Straalfijnstemsein

Dit bericht is deel 24 van 50 in de reeks Donderdagse dialogen

Met mijn handen in mijn zakken slenter ik over de paadjes van… Begot, ik weet niet waar ik ben. Thuis, in ieder geval. Dídean staat onder een rij boompjes op een rustige parking waar het wandelpad begon, en ik ben niet te veraf. In het ergste geval kan ik dezelfde weg terug slenteren. Kruipen, desnoods. Heel erg mooi en rustig is het hier, ergens in de streek rond Puurs en Bornem, overal bomen en struikjes en velden in groen. Ik passeer een wandelaarster in de andere richting, ze lacht me gedag al van veraf. Terwijl we kruisen zegt ze hardop: 

– Amai, jij straalt nogal!

– Ja, het is een mooie dag, geniet ervan!

– Haha, zal ik doen!

Ik zei nog net niet: „Ahja, want ik heb net mijn documenten ingediend. Alle nodige handtekeningen staan erbij, dus ik zal relatief vlot euthanasie uit kunnen voeren als dat nodig voelt. Het is heerlijk rustig in mezelf nu.” Ik zei maar snel wat anders. Het blijkt moeilijk voor mensen om zulke uitspraken te horen. Al heb ik geen idee waarom. Zou niet elke burger beter de wensen daaromtrent duidelijk aan diens medisch dossier toevoegen? Ik vind van wel. Voor in geval een ongeval, of een ander onverwacht voorval, zelfbeschikking plots op het spel zet. Nu ja, ik moei me niet met andermans keuzes, ieder moet dat voor zichzelf beslissen.

Ook de formulieren van FOD zijn opgestuurd. Mijn huisarts heeft erop vermeld dat ze de procedure te belastend voor mij vindt. Alle verdere informatie moet rechtstreeks via haar worden opgevraagd. Hopelijk respecteren de beambten dat, want ik snel nogal snel het einde van mijn latijn veel te ver voorbij. De mate waarin mijn levenslust wordt opgeslokt door domme aardse dingen is absurd, wanneer bekeken vanuit mijn leefwereld. Er blijft amper iets van overeind. Die dingen dienen te gebeuren desondanks. Cultuurhistorisch vormde onze maatschappij zich zoals ze dat deed. Ik begrijp dat wel, ik leg me daarbij neer, maar het doet zeer. Existentieel.

Die gedachte is nog bezig zich te vormen, terwijl prompt mijn digitale stembrief arriveert. Zondag moet heel België gaan stemmen. Ook ik, die stemplicht volstrekt belachelijk vindt. Het levert immers kwantiteit aan stemmen zonder kwaliteit. Neem nu mijn specifieke geval: Denk je dat ik erg bezig ben met de politiek van ons land? Ik heb net – met kafkaëske stress – formulieren voor allerlei aanvragen, alsook mijn euthanasie geregeld. Samen met al mijn vrienden en vriendinnen, en hun kinderen, mag ik dan wel hopen dat ik die nog decennia lang niet uit moet voeren… Om zondag mee de hele toekomst van onze regerende machten vorm te geven, voel ik me verre van de gepaste mens op de gepaste plaats. Ik ben zelfs te moe om uit te zoeken welke partijen administratie willen vereenvoudigen. 

Stemrécht voor elke burger: dát is belangrijk. Stemplicht is contraproductief, zelfs ronduit destructief. Teveel stemmen komen niet van mensen die betrokken voelen met het welzijn van een land, en wel van mensen die met andere dingen bezig zijn en niet over beleid denken. Ik ben al blij als deze mensen op één of andere onbenullig kleine partij stemmen en niet blanco, of zomaar wat, om er zo snel mogelijk vanaf te zijn.

Ikzelf zal Onverwoordelijks ter plekke raadplegen en aanvinken wat juist voelt. Louter intuïtief. Er zit niets anders op. Ik heb kracht noch energie om me te verdiepen in alle partijpunten. Mijn denkwereld ligt verscholen in beelden vol brainfog. 

Wat de jaarlijkse autokeuring betreft – want ook die oproep viel mijn mailbox binnen – regelt mijn lieve garagist een afspraak in zijn agenda. En ik moet naar hem toe te rijden, Dídean met sleutel en al aan hem overhandigen, achterin op mijn bankje rusten, en de factuur nadien betalen. Klaar. Hij fixt al het nodige. Oef. Het einde van de regelnichterige toestanden is in zicht. Eindelijk een beetje rust, en terug wat structuur, in het vooruitzicht. 

Geen wonder dat ik straal! Na een jaar als één lange onvoorspelbare rollercoaster vol pijn en angst en chaos, voelt mijn heden als een vredevol walhalla waarin levensvreugd wat ruimte heeft. Ook voel ik mijn Draakje almaar dichter willen komen in de energetische dynamiek onder de fysieke manifestatie. Hij zoekt zijn weg. Ik voel het. Ik weet niet hoe, wanneer, of waar – en ook niet via wie – hij die vinden zal. Dat maakt ook niet uit, want van het idee alleen al straal ik al. Draak is welkom, en ik ben benieuwd ernaar.

– Gij denkt aan die man eh?

– Ik denk aan meerdere mannen. Twee, om precies te zijn, wat nog meevalt. Er zijn mensen die tientallen potentiële partners overwegen via Tinder, en zodoende swipen ze de enige vier à vijf mogelijk passende partners argeloos voorbij. Mij viel een knappe werkman op in het echte leven. Hij lachte flirtend naar me vanuit de verte waar hij telkens weer passeerde, terwijl ik me op een vergadering probeerde te concentreren.

