“ABONNEMENT OP WC-PAPIER? MENSEN ZIJN GEK GEWORDEN!”
Vroeger kocht je iets en dan had je het.
Simpel.
Je ging naar de winkel, betaalde, en dat was het.
Vandaag?
Vandaag betaal je elke maand voor spullen die je vroeger gewoon één keer kocht.
Muziek? Abonnement.
Auto? Abonnement.
Een broek? Abonnement.
En ja, zelfs wc-papier.
Er zijn mensen die maandelijks betalen om gegarandeerd toiletpapier in hun bus te krijgen, alsof hun eigen kont een Netflix-serie is die nooit stopt.
En Roger?
Roger snapt het niet.
Maar laat me je meenemen naar een ochtendlijke financiële crisis in de keuken van Roger en Nellie.
Keuken. Zelfde tafel. Zelfde koffie. Zelfde discussie.
Roger zit met zijn bankkaart in zijn hand en fronst naar zijn afschrift.
Nellie… ik heb een vraag.”
Nellie, zoals altijd, zit met haar krant.
“Ik vrees ervoor, Roger.”
“Wat is een subscription?”
vraagt Roger, terwijl hij de bankapp op zijn gsm aankijkt alsof hij net een brief in het Chinees heeft ontvangen.
“Een abonnement, Roger. Dat weet ge toch?”
Roger knikt langzaam. “Ja, zoiets als de gazet?”
Nellie kijkt op. “Welke gazet, Roger? Die van mij of die van u?”
“We hebben toch maar één krant?”
“Ge snapt het dus al.”
Roger krabt aan zijn hoofd.
“Maar waarom moet ik dan elke maand betalen
voor iets dat ik maar één keer koop?”
Nellie zucht.
“Omdat bedrijven slim zijn, Roger.
Vroeger verkochten ze u iets en dan waren ze u kwijt.
Nu laten ze u betalen voor het gevoel dat ge het bezit,
terwijl ge het eigenlijk nooit hebt.”
Roger knikt, denkt diep na, en zegt dan:
“Maar waarom WC-papier?”
Nellie legt haar krant neer.
“Waarom WC-papier wát?”
Roger zwaait met zijn gsm.
“Er bestaat dus een abonnement op toiletpapier.
Waarom?
Gaan we plots méér kakken als we ervoor betalen?”
Nellie rolt met haar ogen.
“Omdat mensen dom zijn, Roger.
Vroeger spaarde je voor een huis.
Nu sparen mensen voor een iPhone.
Vroeger kocht je een fiets.
Nu leaset ge hem.
En als ge lang genoeg wacht, moet ge binnenkort een abonnement nemen op uw eigen schoenen.”
Roger laat het even bezinken.
“En als ik stop met betalen?”
“Dan wordt ge terug een klant in plaats van een melkkoe.”
Roger haalt opgelucht adem.
“Awel Nellie, vanaf nu stoppen wij met alle subscriptions!”
Nellie pakt haar koffie.
“Ge moet het zelf weten, Roger.
Maar als ge mijn Netflix stopzet,
moogt ge op abonnement slapen in de garage.”
Wat kost geld je écht?
Vroeger was geld sparen simpel.
Je legde iets opzij, en op een dag kocht je iets nuttigs.
Vandaag is sparen een belediging.
Bedrijven willen niet dat je iets koopt.
Ze willen dat je blijft betalen.
- Je bezit geen muziek meer.
Je huurt het van Spotify. - Je bezit geen auto meer.
Je least hem. - Je bezit zelfs geen software meer.
Vroeger kocht je Photoshop.
Nu huur je het alsof je bang bent dat Adobe je computer afpakt.
En mensen?
Die laten het gebeuren.
Maar Roger?
Roger gaat vanaf nu alles cash betalen.
Althans, tot hij ontdekt dat hij met zijn bankkaart al vijf abonnementen heeft waar hij niks vanaf weet.
En jij?
Wil jij écht geld besparen?
Of ben jij ook een vrijwillige melkkoe voor een bedrijf dat elke maand een paar euro van je steelt?
Maar pas op…
als ge te veel bespaart, eindigt ge zoals Roger.
Met een brief van Nellie dat ge uw abonnement op geluk kunt opzeggen.
Tot de volgende spiegel.