De kat die jaloers is…

Dit bericht is deel 8 van 9 in de reeks Pitou, de kat die er niet meer had mogen zijn

Onze 15 jaar oude Pitou is heel graag op reis (in een vorige blog las u al dat ze niet graag op reis gaat, maar wel graag op reis is… vandaar het gebruik van ‘is’) , maar ook thuis amuseert ze zich wel. Haar huis is groot, en door de kattenluikjes tussen de woonkamer en de gang, en tussen de keuken en de tuin, kan ze overal in huis komen.

Hoewel het toch al een “dame op leeftijd is”, merk je daar helemaal niets van, zeker niet als ze wat wild, wat uitgelaten is. Dan vliegt ze in de tuin in en uit de boom (er staan naast bloemen en fruitplanten ook redelijk wat struiken en één boom, die regelmatig wordt gesnoeid om ontsnapping van Pitou te voorkomen…), op en weer van de tuintafel, klikklak naar de keuken, klikklak naar de gang waar ze tikketikketikketik de trap op rent tot in de zolderkamer, en weer tikketikketikketik naar beneden, klikklak naar de living, door de keuken en klikklak terug naar de tuin, waarna ze dezelfde weg opnieuw afrent, tot slot gaat ze de rest van haar energie gebruiken om de met sisalkoorden afgewerkte palen van haar krabpaal met haar scherpe klauwtjes “aan te vallen”… Dan zijn haar batterijtjes leeg, en zoekt ze een plaatsje in de nabijheid van mama of papa om een dutje te doen.

Soms is er boven ergens een deur dicht, en daar houdt ze niet van! Nieuwsgierig als ze is, is een afgesloten kamer iets waar ze binnen MOET! Stel je voor dat daar iets ligt waar zij niets van af weet! Dus gaat ze voor die deur staan miauwen… Maar een dichte slaapkamerdeur wil helemaal niet zeggen dat daar ook iemand binnen is, toch? Dan gaat onze pluizenbol “haar slaafje” roepen,  beginnend met een zacht en bevallige “Mrauw!” tot, na een tijdje een heel luid, van diep in haar buik komend, gebiedend “Maaaaaaaauw!”. Papa, haar slaafje zeg maar, kan immers geen “neen!” zeggen, dat kan hij echt niet. Dus, als papa het bevel hoort, snelt hij, rugpijn of geen rugpijn, de trap op om de deur te openen… Vaak is dat genoeg voor “de kleine meesteres”, om zich om te keren, en parmantig de trap weer af te lopen, gevolgd door haar trouwe dienaar genaamd “Papa”! Hij kan haar echt niets weigeren, zo graag ziet hij haar… Mama noemt dat anders: “hij verwent haar”, tout court! Pitoutje is het ook gewoon, dat papa doet wat zij eist. Doet hij dat niet, tja, dan is de pluizenbol boos op hem, en toont dat ook heel duidelijk! Als papa in de tuin een sigaretje gaat roken, vraagt hij altijd “Pitou, ga je mee?” Wat ze dan ook meestal doet. Een paar maanden terug kwam Pitou papa halen. Dan gaat ze voor hem zitten, roept zachtjes, en van zodra hij rechtstaat loopt ze in de richting waar ze hem wil hebben. Die keer liep ze naar de deur naar de tuin. Papa zei “neen, meisje, ik ga niet mee naar buiten, in ben met iets bezig” en ging weer zitten. Opnieuw kwam ze voor hem zitten en miauwde ze zachtjes, en weer zei papa: “neen, meisje, ik ga niet mee naar buiten, in ben met iets bezig”. Pitou keek hem aan, draaide zich om en ging zitten. De rug naar papa toegekeerd en onbeweeglijk! Wie poezen heeft, weet dat, als de kat niet slaapt, de oortjes en de staart altijd in beweging komen als je tegen het diertje praat. Maar toen leek Pitou wel een standbeeld: wat hij ook tegen haar zei, niets bewoog! Meer dan een half uur bleef ze daar zitten, stokstijf, alsof ze duidelijk wou zeggen: “ik ga altijd mee als jij me roept, en nu, voor één keer roep ik jou om mee een luchtje te gaan scheppen, en je wilt niet mee! IK BEN JOUW VRIENDINNETJE NIET MEER!” Eigenlijk was het hilarisch, maar dat hebben we haar natuurlijk nooit gezegd, stel je voor!

