Mijn vader was 18 in mei 1940. Als student was hij niet gemobiliseerd. De Duitsers veroverden België veel sneller dan voorzien zodat op 16 mei 1940 alle mannen tussen 16 en 35 jaar oud zich in de rekruteringscentra in Frankrijk moesten melden voor het vaderland. Samen met zijn broer en 12 andere vrienden, allen studenten, vertrokken ze in Oostende per fiets op weg voor de belevenis van hun leven.
Die tocht tussen plicht en vlucht wilde ik samen met mijn zoon, Rien, herbeleven. Op basis van een twintig pagina’s tellende tekst die vader Raymond schreef toen hij 82 jaar oud was reden we in juni 2024 met onze Vespa’s zijn belevenis achterna. Het werd ook voor ons een bewogen ervaring. Deze ervaring willen we met u delen…
Ik had de tekst van vader goed vooraf bestudeerd en had een kopie mee op reis. Ik besefte dat een goede kennis ervan belangrijk was om te vermijden dat we iets uit de originele tekst links zouden laten liggen.
Het gebeurde bij uitzonderling dat ik de avond vooraf nog eens de tekst diagonaal doornam met de rit van de volgende dag voor ogen. De kopie was steeds grijpklaar: ze zat in de hoes van mijn reservewiel, net onder het stuur van mijn Vespa.
In de rit naar Pont de l’ Ache doorkruisten we alweer een heel idyllisch stuk Frankrijk. In de opeenvolging van de steden en dorpen die op het traject lagen was Lyon-le-Forêt er één van. Deze gemeente komt voor in ‘Les Plus Beaux Villages de France’.
We stopten aan het marktplein waar een oude overdekte wasplaats het dorp schitterend kleurt. Rien staarde voor zich uit en sprak wat onverwacht de volgende woorden: ‘Nu begrijp ik waarom opa zo graag op reis ging, hier is het ontstaan…’
‘Klopt als een bus, zo heb ik het eigenlijk nog niet bekeken’, antwoordde ik. Overschot van gelijk als je weet dat hij 18 jaar oud was en nagenoeg nooit eerder de kerktoren op enkele stappen van zijn deur had verlaten. In zeer moeilijke omstandigheden weliswaar zullen het landschap, de dorpen en de steden – toen nog nauwelijks geleden onder de oorlogsschade – indruk hebben gemaakt. Het is ongetwijfeld hier dat de liefde voor het reizen is ontstaan.
Bij de laatste kilometers richting d’ Arche voelde ik een onnodige zenuwachtigheid groeien, benieuwd naar dit belangrijk ijkpunt op de tocht van de veertien vluchtenden uit Oostende. Ze wilden op hun nachtelijke vluchtroute zo snel mogelijk de Seine bereiken. Doordat we hun traject letterlijk volgden, stonden we versteld van de afstanden die ze moesten overbruggen. Alsook de nachtelijk drukte van duizenden vluchtelingen op de dool die ze hebben gezien, de tastbare oorlogsdreiging die ze aanvoelden: het moet allemaal een zeer grote indruk hebben nagelaten. Ik was zeer vaak in gedachten bij hen toen ik aan het rijden was.
In de tekst kan je min of meer tussen de regels lezen voor welke strategie de jonge knapen hadden gekozen. Neen, ze namen niet de snelste, de meest rechte route naar het zuiden weg van het oorlogsgeweld. Ze kozen rivieren uit, zoveel mogelijk, met fikse ommetjes als dat moest. Ze zagen de rivieren als natuurlijke barrières tegen de snelle opmars van de Duitsers. Een oprukkend leger treft vaak ontplofte bruggen aan die het terugtrekkend leger achter zich laat. Of lokale milities die de boel saboteren, zodat er tijdsverlies bij de aanvallers optreedt. Het mag worden gezegd, ze hadden flinke spieren om de afstanden te overbruggen, maar evenzeer waren ze gezegend met een goede portie hersenen. Heel knap, hun strategie. En het heeft geloond, eenmaal Pont de l’ Arche voorbij verminderde de directe oorlogsdreiging. Het was zeer zeker een ijkpunt.
Toen Rien en ik aan de brug stonden waar de veertien zo naar hadden verlangd, zagen we pancartes die over de oorlogsgeschiedenis vertelden. Er stonden Britse soldaten afgebeeld, helemaal zoals vader het had beschreven.
Hier de passage uit zijn tekst:
Het probleem was de brug over de Seine te vinden te Pont de l’ Arche. Maar moeilijk was dat niet, want alle verkeer verliep in die richting. Engelse soldaten poogden er te zorgen voor goede orde en vlot verloop, maar de massa vluchtelingen was daar zo enorm dat het stropte. Gelukkig wachtten wij in de file en de Engelsen kalmeerden ons met het woord ‘tout de suite’ dat ze op z’n Engels uitspraken als ‘to-the- swiete’. Precies om 6 uur ’s morgens reden wij de brug over en waanden wij ons gered.
Fragment uit de tekst van Raymond Houwen.
Nog meer onder de indruk was ik toen ik de link maakte tussen de originele tekst van mijn vader en de stedelijke pancartes. Je zag er inderdaad Britse soldaten op, gedateerd mei 1940. Bij het bekijken van de data kreeg ik een schok. Dat zou bijvoorbeeld mijnheer ‘To-the-Swiete’ kunnen zijn geweest, zo dacht ik, terwijl de brave man niet besefte wat boven zijn hoofd hing. Hij zorgde voor rust en orde bij zoveel vluchtelingen, maar precies één week later zaten hij en duizenden Britten als ratten gevangen op het strand van Duinkerke. De operatie Dynamo, om zoveel mogelijk Britse soldaten te evacueren was de harde, aankomende realiteit. Slechts een week verschil met de passage van de veertien. Op zijn zachts opmerkelijk…
We daalden de trap af verbonden aan de brug om van op de Quai de Verdun zo dicht mogelijk bij de Eure (die de Seine omarmt) te komen. Dat lukte niet echt, er was te veel struikgewas. We stonden bijna onder de brug, voor ons een magische plek.
We startten onze Vespa’s en hadden nog inkopen te doen en een camping te zoeken. We wilden voor onze tweede camping niet zo laat aankomen als de dag voordien. En dat lukte aardig.
Deze tekst is een voorpublicatie van wat u eind december terugvindt op de website “Veertien Vluchtende Velo’s”. Tot aan de Kerstvakantie vindt u elke weekenddag een stuk uit het verhaal van Bart en Rien. Daarna kunt u voor het volledige verhaal, kaarten, foto’s en video’s terecht op 14velos.be.
Schrijf u in op onze nieuwsbrief van Veertien Vluchtende Velo’s om hiervan niks te missen.