Ik voelde het onlangs naar aanleiding van een radio-uitzending nog eens zo sterk aan, gedoe om de applausgeneratie…
Een hele tijd geleden stond ik voor het huis van de mama van mijn twee kleindochters. De motor van de auto draaide, want het moest snel gaan. Ik moest een kleindochter op zaterdagmorgen naar enkele hobby’s en verplichtingen brengen. Toen ik in korte bewoordingen mijn opdracht kreeg, had ik het eigenlijk moeten noteren, want het was knap ingewikkeld. Ik kon mij moeilijk beheersen, iets wat ik doorgaans wel kan. Het zat me even te hoog.
Voor alle duidelijkheid: ik moest een op dat moment zevenjarig kind op die zaterdagmorgen naar drie verschillende plaatsen voeren, elk gebonden aan verschillende tijdstippen. Mijn toenmalige schoondochter interpreteerde mijn lichaamstaal en mijn opmerkingen verkeerd, op twee niveaus fout eigenlijk. Het hing niet van haar intelligentie af, helemaal niet. Ze dacht dat het rondtoeren van de ene plaats naar de andere met een heel strak tijdschema me moeilijk lag. Sterker, dat ik die hele rotzooi ontzag als de pest. Neen, er zijn leukere dingen op zaterdagmorgen, maar omwille van het welzijn van mijn kleinkind nam ik er dat graag bij. Maar precies daar lag het probleem: het welzijn van dit kind. Dat probeerde ik met die ronkende motor op de achtergrond uit te leggen. Het lukte aan geen kanten en onze wegen gingen uit elkaar met een gefrustreerde ondertoon voor beide partijen.
Waar het om draaide was wat jonge ouders verwachten van een zorgeloos opgroeiend kind. De bedwelming, we willen ons kind optimale kansen geven, draait bij een overaanbod helemaal verkeerd uit. Het maatschappelijk mistgordijn dat bevriende en heel bewuste jonge ouders optrekken bemoeilijkt nog een en ander. Kijk eens hoeveel kilometer de bakfiets van de jonge buurvrouw in het weekend afmaalt: zoontje naar hobby x, y en z brengen. Mooi is dat…Misschien nemen we straks die kunstacademie die het buurjongetje volgt er naast bij de gymclub nog bij. En op zondag nog even naar de scouts.
Dat dit veel wordt is nog niet eens het ergste. Het wordt erg veel, laat daar geen twijfel over bestaan. Alles draait hier om het verwachtingspatroon. Dat was het tweede probleem aan de deur bij afhaling van mijn kleindochter en bovendien de belangrijkste opmerking die mijn schoondochter niet begreep. In elk van de disciplines stelt de training of de begeleider van de hobbyclub verwachtingen tot eisen toe. En dat is logisch. Maar de ouders verwachten dat ook, en dat voor elke hobby. Dat staat bovendien maatschappelijk zo mooi. De ouders verwachten applaus bij elk van die hobby’s. Ze behoren dus tot de applausgeneratie.
Ze verwachten dat hun kind het goed doet. Als het even kan, héél goed. Als je dit overaanbod onder de loep neemt, gaat het om een berg hoge verwachtingen. Dan zijn die ouders verantwoordelijk faalangst bij hun kinderen. Gewoon een logisch gevolg. Want, geen kind kan aan die veelheid van verwachtingen beantwoorden. Ik weet van uit mijn achtergrond hoe moeilijk het is faalangst te lijf te gaan. Helaas brengt dit een gebrek aan zelfvertrouwen met zich mee. Niet zelden levenslang. En dat kan best worden vermeden. Eenvoudig is het om die leuke dingen zoals hobby’s haalbaar te houden.
En het goede nieuws, bewuste kleindochter heeft nu nog slechts één enkele hobby. Geen idee of de tegenwind geholpen heeft, er is in elk geval over nagedacht. Mooi, toch…
Foto: eggeeggjiew voor iStock