Milford Haven

Dit bericht is deel 5 van 8 in de reeks Veertien Vluchtende Velo’s

Mijn vader was 18 in mei 1940. Als student was hij niet gemobiliseerd. De Duitsers veroverden België veel sneller dan voorzien zodat op 16 mei 1940 alle mannen tussen 16 en 35 jaar oud zich in de rekruteringscentra in Frankrijk moesten melden voor het vaderland. Samen met zijn broer en 12 andere vrienden, allen studenten, vertrokken ze in Oostende per fiets op weg voor de belevenis van hun leven.
Die tocht tussen plicht en vlucht wilde ik samen met mijn zoon, Rien, herbeleven. Op basis van een twintig pagina’s tellende tekst die vader Raymond schreef toen hij 82 jaar oud was reden we in juni 2024 met onze Vespa’s zijn belevenis achterna. Het werd ook voor ons een bewogen ervaring. Deze ervaring willen we met u delen…


In de voorbereidende fase van onze reis wilde ik meer weten over Milford Have of Milford Haven.

In zijn verhaal schrijft vader dat er op 15 mei 1940 een plan op tafel lag om, gebruik makend van de pakketboot (het professionele terrein van mijn grootvader) naar Engeland te vluchten. Het ging om mijn grootouders en enkele familieleden, maar niet om mijn vader of mijn oom, omdat zij aan hun studies gebonden waren. Het ging eigenlijk om Wales, want zeg niet zomaar Engeland tegen Wales…

Woensdag 15 mei 1940
Nog enigszins onder de indruk van die terugtrekkende Belgische soldaten, kwam ik even na 15 uur weer thuis. Ik schrok evenwel toen ik iedereen in het ouderlijk huis druk in de weer zag. Mijn vader informeerde mij dat een telegrambesteller hem een halfuur geleden een spoedbericht had overhandigd met het bevel dat hij zich onverwijld als radio-telegrafist diende ter beschikking te stellen om de overvaart naar Dover met de pakketboot Joséphine-Charlotte in goede banen te leiden. Familieleden die het wensten mochten hem vergezellen. In allerijl werden alle beschikbare valiezen gevuld. Ook diende ik mijn mouwen op te stropen om het nodige gerief en klederen van mijn huisgenoten in de reiskoffers te helpen deponeren. Vanzelfsprekend werd besloten dat moeder samen met vader de evacuatie naar Engeland zou meemaken. Mijn broer en ikzelf zouden hier blijven, want beiden waren studie-gebonden. Onze grootouders die op de eerste verdieping woonden, zouden – gezien hun leeftijd – ook hier blijven. Maar onze inwonende tante Eveline, weduwe Emiel Schuyesmans, zou samen met haar dochtertjes Emiliene (8 j) en Christiane (3j 3m) de overtocht meemaken. In Milford Have (Wales) woonde trouwens een van tantes zusters.

Fragment uit de tekst van Raymond Houwen.

Ik sloeg aan het werk en wilde uitzoeken wat Milford Have en Oostende met elkaar te maken hadden.

Er waren familiale banden in Milford Haven. De zus van mijn grootmoeder woonde er. De reden waarom ze er woonde, naast vele andere uitgeweken Oostendenaars, had enerzijds met de vlucht voor het oorlogsgeweld van de Eerste Wereldoorlog te maken. Anderzijds waren er belangrijke scheepswerven waar Oostendse reders eind 19de eeuw een voet in huis hadden. In een document1 van oud-leraar aan het Onze-Lieve-Vrouwecollege én amateur-historicus, Raymond Vancraeynest, lezen we concreet dat de Oostendse reder Aspeslagh er nog een schip bestelde om in 1914 in de vaart te nemen. De Eerste Wereldoorlog stelde dat even uit.

Het familiale getuigenis van Christiane Schuyesmans heeft het over de vlucht van visser Vincent Locquet (haar grootvader) met zijn gezin begin oktober 1914. Op 17 oktober 1914 was immers Oostende door de Duitsers bezet. Het getuigenis vertelt verder dat tante Madeleine (Schuyesmans) er met een Brit gehuwd is. Verder wist het getuigenis dat er wel meerdere Oostendse vissersfamilies uitgeweken waren naar Milford Haven. En dat klopt.

Na studie van het bewuste document van Raymond Vancraeynest komt onverwacht cijfermateriaal  naar boven.

De Belgische kolonie te Milford Haven bestond in 1915 uit 169 families, tellend in totaal ongeveer 1.500 personen. Daaronder waren er 256 zeevarenden en ca. 50 arbeiders in het visserijbedrijf. Er waren 192 kinderen die school liepen in 2 Belgische en in verscheidene andere Engelse scholen. Voor het zieleheil van al die mensen stond een Engels katholiek priester in: Rev. Father E. Hope en ook een Belgisch priester: Xavier Van Nieuwenhuyse.

Cijfers die boekdelen spreken. Ook op diverse andere plaatsen waren er veel Oostendse inwijkelingen. In Brixham (Devon) bijvoorbeeld verbleven veel Oostendenaars. Ze noemden het zelfs ‘Little Ostend’.

Verder lag Milford ideaal om  zijn bijdrage in de Tweede Wereldoorlog te leveren aan de vloot voor D-Day 6 juni 1944.

Kortom, wat vader schrijft over Milford Haven was helemaal niet uitzonderlijk: vele Oostendenaars woorden er al sinds hun vlucht bij de doorbraak van de Eerste Wereldoorlog.


Deze tekst is een voorpublicatie van wat u eind december terugvindt op de website “Veertien Vluchtende Velo’s”. Tot aan de Kerstvakantie vindt u elke weekenddag een stuk uit het verhaal van Bart en Rien. Daarna kunt u voor het volledige verhaal, kaarten, foto’s en video’s terecht op 14velos.be.

Schrijf u in op onze nieuwsbrief van Veertien Vluchtende Velo’s om niks hiervan te missen.

Foto: Milford Haven in 1921 © Royal Commission on the Ancient and Historical Monuments of Wales (RCAHMW)


Bart Houwen

Bart Houwen

Bart heeft een verleden als auteur van schooluitgaven, gelegenheidsuitgaven voor motortijdschriften en Vespa Club Oostende. Hij is directeur op rust van een Vrije Kleuterschool. Meer over Bart Houwen
Navigatie binnen de reeks<< De gestolen fietsDe brug in Pont de l’Arche, meer dan een brug >>

U wilt reageren op deze blogpost? Dat kan op onze facebookpagina!

Vindt u wat u net las interessant? Overweeg dan om u in te schrijven op de nieuwsbrief van deze blog en ontvang een e-mail telkens iets nieuws verschijnt.