Twaalf jaar terug, toen ik met pensioen ging, werd ik zaakvoerster op een camping in de Ardennen. Het eerste jaar trokken we, net als toen ik nog in het onderwijs stond, op 1 juli naar onze chalet op de camping, maar vanaf het volgende jaar gingen we al in maart om daar op ons gemak het nieuwe seizoen voor te bereiden. Samen met mijn man en Pitou, onze kat, bleven we daar tot begin september, reden we dan met heel ons hebben en houden naar huis, in Oostende, om een goeie week later voor 6 weken met ons drietjes naar de Provence te vertrekken. Na een zestal jaar gingen we, in de plaats van naar Frankrijk (met de auto), met het vliegtuig naar Portugal. Behalve tijdens de eerste coronacrisis, toen reizen verboden was. Toen bleven we noodgedwongen thuis. We gingen, en gaan dan op vakantie, maar net zo goed zou je kunnen zeggen dat we dan de zomer wat gaan verlengen… Wat natuurlijk heel erg aangenaam is, maar als je dan halfweg oktober weer naar huis vliegt, lijkt het vaak alsof je een seizoen hebt overgeslagen, of toch tenminste: de overgang naar het volgende seizoen hebt overgeslagen. De allereerste keer dat we van de Provence terugreden bijvoorbeeld, waren we daar vertrokken in short en mouwloos T-shirt, wat toch wat rare blikken opleverden toen we in het Groot Hertogdom uitstapten om te tanken en iets te eten. Het was daar amper 8 graden en wat wij in Oostende noemen “vliegende storm”!
Nu de camping in andere handen is over gegaan, gaan we ook tijdens de herfstvakantie niet meer naar de Ardennen, dus “missen” we ook de bossen in hun mooiste herfsttooi. Nog zo’n overgang… Natuurlijk hebben we in de weken die we nu al thuis zijn ook veel mooie dagen gehad, en eerlijk gezegd: al die regen die met bakken op andere delen van ons landje werd “uitgegoten”, zijn hier niet gevallen! Jawel: af en toe een kleine of grotere bui, maar toch: zoveel regen zagen we hier niet…
Neen, we hadden net als vorig jaar het geluk om op ons gemakbijna elke dag anderhalf uurtje in de tuin te kunnen werken (tja: zelfs in dat anderhalf uurtje moest er af en toe een paar minuten gepauzeerd worden: allebei wat “op de sukkel”, de een met pijnlijk vervormde en gezwollen gewrichten, de ander met geknelde zenuwen in de rug… langere tijd na elkaar in de tuin bezig is er niet meer bij… Maar: we kunnen het nog doen!). Op die manier is het gras voor een laatste maal gemaaid, het groen van de tomaten, de komkommers e.d. gerooid, zijn de oude aardbeienplantjes verwijderd en de jonge uitlopers ervan uitgeplant, de kruiden gedroogd en ingevroren enz. De tuintafel en stoelen staan er nog: wie weet komen er nog een paar mooie dagen, of “héél” mooie dagen, zoals vorige week, toen het echt volle zomer leek!
Binnen in huis hou ik ervan om de woonkamer aan te kleden volgens de seizoenen. Voor ons vertrek naar Portugal heb ik alle zomerdecoratie al in de daarvoor voorziene dozen gestopt en opgeborgen op de zolder, en nu is de living in “herfstkleren” getooid… De grote poster van het zomerse haventje van het Portugese schiereilandje Baleal aan de muur is vervangen door een poster van een herfstbos, op de kasten liggen de herfstbladeren en een aantal prachtige eetbare, maar ook een paar sierpompoenen en ook de tafel is getooid met een tafellaken in herfstkleuren en een vaas met een schitterend herfstboeket. Nu het toch echt kouder lijkt te worden, geeft die aankleding wat warmte, wat gezelligheid in huis. Wat je bij mij echter niet vindt, dat zijn de nu alom tegenwoordige heksen, spoken, geraamten, spinnen en spinnenwebben, zelfs geen “uitgesneden” pompoenen! Dat is me te Amerikaans….
Het mag dan kouder worden en natter zijn dan in het Zuiden en hier tijdens de voorbije maanden, toch hou ik ervan, van de herfst! Het is het seizoen om te “cocoonen”, om het gezellig te maken. Plots krijg ik ook weer zin in van die ouderwetse gezelligheidsgerechten, “comfortfood” heet dat nu… Gisteren stamppot met rauwe andijvie en “spieringen”, morgen zuurkool met worsten en spekjes, misschien later in de week een wildstoofpot… Ook dat hoort bij de herfst. Net als oliebollen gaan eten op de “grote fore” (de kermis in het centrum van Oostende), en een wandeling maken in het “Bosje”, dat geen bos, maar een park is, en dan koffie gaan drinken met een pannenkoek erbij…