Bij mama lukken zo’n dingen niet, hoewel ook zij poezemie verschrikkelijk graag ziet. Maar mama laat zich niet zo snel manipuleren… mama is ook veel consequenter, dat is altijd zo geweest. Dat moest ook wel: ze is jaren kleuterjuf geweest, en met een klas vol peuters (want eigenlijk stond ze in een peuterklas) moet je ook consequent zijn, dan moet je soms “NEEN” kunnen zeggen of eens boos kunnen kijken, zelfs al heb je soms moeite om niet te lachen… Ook met haar beide jongens was het mama die ervoor zorgde dat sommige dingen die moesten, ook zo gebeurden, en dat wat echt niet mocht, ook niet gebeurde, want papa, neen, die kon dat niet…

Mama laat zich enkel “halen” door Pitou, als ze ’s middags klaar is met eten, en een kop thee gezet heeft. Dan gaat ze met Pitoutje mee als die op mama’s schootje wil gaan liggen terwijl mama wat in de zetel zit. Dat mama dat zo van plan is, dàt weet het kleine oude dametje niet. Nee, zij denkt dat ze die ene keer op een dag, mama kan laten doen wat zij, het kleine zwart-witte poesje, wil! Dan loopt de kleine prinses (of neen: op haar dekentje dat ze cadeau kreeg bij haar korreltjes, staat er “queen”, en niet “prinses”!) parmantig voor mama uit, tot aan de zetel. Mama gaat zitten, Pitou springt naast haar en wacht tot mama de zetel in relaxstand heeft gezet en ze met haar benen bijna horizontaal zit. Als mama dan het roze fleecedekentje met ‘queen’ erop, over haar knieën heeft gelegd, komt de kleine deugniet een paar rondjes draaien op mama’s schoot, tot ze een goed plekje heeft gevonden om, in een bolletje, te gaan slapen!

Als mama daar ’s avonds naast papa gaat zitten om een boek te lezen of wat TV te kijken, dan komt Pitou ook op haar schoot liggen, maar zelden in de zomer, want dan is het buiten veel interessanter! Pitou lijkt te denken dat mama en papa heel jaloers zijn op elkaar, zoals zij ook heel erg jaloers is. Jaloers? Een kat? Nu ga je wel wat ver hoor mama… En toch… Als mama en papa elkaar eens vastpakken, komt Pitou zich er meteen tussen wringen terwijl ze klagend miauwt! Dan lijkt ze op de oudste zoon van mama en papa toen die klein was: hij deed net hetzelfde, alleen zei hij niet “miauw!”, maar: “ik zien LALOES!” (ik ben jaloers…) Maar waarom zou zij denken dat mama en papa jaloers zijn? Heel simpel: na de middag en ’s avonds ligt ze op mama’s schoot. Dat is ‘algemeen aanvaard’… Maar op woensdagavond gaat papa naar de schuttersclub, en waarschijnlijk wordt zij dan verondersteld om te treuren of zo, want van zodra ze papa hoort thuiskomen, zelfs al lijkt ze in een diepe slaap, springt ze van het schootje en gaat op het tapijt liggen. Maar als mama ’s avonds naar bed gaat terwijl de ’nachtmens’ papa blijft zitten, ligt ze binnen de minuut op papa’s schoot. Gebeurt het eens dat mama beneden iets vergat en terug naar beneden komt, dan ligt Pitou binnen de 5 seconden op het tapijt… Heel raar is dat, toch?

Zoals gezegd zit Pitoutje op zomerse avonden graag in de tuin. Ze gaat dan op jacht naar insecten of liever nog: ze gaat op mottenvangst! Toen ze nog een kitten was bracht ze op een keer een vleugellam motje mee naar binnen, en legde het voor papa’s voeten als een geschenkje. Het arme beestje was niet dood en fladderde wat onhandig heen en weer. Papa wilde het uit zijn lijden verlossen en greep de vliegenmepper die altijd binnen zijn handbereik ligt en ‘danste rond’ bij zijn poging het beestje te doden. Pitou dacht waarschijnlijk: “Kijk eens hoe blij papa aan het spelen is!” en ging vlug een nieuwe mot voor hem vangen! Tientallen van die geschenkjes heeft hij toen gekregen…

