De geniale zatlap van 1000 frank

Petarke doet niet aan oorlogsvoering, daar is ons katje veel te beschaafd voor. Zelfs haar goudvisjes behandelt ze met het grootste respect.

Eénmaal had het sloebertje een kikker uit onze visvijver in de mond: zijn uitstekende pootjes spartelden nog dapper rond haar snorharen… maar ook dat avontuur is goed afgelopen voor froggy: even later plonsde hij weer vrolijk kwakend de vijver in. Het was maar om te lachen…

Neen, oorlog voeren dat is iets voor de barbaarse mensensoort. Petar luistert anders wel met opmerkelijke aandacht naar de straffe oorlogsverhalen, vooral als het om die ‘Groote Oorlog’ gaat.

Nog eentje? Deze keer niet uit Ieper…maar wel letterlijk te proeven tot aan de kaai in onze kattenstad, Petarkes geliefkoosde uitgaansbuurt!

Te proeven? Jazeker, onderstaand waar gebeurd verhaal smaakte bitter en zout tot ver voorbij het sas van Boezinge!

Ongeveer halverwege oktober 1914, toen de Slag aan de IJzer losbarstte, verjoegen de aanstormende Duitsers de Belgische troepen ten zuiden van Nieuwpoort uit hun verdedigingslinies. Onze mannen namen aanvankelijk wraak door enkele posities opnieuw in te nemen. Het triomfankelijk gejuich staat nu nog uitgebeeld bij het monument aan de Uniebrug te Mannekensvere.

Helaas… te vroeg victorie gekraaid! Het succes was van korte duur, want nog geen dag later werden onze dappere voorouders alweer verdreven.

Diksmuide kwam in gevaar, maar de vastberaden Belgen weken niet.

Om een lang verhaal kort te maken: op 20 oktober 1914 stonden de Duitsers in het gehucht Tervaete aan de IJzer. Wie had dat verwacht? En wat zouden wij – dappersten der Galliërs – daar aan doen?

In de nacht die volgde slaagde de vijand er in om een loopbrug over de IJzer te leggen. Het Duitse leger dreigde door te stoten naar het Franse Duinkerke: de situatie werd steeds meer uitzichtloos voor de Belgen, en mogelijk nog meer voor onze westerburen…

Het was toen dat Koning Albert I – die persoonlijk in onze provincie verbleef – met een lumineus plan op de proppen kwam: “En als we nu nog eens de polders onder water zouden zetten?”

“Nog eens?”

Inderdaad, er bestond een oud inundatieplan dat in lang vervlogen tijden aanleiding had gegeven tot het betalen van vergoedingen aan boeren.

Sommige oudere inwoners van het poldergebied – met een gezonde interesse in de geschiedenis van hun streek – hadden al wel eens gehoord van die inundaties.  Al wist wellicht niemand nog het fijne der dingen, toch werd hiermee hét gespreksonderwerp voor later aan de toog, na de zondagse hoogmis geboren.         

Het moet gezegd dat onze Belgische legerleiding in die riskante periode wel van aanpakken wist: op 21 oktober werd “bij wijze van test” een deel van de polder Noord van de IJzer onder water gezet door aan het sluizencomplex van Nieuwpoort de verlaten van de Kreek van Nieuwendamme te openen.

Het leger was echter niet vertrouwd met de plaatselijke situatie. Er bleven dan ook veel vraagtekens. Daarom werd een beroep gedaan op Karel Cogghe uit Veurne. Cogghe was toezichter bij de Noord-Watering Veurne – het geheel van grachten, sloten en vaarten dat de vlakte van de IJzer ontwatert – en was dus vertrouwd met elk detail van de watering.

In de nacht van 26 op 27 oktober 1914 werd bij het Kattesas een eerste échte poging ondernomen om een groot deel van de IJzervlakte onder water te zetten. De andere (veel grotere) sluizen aan de Ganzenpoot werden toen gecontroleerd door de Duitsers, daar ingrijpen werd als te riskant beoordeeld…Maar ramp o ramp, de watertoevoer via het Kattesas bleek totaal ontoereikend. Het hele plan dreigde … euh “in het water te vallen”. Of net niet natuurlijk…

Schipper Hendrik Geeraert, een ruw “kapitein Oliepul” heerschap met gezond schippersverstand in zijn – bij momenten – nuchtere kop, die wist dat maar al te goed. Hij drong daarom aan op het zwaardere werk.

