Rotte boterhammen met vliegen tussen

“Die arme mensen!”

Onlangs deed een van mijn vrijwilligers een ophaling van een donatie van voeding: “is er nog iets voor die arme mensen?”.

Om wat duiding te geven: ik startte bijna 4 jaar geleden een project waarbij mensen in financiële moeilijkheden  voedsel kunnen ophalen uit een ‘gemeenschappelijke deelkast’.

Groedselen: GRatis vOEDSel dELEN 

In zulk een kast kan eenieder voeding zetten, een restje avondmaal tot een doos cornflakes die verkeerd werd gekocht in de winkel. Dit voedsel kan er dan weer worden uitgehaald door mensen die het wat moeilijk hebben. Van dorpsbewoners, voor dorpsbewoners … Of stadsbewoners, navenant welke kast natuurlijk, er staan er ondertussen al 10 doorheen de Kempen.

In een notendop uitgelegd.

Wel, dus we mogen bij een supermarkt de overschot van de afgeprijsde voeding ophalen om diezelfde dag nog in de kast te plaatsen.

“Is er nog iets voor die arme mensen?” galmde het dus door de ganse winkel, op een toon die voor zich spreekt: neerbuigend en haast spottend, wat bevestigd werd wanneer de doos in ontvangst werd genomen en de groenten, netjes voorverpakt in ritselende plastiekjes, voorgesneden en dusdanig veel sneller rot dan een gewoon simpel ongesneden stuk groente, bijna uit het zakje kropen.

Waar is het fatsoen?

Alsof mensen in armoede rot voedsel moeten eten?

En je mag zeker en vast de dingen benoemen hoe ze zijn hoor, ze zijn arm, het zijn mensen, het zijn arme mensen.

Maar zeg het niet spottend, neerbuigend. Toon in hemelsnaam wat respect.

Vroeger zei mijn mama altijd, om me wat bang te maken, in tijden dat kinderen nog eens goed bang mochten gemaakt worden -heerlijke tijden-, dat wanneer je iets mis deed, je naar het gevang moest en enkel rotte boterhammen met vliegen er tussen te eten kreeg.

Wel zo voelde het dan ook toen de vrijwilliger met de doos afval, rotte groenten, klaar voor de vuilbak en die ik mijn varkens niet eens serveer omdat er nog net geen maden van vliegen doorheer kruipen, aan de kast kwam en me vertelde wat er gebeurde.

Mensen in nood, in financiële nood, zitten als het ware gevangen in een eigen wereld.

Vaak uitgesloten van alle sociale activiteiten en netwerken omdat alles ‘wat er te doen valt’ geld kost.

Ga maar eens met je kinderen naar de speeltuin en ontzeg hen het ijsje wanneer de ijscreme-kar langs komt en elk kind aanwezig een welverdiend ijsje krijgt. Want ze allemaal zo flink.

Terwijl jouw kindje ook heel flink is maar je dat ijsje, van ondertussen wel ettelijke euro’s, niet kan betalen. Dan blijf je als mama liever thuis.

Vrienden en familie keren vaak de rug naar mensen in armoede, uit schaamte.

Waarom hoeven ze zich zelfs te schamen?

Armoede is niet -altijd- schaamtelijk. Het is niet eens ‘hun’ armoede … 

Geïsoleerd in een bekrompen wereld waar vaak het enige sociale contact, met veel geluk wanneer je kinderen hebt, de schoolpoort is, maar meest waarschijnlijk enkel de maatschappelijk werkster die tot in het gênante toe je komt vragen naar je rekeningafschriften.

Een gevangenis!

Moeten deze mensen, net zoals die van in’t gevang, dan echt rot voedsel eten? Rotte boterhammen met vliegen tussen?

Ziek worden en nog harder in de problemen komen zodat de situatie pas echt uitzichtloos wordt?

De manier waarop er met mensen in armoede wordt omgegaan is vaak ronduit affronterend. 

Het is net belangrijk dat deze mensen, vaak gezinnen met kinderen, gezonde voeding eten opdat ze fysiek, en dus ook mentaal, sterk kunnen worden of blijven.

Zodat ze het constante gevecht tegen het leven volmoedig aan kunnen, hopend op verbetering. Want waar hoop is, is leven.

Het sterftecijfer qua zelfdoding bij mensen in armoede, die vaak practisch opgeleid zijn -ik weiger om laag opgeleid te gebruiken, ik vind hen niet laag – ligt beduidend hoger dan bij mensen die een theoretische opleiding hebben genoten en financiële stabiliteit hebben.

