Brugge door de ogen van een vierjarige

Paasverlof 2011, een dagje op stap met Oma

Brief gericht aan mijn kleinzoon Sil na een treinuitstapje.

In 2011 tijdens het paasverlof – jij was toen net vier jaar geworden – trokken we voor het eerst naar Brugge met de trein. Je droeg een schattig zonnehoedje en had je rugzakje mee met onder andere een drankje en een koek. Je was heel fleurig gekleed, vooral in veel fel blauw, en het stond je beeldig!
Op het station in Torhout zat je verwonderd, met je arm over je rugzakje, te wachten als een grote meneer op de trein. Je had een klein beetje bange blik in je gezichtje, maar toch die verwondering en dat verlangende. Het was heel aangenaam. Op de trein, was het net of je dit gewoon was.. de grote treden op, een plaatsje zoeken en maar door het raam kijken naar alles wat je verwonderde blik passeerde. Echt fijn !

Op het grote stationsplein in Brugge stond je je ogen de kost te geven, als een net gestrande toerist uit één of ander ver werelddeel. Toen stapten we hand in hand de richting uit van het mooiste stukje van Brugge: Het Minnewaterpark. De laan ernaartoe. De lange vijvers. Jij alom verwonderd.

‘Waarom is het water hier zo vuil oma?’.  ‘Kunnen we dit niet kuisen?’

‘De mensen mogen geen blikken in het water gooien’. 

De milieuactivist was geboren en hij deed verdraaid goed zijn werk.
Ik probeerde al de vragen zo goed mogelijk te beantwoorden. ‘Ja, het water is vuil, omdat er vissen en zwemmen die doen daar kaka en pipi in’, zei ik. En je hebt gelijk: ‘de mensen moeten hun vuiligheid in de vuilbak gooien en niet langs de vijverrand’.
Toen zag je iemand slapen op een bank en opperde nogal luid: ‘Je moet in je bed slapen hé en niet  buiten op een bank’. Op alles probeerde ik zo goed mogelijk te antwoorden, al was dit niet altijd zo evident.

Toen viel je oog op de Poertoren naast de brug en vroeg of de deur open was en we daar konden in gaan. Ik zei, neen de deur is op slot.  “Wie heeft de sleutel, oma” vroeg je mij. En toen opeens ontdekte jij langs de andere kant nog een raam en ook dat bleek op slot. Probeer maar eens uiteen te doen aan een vierjarige, waarom die toren op slot is en wie de sleutel wel zou kunnen bewaren.  Ik zei: ‘misschien heeft de baas van Brugge wel die sleutel’. Kent een vierjarige al het bestaan van een burgemeester? Een technische dienst? Ik denk het niet.
Toen we wat verder waren gewandeld en we op een bank zaten, langs de andere kant van het water, trok de toren terug je aandacht.

‘Zou dit een toren zijn van de piraten oma’?  Ik vroeg: ‘Hoe ken jij piraten Sil?’ ‘Van mijn Playmobil”. Ik antwoordde, dat piraten normaal bij een boot horen, en op zee. Tja, toen zei jij: ‘het zal dan gewoon een toren zijn van de ridders’. Ik beaamde dat en was verdraaid verwonderd over je deskundige uitleg en conclusie.

Een eindje verder stond een groot grasplein in volle bloei met roze en paarse tulpen (toon-op-toon). Jij vond dit zo mooi en je kon haast je ogen de kost niet genoeg geven… zo prachtig vond je die bloemenbedden.

Je keek omhoog en zei: ‘maar oma, zulke mooie grote bomen’…. Hij had dit nog nooit gezien en ook ik vond ze inderdaad heel groot en mooi.
Wat leuk om je samen te verwonderen met je kleinkind. Brugge was opeens veel mooier dan alle vorige keren dat ik daar alleen, of niet met jou liep.

Jij viel van de ene in de andere verwondering. (zoals in het boek “De wereld van Sofie“)
Je was op een leeftijd waarin je het nodig vond om alles te tellen… de bomen… de bloemen… de paardjes….

We wandelden steeds verder het mooiste plekje van Brugge tegemoet: Het Minnewater en ook de straat waar de toeristen in paardenkoetsen reden.

Ik beloofde je om ons later, op een terrasje, aan een ijsje of een drankje tegoed te doen. Jij vond het moeilijk om te kiezen: een ijsje of een pannenkoek? Het werd uiteindelijk een ijsje.
Er passeerden gestadig toeristen in koetsen en je zei steeds welke kleur de wielen van de karren hadden.
Toen vroeg ik, Sil: heb je de paardjes geteld?

Je had je gezichtje moeten zien: ‘maar oma toch, ik heb wel de kleuren van de wielen genoemd hé’.

Bij de fontein had je graag je handjes gewassen. Op dit pleintje staat een paardenkop-fontein waaruit gestaag water loopt. Je wilde er je handjes wassen. Toen we op terras zaten zei je: “ik ga dan wel nog mijn handjes wassen hoor, want straks is het water op”. Hij had echt haast.

Hoe leg je een vierjarige uit dat er een pomp onderin een waterreservoir zit die hetzelfde water in een gesloten circuit naar omhoog pompt?

Logisch dat jij dacht: ‘Straks is het water op, en zijn mijn handjes niet gewassen!’

Na de ijscrème zijn we dan uiteindelijk richting Minnewaterpark geslenterd, over het bruggetje waaronder de bootjes met toeristen varen. Was dat een lol voor jou! Aan de ene kant verdween het bootje onder de brug en snel erna kwam het tevoorschijn aan de andere kant van het bruggetje. Jij vond dit zo leuk….

En ik, tja, nog nooit had ik Brugge zo in mij opgenomen als in het gezelschap van mijn vierjarige kleinzoon.  Zo mooi en intens! De hele trip heb ik vastgelegd met foto’s, waarmee ik onder andere een fotoboekje zal maken dat ik hem zal afgeven als hij straks 17 jaar wordt.

Neem eens een kleuter bij de hand en doe iets wat voor jou heel normaal lijkt,
het wordt gegarandeerd een totaal andere beleving.  Dit is echt een mooie herinnering.


Maaike Dobbelaere

Maaike Dobbelaere

Maaike blogde voor dit collectief tussen december 2023 en juni 2024 en is een autodidact die van vele markten thuis is. Ze heeft een ruime interesse in alles wat kunstzinnig en creatief kan benaderd worden. Van eigen recepten in elkaar flansen tot ruimtes inrichten, kledij verbouwen, enzovoort. Maar vraag haar niks over politiek of voetbal. En oh ja, er is een serieuze hoek af en ze houdt van omdenken.

U wilt reageren op deze blogpost? Dat kan op onze facebookpagina!

Vindt u wat u net las interessant? Overweeg dan om u in te schrijven op de nieuwsbrief van deze blog en ontvang een e-mail telkens iets nieuws verschijnt.