Hoeraaaaa ik word 70!!…

Als ik oud ben, zal ik…” Af en toe hoorden we Bompa, de grootvader van mijn man, een zin zo beginnen… Als we dan vroegen: “Wanneer zal dat dan zijn, Bompa?” antwoordde hij steevast: “Ja, ik heb eigenlijk al lang geleefd he…”. En dat was ook echt lang! Zó lang dat hij de tijden wat door elkaar haalde, en bijvoorbeeld vertelde over zijn eerste lief, en dan aan zijn kleinzoon vroeg: “jij hebt haar ook nog gekend he?”… Waarop hij erop liet volgen dat ze omgekomen was tijdens de eerste wereldoorlog… Hij was dan al over de 90 jaar…

En toen mijn toen 14-jarige zoon een kaartje stuurde voor de verjaardag van zijn grootmoeder, zijn “marraintje”,  en er had bijgeschreven “Hoera! Marraine is 70 jaar!”, was de dame in kwestie daar helemaal niet mee opgezet: “Ben jij dan blij dat ik al zo oud ben misschien?”  Waarmee ik wil zeggen dat leeftijd relatief is. Voor de een is 90 jaar blijkbaar nog lang niet oud, terwijl voor de ander 70 jaar toch wel oud is! Zonder dan nog die mensen te vernoemen die 30 jaar al oud noemen of echt bang zijn om oud te worden.

Ik wordt binnen een tweetal weken ook 70 jaar, en ben daar eigenlijk wat over verwonderd… Ik zie er niet tegen op hoor, helemaal niet! Ik verjaar graag, tenminste: als ik kaartjes krijg, want dat is toch veel leuker dan een berichtje op je telefoon of computer? Die kaartjes zet je op de kast, of, als je voor één of andere gelegenheid véél kaartjes krijgt, dan kan je die aan een slinger door de kamer vastmaken! Daarbij: de nacht tussen 69 en 70 jaar maken mij niet …hokus, pokus, pas… OUD! Dat zou te gek zijn. Het klinkt inderdaad oud, als je dat hoort. En ik durf ook al eens te schrikken als ik in de spiegel kijk en daar al die rimpels zie, waarvan ik elke keer weer vergeten was dat die er waren… Hoewel ik kraak en piep aan alle kanten, hulp nodig heb om mijn sokken aan te trekken (ik denk omdat mijn armen op één of andere manier zijn gekrompen zodat ik met mijn handen niet meer tot bij mijn voeten kan of, wat mijn dokter als reden geeft: mijn knieën door de artrose die stilaan al mijn gewrichten overneemt, niet meer genoeg kunnen plooien), het in mijn keuken soms lijkt alsof de Paashaas is geweest, maar dan met snippers groenten die ik liet vallen en niet kan oprapen omdat mijn vingers niet meer sluiten, voel ik me helemaal niet oud! Ik BEN gewoon nog niet oud!

Als ik iemand uit mijn jeugd tegenkom, of een foto zie van een leeftijdsgenoot, zie ik wel een oude vrouw of oude man voor me, maar zo zie ik mezelf helemaal niet! Net als, toen ik een dikke 25 jaar geleden eens in het journaal hoorde dat er een lichaam was gevonden van een “vrouw van middelbare leeftijd”, die later net zo oud als ik bleek te zijn! Euh, MIDDELBARE LEEFTIJD????? Hoe komen ze erop?

Mijn grootmoeder, die was oud, ik herinner me haar enkel als een oude grootmoeder, zo’n oma als in de kinderboekjes, iemand met in huis altijd een schort draagt, maar in tegenstelling tot de boekjes of tekenfilms geen mutsje op haar permanent draagt (“niet te veel uitkammen he, de krulletjes moeten erin blijven!”  zei ze elke keer toen mijn ma haar een nieuwe permanent zette. En als het koud was of als het erg waaide deed ze wel een “foulardje aan” (een sjaal op haar hoofd). Het was zo iemand die de deur niet uitging om een boodschap te doen bij de apotheker naast de deur, zonder haar “nieuwe sluffertjes” (sloffen) en “een propere schort “ aan te doen. Iemand die elk jaar tegen Nieuwjaar een fles “Goldwasser” en een fles “Triple Sec” kocht. Zij was oud! Ikke niet!

Mijn (toen nog kleine) jongens dachten bij iemand die “oud” was, niet direct aan een schort, een permanent of een “foulardje”, voor hen was oud worden “zeuren”, “zagen”, of hoe je het ook noemt. Toen we zoals heel vaak op zondag eens bij “Bompa”(zie boven) op bezoek waren, en ik hen aanmaande wat stiller te spelen, “want Bompa is al oud he”, lachten ze! “Bompa is toch niet oud! Parrain is oud maar Bompa toch niet!” Hun logica was duidelijk: als ze eens wat veel lawaai maakten, zei Bompa: “Maar laat ze toch spelen: ik vind dat net zo leuk!” Terwijl de 30 jaar jongere Parrain nogal snel geïrriteerd was als het er wat te luid aan toe ging!

Neen, ik zie er helemaal niet tegen op te verjaren, in tegendeel: soms heb ik echt zin om dan een kroontje te maken voor op mijn hoofd, zoals ik droeg toen ik echt nog (heel) JONG was!

Foto van Sukh Winder


Juf Else

Juf Else

Else Huisseune is geboren en getogen in Oostende, als dochter van een politieagent en de conciërge van de Hendrik Conscienceschool. Na haar studie als kleuteronderwijzer, zoals dat toen heette, aan de Rijksnormaalschool te Brugge, werkte ze 5 jaar als opvoedster in een tehuis voor gerechtskinderen en deed ze een aantal jaar interims in diverse scholen langsheen de kust. Tot ze weer stond waar ze ooit de kleuterjufmicrobe opdeed: de Conscienceschool in Oostende, waar ze werkte tot haar pensioen. De laatste 2 jaar als directeur, maar overwegend, en met héél veel liefde: als juf van de “kabouterklas”, bij de 2.5 jarigen. Daar werd ze “Juf Else” genoemd, door de ouders, grootouders en de generaties peutertjes die ze leerde “graag naar school komen”, want dat vond ze het allerbelangrijkste van haar job! Iedereen in de wijk kende juf Else, en ze was, en is nog steeds fier als men haar met die eretitel aanspreekt! Ze trouwde en kreeg twee fantastische zonen, een schoondochter uit de duizend en, in de loop der jaren, een hele rij “kleinkinderen” met een snor en een staart. Een “zittend gat” had ze niet echt want ze vulde haar schaarse vrije uurtjes graag met allerlei vrijwilligerswerk. Nu echter geniet ze van het reizen, rijsttafels klaarmaken voor familie en vrienden, en tijd doorbrengen met haar kinderen. Meer over Juf Else

U wilt reageren op deze blogpost? Dat kan op onze facebookpagina!

Vindt u wat u net las interessant? Overweeg dan om u in te schrijven op de nieuwsbrief van deze blog en ontvang een e-mail telkens iets nieuws verschijnt.