Na enig aarzelen werd tenslotte besloten om het risico te nemen. In de nacht van 28 op 29 oktober 1914 werden bij vloed de verlaten van de Noordvaart op Hendriks aanwijzen aan Veurne-Ambacht (t.h.v. de Ganzenpoot) geopend door een handvol Belgische militairen.

En de Duitsers, die hadden warempel niets door… Het zeewater verspreidde zich vlot door de sloten en grachten over de polders.

De sluizen werden weer gesloten wanneer het water in de Noordvaart even hoog stond als het niveau van de zee. Dat maneuver werd bij de volgende hoge getijden nog enkele keren herhaald.

Ondertussen werden Nieuwpoort en Diksmuide onophoudelijk gebombardeerd. Om redenen waarover nu nog steeds gespeculeerd wordt, hadden de Duitsers de in het geheim uitgevoerde inundaties niet zien aankomen.

Pas wanneer de polder in een ontoegankelijke watervlakte was veranderd en hun troepen ten zuiden van de IJzer hopeloos vast zaten, gaven ze zich rekenschap van het snode plan van onze schipper.

Hendrik Geeraert werd alom geprezen voor zijn heldendaad… dubbel en dik verdiend natuurlijk! Enfin, zo staat het in elk geval in de geschiedenisboeken .

Zatlap en nietsnut… of ware held?

Ter herdenking van de onderwaterzetting, welke absoluut bepalend was voor het verdere verloop van de Groote Oorlog, werd omstreeks 1950 een bankbiljet van 1.000 BF uitgegeven, met op de keerzijde…  onze held, schipper Hendrik Geeraert.

Maar toch is er ook een minder nobel verhaal. Geeraert, een gescheiden visser, vader van zeven kinderen, zou stomdronken gezegd hebben : “ik ga die vuile Moffen hier vannacht allemaal verzuipen…”

Hij draaide de sluizen open, viel in het water, en verdronk ei zo na. Het vervolg van zijn daad is gekend…

Jaren later werd deze versie aangepast, omdat men niet wilde dat de drieste handeling van een gescheiden zatlap in de schoolboeken zou opgenomen worden.

In de eerste helft van de vorige eeuw was het al ondenkbaar om in het katholieke Vlaanderen te scheiden: een gescheiden visser, zatlap en nietsnut die zijn vrouw en kinderen in de steek had gelaten, die moesten we omwille van één zatte gelukstreffer niet verheerlijken… toch?

Petarke knipperde met haar schrandere oogjes terwijl haar snorharen vervaarlijk begonnen te trillen.

Haar schravetongetje kwam tenslotte tevoorschijn: “Interessant baasje, maar is het nog geen etenstijd? Voor mij een lekker baarsje uit dien IJzer alstublieft!”

Foto’s: Tracesofwar.nl  (historische (hoofd-)foto Kattesas); Wiki Media (bankbiljet 1.000 BF) ; Alamy en HLN (Karel Cogghe)


Patrick Lewyllie

Patrick Lewyllie

Patrick is een ‘fin de carrière’ ingenieur, die net op tijd heeft ingezien dat er over nog zoveel meer te schrijven valt dan over de best wel boeiende hightech wereld waarin wij vandaag geleefd worden. Meer over Patrick Lewyllie

Mis geen enkele blog van deze auteur!

Schrijf je in voor de nieuwsbrief
van Patrick Lewyllie

Selecteer een of meerdere nieuwsbrieven:

🖂 Schrijf u hier in voor andere nieuwsbrieven
Wij spammen niet! Lees meer in onze privacy policy

Mis geen enkele blog van deze auteur!

Schrijf je in voor de nieuwsbrief
van Patrick Lewyllie

Selecteer een of meerdere nieuwsbrieven:

🖂 Schrijf u hier in voor andere nieuwsbrieven
Wij spammen niet! Lees meer in onze privacy policy


U wilt reageren op deze blogpost? Dat kan op onze facebookpagina!

Vindt u wat u net las interessant? Overweeg dan om u in te schrijven op de nieuwsbrief van deze blog en ontvang een e-mail telkens iets nieuws verschijnt.