opzwepen van de massa de democratie onder druk kunnen zetten. Haat en geweld tieren welig. Geld en macht van lobby’s, dictators en kortzichtige leiders bieden ons geen bloeiende toekomst. Waar moet dat naar toe?

Een mens zou er depressief van worden. Het toekomstperspectief voor onze kinderen en kleinkinderen oogt bijzonder somber. Hun leefomgeving maakt hen mogelijks ziek: is het niet door luchtvervuiling (stikstof), dan door bodemverontreiniging (PFAS), of schadelijke partikels in ons eten of zelfs in de lucht (plastic), of door giftige producten (eternit). Ik kan zo nog een tijdje doorgaan. Die producten waren ooit baanbrekend vernieuwend, maar blijken nu, jaren later, silent killers te zijn. Elke technologische vernieuwing was bedoeld om de mens voorspoed en succes te brengen.  Het wiel betekende dat men producten op een kar kon verplaatsen ; de stoommotoren maakten die versnellingen nog sneller, daarna kwam de verbrandingsmotor.  De kar en de fiets, maakten plaats voor de auto, de trein, het vliegtuig, enz. Het comfort nam toe, zo ook de vervuiling.

De film Oppenheimer toont ons het dilemma waarvoor wetenschappers staan: hun uitvindingen zijn geniaal en kunnen veel goeds brengen aan de mensheid.  Evengoed kunnen het ultieme vernietigingsmachines worden. De uitvindingen van de voorbije 100 jaar brachten comfort en hogere levensverwachtingen, maar betekenen tegelijk een voortdurende uitputting van de planeet op zoek naar nog meer grondstoffen, investeren in nog meer grootschalige landbouw om de miljarden mensen te kunnen voeden.

En toch moeten we blijven geloven dat de toekomst maakbaar is: optimism is a moral duty. Wanneer ik langs op de zeedijk fiets bij die wondermooie Noordzee, of in het schorregebied wandel dan kan ik intens genieten van zo veel natuurpracht. Het gat in de ozonlaag groet niet meer aan en zal tegen de tweede helft van deze eeuw grotendeels gedicht zijn door cfk’s te verbieden en producenten te verplichten minder schadelijke producten te gebruiken. We kunnen het tij nog keren als we daar met zijn allen achter staan. Maar al te vaak blijkt de aantrekking van snel geldgewin vele malen groter dat het algemeen belang.

En toch, de vele vrijwilligers die dagdagelijks paraat staan in de welzijnssector of het verenigingsleven doen ons geloven dat nog niet alles ‘naar de wuppe’ is. Zij leveren het bewijs dat onzelfzuchtige inzet echt nog bestaat. De vrijwilliger wordt er zelf ook beter van want het sociaal contact en de voldoening die hij/zij/x ervoor krijgt, is van onschatbare waarde.

Vorige week hoorde ik “The Russians love their children too” van Sting op Radio 1, Classics1000. De mens streeft van nature naar een betere wereld voor zichzelf en zijn gezin. Misschien schuilt daarin de hoop op vrede? Het is aan ieder van ons om weerwerk te bieden en te blijven geloven in een betere wereld.  Denk daar maar eens aan wanneer u binnen enkele weken in het stemhokje staat.


Martine Meire

Martine Meire

Martine Meire heeft, vanuit haar engagement als cultuurwerker, vooral aandacht voor erfgoed en cultuur in haar thuisstad Oostende en de wereld. Meer over Martine Meire

U wilt reageren op deze blogpost? Dat kan op onze facebookpagina!

Vindt u wat u net las interessant? Overweeg dan om u in te schrijven op de nieuwsbrief van deze blog en ontvang een e-mail telkens iets nieuws verschijnt.


WP2Social Auto Publish Powered By : XYZScripts.com