Achteraan de tuin is er één muur die vol klimop hangt. Een ideaal plekje voor de vogels om er hun nest in te maken en er hun jongen groot te brengen. De voornaamste bewoners zijn Mr. en Mw. Merel, die daar al sinds jaar en dag hun kroost groot brengen. Dat weet Pitou! Van zodra ze de diverse vogels aan en af ziet vliegen met grasstengels, takjes en dergelijke (want het zijn niet enkel merels die weten dat ze in onze tuin niet enkel nestmateriaal kunnen vinden, maar ook insecten, wormen, noorderkrieken, aardbeien en kruisbessen) houdt ze de klimop-muur heel goed in het oog, en als het gepiep van jonge vogeltje haar oortjes binnendringt is ze meestal daar, helemaal achteraan te vinden. Mama en papa weten dat ook vogeltjes vangen in de natuur van poezen is gegoten, maar ze zien die jonkies veel te graag fladderen, proberen wormen te pikken… uit de tegels waarop ze veel beter op kunnen blijven staan dan in de niet-zo-egale aarde, enz. Dus houden ze Pitou goed in de gaten, net als de volwassen vogels dat doen trouwens. Op een keer, in de zomer van 2023, zag onze pluizenbol een aantal mereljongen tussen de bloemen naar wormen zoeken… Mama vogel noch papa vogel waren ergens te zien, dat was een unieke kans om zo’n lekker hapje te vangen! Mama van Pitou stond klaar om in te grijpen indien dat nodig zou zijn, maar plots…. Kwam moeder merel in duikvlucht ‘uit de lucht vallen’, richting Pitou. Daarbij maakte ze een hels lawaai waar onze snode poes van schrok. Zo snel als ze kon, rende ze richting keukendeur… Maar: vliegen ging nog sneller dan lopen blijkbaar, en plots klemde mama merel zich met haar vlijmscherpe klauwtjes vast aan Pitou’s rug en pikte ze pikkepikkepikkepik in de rug van onze stoute poes! Ik dacht “oei! Mama merel zal tegen de deur worden geklapt!” maar neen: net op tijd loste ze en vloog ze naar haar kindjes… Pitou hield ook geen halt aan de keukendeur, maar rende vlugger dan ze ooit rende, klikklak naar de keuken, klikklak naar de gang waar ze tikketikketikketik de trap op rende tot in de zolderkamer. Daar verstopte ze zich en kwam pas uren later weer tevoorschijn… Moet het gezegd dat het merel-ouderpaar Pitou voortaan altijd in de gaten hield? En dat Pitou tot op vandaag als ze jonge vogels ziet, eerst heel de omgeving grondig controleert voor ze één enkel pootje in de tuin zet?


Juf Else

Juf Else

Else Huisseune is geboren en getogen in Oostende, als dochter van een politieagent en de conciërge van de Hendrik Conscienceschool. Na haar studie als kleuteronderwijzer, zoals dat toen heette, aan de Rijksnormaalschool te Brugge, werkte ze 5 jaar als opvoedster in een tehuis voor gerechtskinderen en deed ze een aantal jaar interims in diverse scholen langsheen de kust. Tot ze weer stond waar ze ooit de kleuterjufmicrobe opdeed: de Conscienceschool in Oostende, waar ze werkte tot haar pensioen. De laatste 2 jaar als directeur, maar overwegend, en met héél veel liefde: als juf van de “kabouterklas”, bij de 2.5 jarigen. Daar werd ze “Juf Else” genoemd, door de ouders, grootouders en de generaties peutertjes die ze leerde “graag naar school komen”, want dat vond ze het allerbelangrijkste van haar job! Iedereen in de wijk kende juf Else, en ze was, en is nog steeds fier als men haar met die eretitel aanspreekt! Ze trouwde en kreeg twee fantastische zonen, een schoondochter uit de duizend en, in de loop der jaren, een hele rij “kleinkinderen” met een snor en een staart. Een “zittend gat” had ze niet echt want ze vulde haar schaarse vrije uurtjes graag met allerlei vrijwilligerswerk. Nu echter geniet ze van het reizen, rijsttafels klaarmaken voor familie en vrienden, en tijd doorbrengen met haar kinderen. Meer over Juf Else
Navigatie binnen de reeks<< De kat die thuis kwam…   De kat die van je houdt…of niet van je houdt… >>

U wilt reageren op deze blogpost? Dat kan op onze facebookpagina!

Vindt u wat u net las interessant? Overweeg dan om u in te schrijven op de nieuwsbrief van deze blog en ontvang een e-mail telkens iets nieuws verschijnt.