– Haha, die waarbij ik spontaan Etta James begon te zingen in het hoofd: I don‘t want you… to be no slave… I don‘t want you… to work all day…?

– Uhuh, die ja. Sterk en goed gebouwd lichaam, mooie lach, en heerlijk ondeugende ogen had die man. Geen idee wat betreft inhoud, interesses, en waarden en normen, maar qua feromonen hing er wederzijds een link tussen mezelf en die mens in de lucht.

– Tututuudututum! 

– Ja, zwijgt maar gij. Ik heb nóóit zin in louter oppervlakkig gedoe. Hormonen maken liefde en vriendschap verwarrend, mensen worden er zelfs psychotisch van, en pas ergens eind september ben ik terug in die streek. Tegen dan heeft MS de zenuwbanen naar en van mijn clitoris misschien al geveld, en ook als dat niet zo is: ik ben sowieso niet geïnteresseerd als er, behalve seksuele energie, niks voelbaars linkt. Draak moet kunnen stromen waar hij stromen wilt, en da‘s verre van alleen tussen mijn benen, ook al heeft dat ook wel wat belang. Naast belangrijker dingen, dan.

– En die andere man, die met zijn brilletje en mooie stem?

– Mja. Die voelde echt bijzonder wel. 

– Ja… 

– Haha, ge wordt er stil en verlegen van! 

– Ja, sè. Ik zat wat perplex voelbaar emotioneel verbonden met die mens, zonder te snappen waarom, met een hele massa mensen rondom. 

– Hij ook, denk ik.

– Denkt ge? Ik wist niet naar waar kruipen daarmee! En gij bleef rustig rationeel vertellen wat er te vertellen viel. Ik vond u wel een hele held daar zeg! 

– Haha, ja, hij vond dat ook, denk ik.

– Echt? 

– Weet ik niet, hoor, maar hij had het toch wel gezien, volgens mij. Hij maakte, met een extra geruststellende knipper van zijn wimpers, duidelijk dat het wel ok en veilig was allemaal. Ik vond hem schattig. Grappig ook. Moedig, zelfs wat stoer, en intelligent. Met lippen die ontworpen leken om lekker te zoenen met de mijne als we de kans zouden krijgen.

– Dat weet ík niet, dat is jouw dada, maar toen hij in de deuropening halthield ben ik er bijna naartoe gelopen om hem te knuffelen.

– Sebenneke, dat is erover. Misschien was de vrouw die naast hem zat, wel zijn echtgenote! Ik ken die man helemaal niet en ik wil geen onbekende mensen zomaar knuffelen.  

– Maar ik voelde wat híj voelde daar en dan, en dat was echt heel wat. Draakje was overduidelijk aanwezig in die man, da‘s geen onbekende, da‘s een zielsverwant.

– Draak stroomt waar hij stromen kan, omdat hij stromen moet, en als die man die energie een kans wil geven te ontluiken zal ie wel zelf contact met me zoeken.   

– Ja, maar misschien dééd ie dat al en was jij weer veel te autistische oen? Stuur zelf een bericht à la: „Hallo, ik heb 3 vraagjes: 1. vond jij mij ook aantrekkelijk zoals ik jou? 2. ben jij vrijgezel? 3. zullen we es afspreken om wat gezelschapsspelletjes samen te spelen?”

– … Zijt gij nu helemaal onnozel? Wie doet nu zoiets?

– Ikke! 

– Ja, ik weet het, maar niemand geeft eerlijk antwoord op zulke vragen, joh. Niet zonder een hele hoop ambetant gedoe. De realiteit van het fysieke leven zou meteen allerlei overweldigende, óf supervervelende, wendingen opleveren. 

– Tja… Als ik kon toveren, kon toveren, kon toveren, kon toveren…

– Herman van Veen terzijde, die gast is een volwassen man. Met een volwassen leven, en alle daarbij horende verantwoordelijkheden. Ik heb geen zin om per ongeluk iemands huwelijk te kelderen, of om nog es iemand psychotisch te zien worden omdat ie zichzelf voorbij galoppeert. Als die man interesse heeft in mij andersom zit hij nu dit blog te lezen; weet hij – heel zeker – dat het over hem gaat; en als hij dan sterk op zijn benen staat en ego‘s kwetsbaarheden niet te fel in de weg zitten zal ie contact opnemen. Ik vertrouw daar op. Laat maar aan Draak over, en wees rustig innerlijk lustig verankerd in de vrouwelijk ontvangende kant ervan.

– Ok. Ik weet er geen liedje bij te bedenken, eerlijk gezegd. 

– Iets zonder woordjes, in ieder geval. 

– Experience.

– O ja, Einaudi, die kan tellen. 


Beertje Bernie

Beertje Bernie

Beertje neemt lezers elke donderdag mee in Dídean, het busje waarin ze woont als nomade zolang dat nog kan. Deze woonvorm maakt het mogelijk voor haar om te leven ondanks het gewicht – en het licht – van pervasieve ontwikkelingsstoornissen, chronisch ptsd met dissociatieve kenmerken, en multiple sclerose. Klik hier voor duiding bij soms wat rare woordjes in dit blog. Meer over Beertje Bernie
Navigatie binnen de reeks<< RhodofoddodenronMatelieritiemteam >>

U wilt reageren op deze blogpost? Dat kan op onze facebookpagina!

Vindt u wat u net las interessant? Overweeg dan om u in te schrijven op de nieuwsbrief van deze blog en ontvang een e-mail telkens iets nieuws verschijnt.