Een laag eigenbeeld, uitzichtloze situaties, sociale isolatie,  … het draagt allemaal bij tot een vaak sombere wereld.

Intriest.

Zeker als ik dan hoor dat er met zo weinig respect wordt gesproken over mensen in armoede.

Het heeft maar één enkele tegenslag nodig in het leven om een stabiele, zelfs welstellende, bubbel te doorprikken.

Niemand kiest voor armoede!

Of toch bijna niemand, die enkele bewuste dakloze die zich wil loskoppelen van alle verplichtingen en zich vrij voelt door dakloos te zijn in zijn hippie-geest, achterwege gelaten.

Gelukkig zie ik, sinds Covid, wel een steeds sterker wordende maatschappij.

Mensen willen graag terug voor hun naasten zorgen. 

Er wordt meer respect getoond voor bepaalde situaties en mensen willen mekaar terug helpen.

Als er dan iets goed is voortgevloeid uit die helse periode die in 2020 begon, is het in mijn ogen dát wel. 

We leerden weer het belang van een hechte samenleving en het besef groeide dat we mekaar meer nodig hebben dan we dachten.

Jammer genoeg bracht Covid ook extra armoede met zich mee. Ontslag, faillissement, prijzen die blijven stijgen van zowel voeding als huisvesting. Covid was niet lief voor de ons.

Mensen die in financiële problemen geraken, zijn vaak verstrikt in een eindeloze cirkel die haast niet te doorbreken valt.

En ik kan het weten.

Rekeningen worden opzij geschoven om kindermondjes te voeden, op die rekeningen komen crimineel hoge interesten, vaak ook gerechtskosten, deurwaarderskosten… 

Een achterstallige rekening van de gas van 100€, die door ziekte, ontslag, een plots sterfgeval of eender welke tegenslag of foute keuze die een mens in zijn leven wel eens maakt, even niet betaald kon worden, wordt al snel een onoverkomelijke schuld van 1000€. Hierdoor worden weer andere dingen niet betaald en is de cirkel aan het draaien.

Een eindeloze dans, rondjes en rondjes, die uiteindelijk de advocaten, de rechters, de gerechtsdeurwaarders en de grote bedrijven weer rijker maakt en mensen die proberen te strijden, dag in en dag uit, om hun kop boven water te houden, geraken de dans vaak nooit meer ontlopen.

Iedereen kan plots arm worden! Vergeet dat niet.

Gelukkig leerde ikzelf rijk te zijn, in mijn armoede.

Mijn gezin maakt me rijk, mijn tuin waarin ik groentjes teel, mijn geadopteerde diertjes die me dagelijks dankbaarheid tonen.

Een handvol vrienden die graag met me rond het kampvuur zitten en genieten van de buitenlucht. Een warme familie.

Ik heb geluk! Ik had de steun om beter te worden.

Wie denkt dat arme mensen allemaal luie profiteurs zijn die hun gat moeten oplichten en gewoon gaan werken, niet wetend dat het grote merendeel hard en vaak meerdere jobs werken om uit de shit te geraken, dat velen door ziekte in de armoede belanden, want ons sociaal opvangnet is absoluut niet waterdicht.

Wie denkt dat mensen in armoede maar content moeten zijn met wat vervallen voer.

Wel …

Dát zijn pas echt arme mensen!

Klik hier voor meer info

Afbeelding door congerdesign van Pixabay


Minneke De Ridder

Minneke De Ridder

Minneke is een felbesproken ex-politica met een uitgesproken mening. Haar sociaalvoelendheid en haar blik op zowel mens als dier maakt van haar een aanspreekpunt voor velen, waardoor ze vaak een andere, ruimere kijk heeft op ‘het dagelijkse leven’. Haar pittige meningen werden al meermaals gepubliceerd. Tijdens de lockdown introduceerde ze de “groedselkast” in Nijlen, een concept dat al in tien gemeenten navolging kreeg. Minneke leeft een eerder bescheiden en zo natuurlijk mogelijk leven. Voor haar liefst geen poespas! Meer over Minneke De Ridder

U wilt reageren op deze blogpost? Dat kan op onze facebookpagina!

Vindt u wat u net las interessant? Overweeg dan om u in te schrijven op de nieuwsbrief van deze blog en ontvang een e-mail telkens iets nieuws verschijnt.