Koptoptelefoton

Dit bericht is deel 45 van 46 in de reeks Donderdagse dialogen

De opstart van het immunosuppressivum is gestart en verloopt zoals verwacht. Heel wat onverwachter blijk ik niet alleen in het gebeuren. Om te beginnen werd ik helemaal welkom geheten op een klein stukje privégrond. Ik sta hier niet in de weg voor de bewoners om verder te leven zoals ze altijd al deden. Rijden hoef ik dus niet. Gelukkig maar, want ik voel me toch wat wankel op mijn benen.

Behalve dat welkom, is er sinds zaterdag plots een nieuwe stem in mijn leven. Ik zou nochtans andere mensen ontwijken en eerder onbekende mensen in mijn energieveld vermijden, maar Tom bleek op een trein te zitten die niet tijdig aan zou komen om het auticafé tijdig te kunnen openen.

Dat deed ik dan maar. 

Vervolgens belandde ik al snel in een gezellige drukte vol met vertrouwde- maar ook nieuwe gezichten en stemmen, en tot mijn grote verbazing vond ik dat nog best aangenaam. Eén van die stemmen bleek zó aangenaam dat ie de dag nadien in mijn telefoon kwam hangen. Urenlang. Nog een dag later deed ie dat ook. En nu kan ik het niet helpen van vertrouwend te verwachten (en te verlangen) dat hij ook vanavond mijn hoofdtelefoon zal vullen met het soort aandacht dat ik dacht nooit meer te zullen ontvangen.  

Hoe het zo komt, ik heb geen idee in feite. Maar het ís. Alwatis is wat het is, en ik ben er weeral dankbaar om. Hij klinkt warm, teder, lief, stabiel, betrouwbaar, openhartig, pragmatisch, vastberaden, zelfbewust, en vooral eh… Hij klinkt vertrouwend en veilig. Na alles wat ik meemaakte kan ik niet eens woorden vinden om duidelijk te maken hoe dankbaar die klank voor me voelt. 

Mijn slipje zou het kunnen duiden, maar dat houd ik liever voor mezelf. Want ondanks al dat nuchtere aardse, klinkt hij meesterlijk opwindend en betoverend tegelijkertijd. Terwijl hij het over allerlei projecten heeft, die zelfs in de verste verte niks erotiserends bevatten. Ik snap er niks van, maar ik word er wild van. En ik laat het gebeuren.

Ik heb niks te verliezen en ik voel een verwonderlijk vertrouwen dat me spontaan voorbij mijn grenzen leidt. En ja, dat bedreigt. Maar in elke seconde waarin angst opduikt ten gevolge van mijn eigen onbeholpenheid blijkt zijn, al even spontane, reactie die meteen grensvervagend weg te sussen.

Volgens mij zouden we nu al hebben zitten kussen als omstandigheden anders waren. Ik weet dat niet, ik voel het wel. De toevallige fysieke afstand in een ontluikend louter telefoonverband is wel welkom in zo’n begin. Scherven van een gebroken hart als ‘t mijne verschroeien en verbranden door passioneel ongeduld tot ze volstrekt onbruikbaar achterblijven. En ik ben extreem wat meer verlegen en onzeker dan ik lijk. 

En toch eh!

Ik hoop dat die voelbare dringendheid om dat ons te willen ontdekken en ontmoeten wederzijds is. Ik voel me anders zo‘n hulpeloze oen. En dat zou ik al helemaal zijn vanaf een eventuele zoen, als die voelt zoals die stem vermoeden doet…

Die medicatie-opstart en alle mogelijke bijwerkingen blijken opportuun om dat bootje nog wat af te houden. Het brengt die mens maar weinig van de wijs, zo blijkt. Wat zijn twee weken in een mensenleven, besluit hij, en hij nestelt zich gezellig bij me. Misschien zelf al even onbeholpen, zit ie helemaal thuisgekomen onder de noisecancelmode van mijne Valco bij me. Wij alleen met ons tweetjes zonder anderen temidden van de rest. 

Best fijn dat Onverwoordelijks plots iemand stuurt die mijn hart weet te beroeren. Ik moet hier blijkbaar nog een tijdje zijn met wie weet wat voor spiritueel werk nog voor de boeg. Mijn hartslag haalt immers rond de zestig beats per minuut, maar mijn bloeddruk bereikt soms amper tien over zes. Ik wil liever niet te weten komen wat mijn hart en bloed nu zonder die mens zijn impact doet. 

Zou ie ook vanavond bellen?

Ik hoop van wel. 

In afwachting probeer ik wat te studeren over gluonen, fotonen, en vectorbosonen, maar ik raak te afgeleid door mijn eigen feromonen als waren het gravitonen. Zo is het echt onmogelijk om te proberen vatten wat fermionen precies zijn. 

Onverwoordelijks en quantummechanica, liefde en leven,… Allemaal één pot nat waar ik niks van snap, maar ik word zo heerlijk wild ervan en ik laat het dankbaar gebeuren in mijn ervaring als het gebeuren kan.


Beertje Bernie

Beertje Bernie

Beertje neemt lezers elke donderdag mee in Dídean, het busje waarin ze woont als nomade zolang dat nog kan. Deze woonvorm maakt het mogelijk voor haar om te leven ondanks het gewicht – en het licht – van pervasieve ontwikkelingsstoornissen, chronisch ptsd met dissociatieve kenmerken, en multiple sclerose. Klik hier voor duiding bij soms wat rare woordjes in dit blog. Meer over Beertje Bernie
Navigatie binnen de reeks<< OzaposamodiaKipvioolpenvel >>

U wilt reageren op deze blogpost? Dat kan op onze facebookpagina!

Vindt u wat u net las interessant? Overweeg dan om u in te schrijven op de nieuwsbrief van deze blog en ontvang een e-mail telkens iets nieuws verschijnt.