Sleeptwitchtwist.

Dídeans motor vereist duur werk van lange adem, maar ik kan bij een vriend in een appartement gaan wonen, want dat was de deal. Als mijn busje of mijn lichaam faalt, en ik niet terecht kan in een zorgstudio van de coöperatie van welke ik deel uitmaak, mag ik ook mijn deel van het appartement huren en moet hij plaats voor me vrij maken volgens onze afspraak. En dat doet hij.

De garage geeft me een klein bestelwagentje ter beschikking. Achterin kunnen al mijn bezittingen voor de verhuis, en na de verhuis kan mijn fitnessmatje blijven liggen. Verre van comfortabel, maar het voldoet wanneer nodig. Want soms is het nodig. Soms raakt alle drukte en gedoe echt stomverloren, en dan zoemen mijn hersens als een overbelaste transfo, dan weten mijn synapsen niet meer wat, wanneer, noch waar noch hoe, en dan begint sensorisch alles door elkaar te vloeien.

Om een meltdown – en ongelukken – te voorkomen, zet ik me dan aan de kant om innerlijk terug te synchroniseren met het ritme rondom. Dan pak ik mijn hoofd in, in een blinddoek en een hoofdtelefoon, en dan kruip ik Droomtijd in tot mijn brein weer verwerken kan. Hoe ik sinds september terug overeind ben kunnen komen is me een raadsel. Het lijkt alsof een ruggemergpunctie er iets mee heeft te maken.

Het razende riptij houdt geen halt. Het heeft me allemaal zó fel overweldigd dat ik niet eens weet of het september van vorig jaar of die van nog een jaar eerder betreft. Ik volg de flow, ik rol en tol, en het voelt geruststellend vlot te kunnen euthanaseren zodra de situatie niet meer haalbaar voor me is. Een idee dat gek genoeg zowat elke situatie vanzelf haalbaar maakt, maar toch… Ik mis de linkerhand waarmee ik de minste haalbaarheid vlot tot je reinste liefde en levenslust kon verheffen.

Als ik het lijf te rusten leg, is het alsof ik er stroom op zet, en de spanning almaar verhoog. Ik voel mijn bloedstroom niet tot in de fijnste haarvaatjes, hoor, dat lijkt alleen maar zo. Wat ik voel is – denk ik – de elektrische puls langsheen mijn zenuwbanen. Het is een zeurend golvende zindering binnenin. Het hele lijf voelt ononderbroken jichtig en bewegende, maar in werkelijkheid ligt het roerloos. Tot plots een been heel kort en krachtig schokt. Onwillekeurig, onverwacht, en precies zoals zou voelen als mijn tenen een nat grassprietje zouden omklemmen en het zo op de schrikdraad van een dierenweide zouden leggen: Sjot!

Mijn rillende ringvinger houdt het rustig, maar hij kruipt almaar verder in gekruiste positie met de middenvinger, en dat deed ie eerder niet. Het stemt me wat droevig, het toont een zichtbaar mankement. Wat dan weer mijn impostercomplex geruststelt. Ik werd zo lang aanzien voor hypochonder dat ik mezelf nog met moeite geloof, en mijn communicatie is bij voorbaat sowieso verstoord. Zeker in een jachtig snel rondom, en dat is simpelweg de norm.

Tijdens testjes doen al mijn vingers wat ze horen te doen. Ze falen bij veel fijnere motoriek, zoals gitaarsnaren per fret verkorten tot de benodigde toon in een tokkel. Artsen zien makkelijker wat ik probeer te vertellen als er iets zichtbaars is dat ik kan tonen. Niet dat het veel uitmaakt, er valt toch niks aan te doen, maar het heeft wel iets om als studieobject iets voor de wetenschap te betekenen.

Fingers crossed.

Dídean krijgt een nieuwe koppakking, en ik pak mijne kop in.


Beertje Bernie

Beertje Bernie

Beertje neemt lezers elke donderdag mee in Dídean, het busje waarin ze woont als nomade zolang dat nog kan. Deze woonvorm maakt het mogelijk voor haar om te leven ondanks het gewicht – en het licht – van pervasieve ontwikkelingsstoornissen, chronisch ptsd met dissociatieve kenmerken, en multiple sclerose. Klik hier voor duiding bij soms wat rare woordjes in dit blog. Meer over Beertje Bernie

U wilt reageren op deze blogpost? Dat kan op onze facebookpagina!

Vindt u wat u net las interessant? Overweeg dan om u in te schrijven op de nieuwsbrief van deze blog en ontvang een e-mail telkens iets nieuws verschijnt.


WP2Social Auto Publish Powered By : XYZScripts.com