Stoomscheutstuifjes

Dit bericht is deel 27 van 43 in de reeks Donderdagse dialogen

De dag begon. Heel erg lang geleden kan dat niet geweest zijn. Vierentwintig uur is sowieso al peanuts in de ruimte, tijd is een bekrompen en besloten perspectief. Ik heb opnieuw iets teveel last van mijn fysieke bestaan. Pijnscheuten schieten scherp pulserend en venijnig plots en onverwacht, achter mijn oor, een tweetal cm onder mijn schedel door. Misschien hooivorkte ik wat teveel, op zoek naar de beste en de mooiste speldjes in de hooibergen om me heen… Het kan, maar ik vond ze toch wel elke keer. 

Stervende basilicum en andere plantjes kwamen terug tot leven. Een vijftal zelfs ter ere van andermans overleden familieleden, althans toch van de band die zij deelden. Ik vervoerde een dame in nood naar een arts, en vervolgens ook naar een ziekenhuis om röntgenfoto‘s te laten nemen van de betrokken lichaamsdelen. Pols kapot. 

Een ander vroeg, en kreeg, adviezen van me – uiteraard zonder garantie dat het de juiste zijn, maar het zijn wel overtuigd de mijne – en bijhorend gaf ik ook kookles. Anders dan gewoonlijk is bij kookles, was de prioritaire opzet om met zo weinig mogelijk inspanning zo gezond mogelijk, en toch relatief eetbaar en lekker, te koken. 

We stoomden ervan. Broccoli, wortelen, ajuinen, champignons, venkel,… whatever man! Één simpel recept: zwier alles zo onbewerkt mogelijk in een stoommandje in één grote pan boven wat water – zorg dat het deksel goed afsluit; vergeet de hele zooi en doe wat zinvolvoelend nuttigs tot de smartphonetimer rinkelt; schep in op een bord en smikkel het op. Best met een vet sausje – maar gebruik best eiwitrijke volvette roomkaas in plaats van mayonnaise. 

All is well zo. Afwas is er amper. Behalve bord en bestek, een stoommandje, een deksel, en een grote pan. Er kleeft niks aan, er is alleen wat geurig kleurig water dat je ook kan gebruiken als sausbasis of bouillon, zodat echt niks voedingsstoffen verloren gaan. Dat vermeld ik terzijde. Als het écht alleen maar makkelijk moet gaan drink je ‘t snel op, of zwier je ‘t buiten in het gras.

Aanbeelds contracten en overeenkomsten werden geoptimaliseerd waar nodig: aangepast, verplaatst, afgesloten, overgenomen. Ik verloor mezelf ei na in stress en wachtmuzak, en ook in occasionele tantrums ten gevolge, maar ik hield me staande met nog ietwat waarde. Omdat het niet voor mezelf was. Zelfs de rotste taakjes gaan altijd net wat makkelijker dan.

Voor mijzelf kwamen ook nog documenten ter invulling aan. Ik bekeek ze niet erg grondig, ik kreeg al hoofdpijn bij de boodschap dat ze mijn brievenbus hadden bereikt. Ik waag me er voorlopig nog niet aan. Ook was er een bericht dat geen invulling behoefde, en dat – althans toch in de omstandigheden – als goed nieuws kan gecatalogiseerd: mijn dossier voor behandeling van zware aandoening werd erkend. Bijgevolg moet ik die gelukkig niet zonder ondersteuning van mijn mutualiteit bekostigen.

Per één juli verplaats ik mijn adres terug naar referentie bij mijn zusje, en officieel nomadenbestaan, in het bevolkingsregister. Tenslotte proefverblijf ik nu toch al dik twee maanden terug fulltime in mijn allerliefste Dídean zonder onderbreking. Behalve dat ik er misschien iets vaker dan voorheen naartoe moet vluchten om te rusten, is het weer wonderwel wonen in mijn busje. 

