-B, ge moet iets schrijven, het is donderdag.
-Het gaat niet, ik ben te verdrietig.
-Tover dan een tekst tevoorschijn die ge eerder schreef.
-Ok, dan:
Waarom toch, wáárom doe ik het toch telkens weer, gezien de gevolgen? Ik besloot me nog es te begeven onder andere mensen, met alle mensenkenmerken en mensenwensen. Ik veroordeel hun menselijkheid net zo min, of net zozeer, als ik de mijne doe, maar… Menslief, wat is het contraproductief. Uitermate irritant. En nu sta ik hier, oog in oog met een astrologe met hoog aanzien in de vriendenkring waarin iemand anders me had uitgenodigd. Ik weet niet welke van mijn feromonen dat mens precies verstoren, maar ze heeft het op me gemunt. En ik heb al spijt dat ik kwam.
-Je moet wel waterman zijn om zoiets te bedenken.
Ze spreekt met snoevend stemtimbre, en zwiert haar scherpe kin de hoogte in. Mijn ego maakt een geërgerd bokkesprongetje. Spiegeling van het hare, reactie op haar snoef, of zit er in mezelf iets stroef? Ik weet het niet. Ik kan me niet eens iets voorstellen bij waarom ze snoeven zou. Volgens haar astrologische systeem werd ik effectief geboren met zon in waterman – ligt het daaraan? Mijn ascendant is in kreeft, en mijn maan in leeuw,… Het heeft er geen moer mee te maken. Ze weet dat overigens niet eens, en bovendien betekent het niet dat ze gelijk of ongelijk heeft. Ik weet niet wat ze wil, en ik kan het haar niet geven.
Er is echter wel, wat heet: een kink in de kabel. Minstens in de communicatie. Ik word er mesjogge zenuwachtig van, want ik ben gewend dat ontevreden – al of niet snoevende – mensen vaak liefdeloos, onaardig, gemeen, en soms zelfs gevaarlijk worden. Veel vaker stiekem en onderhuids dan duidelijk, wat het nog vervelender maakt. Ik besluit het over een sarcastische boeg te gooien, een ijle poging om nog wat te redden. Met een gespeeld sardonisch lachje – denkende dat dat, volgens normaal sociaal protocol, gepast en ietwat grappig zou kunnen zijn – zeg ik:
-Globaal gezien is het gros van seriemoordenaars van sterrenbeeld een waterman.
Ai… De astrologe steekt een sigaret op. Oeieioeieioéi! Verkeerd ingeschat… Haar oogbollen maken wat onnatuurlijke bewegingen in hun kassen. Het spreekwoordelijke gif druipt er vanaf. Wachtte ik te lang? Ligt het misschien minder voor de hand dan ik dacht dat ik geen seriemoordenaar ben? Of zou ze niet weten dat statistieken dat feitelijk zo weergeven? Geen idee. Ze verkiest het in ieder geval allerminst als gepast, laat staan als grappig, te ontvangen. En voor zover dat eerder nog niet het geval was, heb ik het nu voorgoed verkorven. Duidelijk, volgens de wijze waarmee ze haar onderarmen kruist. Althans, volgens wat ik ooit es ergens in een boek van Desmond Morris las.
Ik groet haar, en ook de anderen, een namasté-gebaar. Oprecht, maar net daarom druip ik het af. Syrrebeest werd toch al ongeduldig. Die is niet liever dan alleen wij twee: zij en ik, en al de rest van ons. In onze wereld, die andere mensen nooit bereiken om de simpele reden dat ze vanalles veronderstellen dat wij zijn noch kennen. Ik gun het die astrologe om te baden in haar innerlijke gloed van genot bij de voldoening van me weg te jagen, en haar dominantie in de groep als beslissende poortwachter over wie wel en niet toe mogen treden nog es te bevestigen, in geval iemand eraan zou twijfelen.
Vooral gun ik mezelf opnieuw de stille lege ruimte, die tenminste nog een kans heeft ingevuld te raken door wie mij apprecieert. Ik behoor sowieso niet echt tot kringen van welke aard ook, en dat was ik ook niet van plan. Ik ben hooguit een welkome en vertrouwde passant. Vaak lijk ik ook dat alleen maar tijdelijk voor andere mensen met mensenkenmerken en mensenwensen. Ik leef liever in vrede eenzaamloos alleen, dan eenzaam onder anderen omdat ik in staat ben naar hun believen aan te passen en te veranderen.
Nee, ik lieg, want als dat waar was zou ik het nooit proberen. Maar het lukt me niet, en ik leerde dat aanvaarden. Ik ontdekte zelfs voordelen ervan. Alwatis is wat het is, en inzake alles wat ik niet kan veranderen blijf ik er maar liever vrolijk in. Dat idiote sociale dansje… Het is er, en het wordt overal telkens weer opgevoerd. De energie die het vreet, het leven dat er – vaak volstrekt zinloos – in wordt gezogen voor alle betrokkenen, de verwarring die het veroorzaakt. Ik heb er telkens het raden naar, het blijft gok- en giswerk, en als er al een beloning volgt is ze meestal belabberd en amper ooit van échte waarde. Al goed dat ik niet meer op de arbeidsmarkt mag, of die dame was misschien een collega waarmee ik vrijwel alle dagen van alle komende weken, maanden, en jaren sociaal kansspelen moest. Met almaar minder kans op slagen, en ten koste van minstens mijn eigen welzijn, en ieders produktiviteit.
Syrre kijkt regelmatig es naar me om, om te checken of we nog in orde zijn. Wij doen niet aan competitie en kansspelen en al die menselijke zever, mijn beest en ik. Wij houden mekaar gewoon in orde zo goed we kunnen, altijd samen onderweg. Als we Dídean bereiken kan ze amper wachten met erin springen tot ik de deur goed en wel opentrek. Want daarin wacht de weelderige weldaad. Zeldzaam es ingeplugd aan walstroom, regendruppels rikketikken in het ritme van romantisch dromen, en ik nestel me in een heerlijk halogeen verwenmomentje bij 800W. Geen dagen op rij, want warmte creëert moeilijkheden met dat lijf van mij. Trigenimus geleidt dan voelbaar stroom vanuit mijn hersenen tot pijnlijke shocks in mijn kaak en in mijn tanden. Diep in mijn oor ontploft iets als voetzoekertjes die erin werden gepropt, al hoor ik wel nog. In ‘t ergste geval valt de helft van mijn gezicht lam, ziet één oog niks meer, tintelt mijn linkerarm als een slapende voet, en beeft de aanhorige hand als van een parkinsonpatiënt. Net als Syrrebeest haar hele lijf vaak doet.
Koude houdt mijn zenuwbanen rustig. Geen idee of een neuroloog dat zou beamen, maar het is wel zo in mijn ervaring. Maar wanneer het grijze van asfalten wegen zich tot hoog in de wolken heeft verheven, geniet ik nog steeds mijn halogene heerlijkheidje. Korter, maar ik pak het mezelf niet helemaal af, dat is niet nodig. Het Syrrebeest snurkt met de klank van pure ontspanning en genot. Helemaal zen, thuis in Dídean, onderweg op alle banen die de andere mensen met hun mensenwensen in hun kringen met elkaar verbinden. Simpelweg content, mijn beest en ik, en veel meer dan elkaar hebben wij niet nodig.