De medicatie werkt nog steeds, al ziet het ernaar uit dat ik de dosis op zal moeten drijven. Niet erg leuk of handig, maar het moet dan maar zo… Mijn energiepeil – van nature uit al pathologisch verstoord – piekt in duracelldrive onder invloed van dat spul, en het is echt heel moeilijk te managen. Het uitputtingsdal nadien is ook dieper dan het diepste diep ooit voelde. Desondanks is het leefbaarder als de pijn uitblijft. Dídean is toch altijd heel dichtbij om direct te kunnen rusten, en overal simpelweg thuis te zijn, ongeacht de taakjes op mijn To Do lijstjes. Bovendien ben ik, zelfs in volle overdrive, gezegend met vrienden die mij – zoals ik ben – vlot liefdevol en zelfs uitermate dankbaar gedogen.

Leven in mijn busje is perfect haalbaar zo. Ik ben niet één keer nog in het appartementje moeten gaan verblijven afgelopen maanden. En gezien ik met zekerheid terug fulltime en zonder onderbreking in Dídean verblijf ben ik ook wettelijk verplicht om me opnieuw als nomade in te schrijven. Die administratie red ik wel. Ik sprak al met de gemeente. Ze kennen me nog, ze hebben het dossier nooit helemaal afgesloten. Ik woon in dezelfde motorhome als eerder, met dezelfde nummerplaat, en om dezelfde reden. Het betreft louter formaliteiten updaten. Mijn zusje wilde ook vlot opnieuw onderschrijven als referentiehouder, dus alles kan rustig weerkeren naar hoe het was. 

Naar hoe het was vóór ik zo ziek werd, dat zelfs de meest kritische buitenwereldbeschouwer niet langer aan mijn integriteit twijfelt daaromtrent. Neemt niet weg dat ik nog altijd helemaal mijn authentieke, duracell-energieke en stomende zelfje ben, zolang dat lijf en brein nog ietwat functioneren. „Ge kunt ervan zeggen wat ge wilt,” zei iemand (ter mijner verdediging jegens allerlei verdachts dat ik niet eens begrijp) „maar ze weet van aanpakken.”

Misschien is dat wel zo, denk ik, misschien ook niet. Ik weet niet precies wat het betekent om van aanpakken te weten, maar het is overduidelijk wel… ik. Zelfs halfdood, tot en met, ver voor, en ver voorbij de dood: ik stuif op alle golven van ’t Onverwoordelijks voort. 

Dat was altijd al, ik zou niet weten… 

What else is there, joh? Ik ben tevreden en gelukkig met mijn leven zo!

Voetnoot:

Sta me toe de medemensen, die mij afgelopen week van therapeutische en wederzijds interessante taakjes hebben voorzien om zodoende fondsen voor onze vzw te genereren héél erg te bedanken! Er staat nu al 210€ op mijn rekening voor Aanbeeld‘s OakTree-aandeel, en ik ben er helemaal ontroerd van. Dankzij onze samenwerking heb ik – als wie ik ben zoals ik ben, met al mijn talenten en al mijn gebreken – zinvol en nuttigs betekend, en me een echte deelnemer gevoeld van onze maatschappij. Nog 2290€ te gaan. We can do this! 

Al mijn liefs, en tot volgende week. Hoop ik. 😉


Beertje Bernie

Beertje Bernie

Beertje neemt lezers elke donderdag mee in Dídean, het busje waarin ze woont als nomade zolang dat nog kan. Deze woonvorm maakt het mogelijk voor haar om te leven ondanks het gewicht – en het licht – van pervasieve ontwikkelingsstoornissen, chronisch ptsd met dissociatieve kenmerken, en multiple sclerose. Klik hier voor duiding bij soms wat rare woordjes in dit blog. Meer over Beertje Bernie
Navigatie binnen de reeks<< OtfondswerfjeshaarHandzattoekdoek >>

U wilt reageren op deze blogpost? Dat kan op onze facebookpagina!

Vindt u wat u net las interessant? Overweeg dan om u in te schrijven op de nieuwsbrief van deze blog en ontvang een e-mail telkens iets nieuws verschijnt.