Tante houdt enorm veel van de vogels op haar terras en in haar tuin. Het is de natuur dat er ook dieren zijn die op vogeltjes jagen, katten bijvoorbeeld. Daarom houdt tante niet van katten! Helemaal niet! Behalve van één poes, een poes met een glanzende zwarte rug, zwarte kop en dikke zwarte staart, en een wit, zijdezacht buikje, keeltje en pootjes én een mooi wit snoetje met als kers op de taart een zwart vlekje, als een sikje op haar kin… juist: van Pitou! Anderzijds houdt Pitouniet van de meeste mensen, behalve van mama en papa natuurlijk, én van één dame. Juist: ze is gek op tante! Ze houden al lang van elkaar, maar toen tante een aantal maanden bij ons introk, werd die liefde steeds groter! De zeldzame keren dat mama en papa niet thuis slapen komt tante oppassen, want we kunnen dat lieve poezenmeisje toch niet alleen thuis laten? Zelfs niet voor één nacht! Vooral niet sinds we via de camera in de woonkamer zagen dat elke keer dat mama en papa ’s avonds na donker nog niet thuis zijn, Pitou op de tafel gaat zitten staren naar de deur, tot ze thuis komen! Stel je voor! Dan zou ze daar de hele nacht zitten, denkend dat ze haar hadden achtergelaten… Wat er natuurlijk ook bijdraagt tot die grote liefde tussen tante en onze poezemie, is dat tante en Pitou een beetje dezelfde smaak hebben: ze houden allebei van verse, zelf-gepelde Oostendse garnalen… Elke keer Tante op bezoek komt, gaat ze dan ook langs de vismijn om verse garnalen, waarvan ze dan een handvol pelt voor haar kleine schat! Dat doet ze al jaren… Misschien, beste lezer, weet u het niet, maar om wat voor reden ook, worden er in de Noordzee veel minder garnalen gevangen, in een bepaalde periode waren er zelfs zo goed als geen Oostendse garnalen te krijgen in de winkels… Mama en papa stellen zich dan tevreden met Hollandse garnalen, of zelfs met een doosje voorverpakte garnalen uit het warenhuis… Natuurlijk komt dat bij tante niet in huis, en wat zij niet eet, moet Pitou ook niet eten!
Op een dag gaat de bel. Roef! Pitou rent naar boven, want wie weet wie er zo maar haar huis binnen wil komen! “Pitoutje, ’t is tante, kom!” waarna Pitou “tikketikketikketik” de trap komt afgerend en tante begroet met likjes en “kopjes”, en tante de kleine pluizenbol begroet met aaitjes. Tot tante EEN ZAKJE ORDINAIRE KATTENSNOEP UIT HAAR TAS HAALT! “Pitoutje, het spijt me, maar ik heb geen garnalen mee: ze waren echt onbetaalbaar in de vismijn! Maar ik heb lekkere snoepjes mee in de plaats. Dat is ook goed he, voor één keer?” Je ziet haar denken… “OK, het is goed voor één keer, maar de volgende keer breng je weer garnaaltjes mee, ok?”
Een paar weken later zijn er helemaal geen Oostendse garnalen te verkrijgen, dus gaat tante in een dierenspeciaalzaak iets vragen wat katten heel erg lekker vinden. Thuis bij Pitou herhaalt het scenario van de vorige keer zich: weer gaat de bel. “Pitoutje, ’t is tante, kom!” waarna Pitou “tikketikketikketik” de trap af komt gerend en tante begroet met likjes en “kopjes”, en tante de kleine pluizenbol begroet met aaitjes. Tot tante iets onbekends uit haar tas haalt. Pitou kijkt er naar, ruikt er aan, draait zich om, en gaat een plaatsje zoeken om haar verdriet om dat verraad te verwerken! Tante mag wel 100 keer vertellen dat ze in de vismijn geen garnalen hadden, niets kan Pitou weer blij maken…
“OK”, denkt tante, “Pitou is een Bourgondiër, dus koop ik iets wat IKZELF heel lekker vind, en neem dat mee voor haar!”. Dus krijgt de kleine lekkerbek bij het volgende bezoek van tante ‘gebrande tonijn’ voorgeschoteld, een dure delicatesse. Maar, arme arme tante: het magdan een delicatesse zijn en wat kosten: het zijn geen garnaaltjes, en Pitou trekt er, heel erg teleurgesteld in haar tante, haar neusje voor op!
Sindsdien komt tante enkel langs als er garnalen te krijgen zijn in de vismijn. En Pitoutje moet zich niet meer dwingen “hard” te zijn om haar liefste tantetje duidelijk te maken dat niets zo lekker is als vers-gepelde Oostendse garnalen!
Nu ze merkte dat haar hautaine houding werkte bij tante, probeert ze dat ook bij mama en papa: toen ze een paar dagen geleden garnalen uit het warenhuis kreeg, trok ze haar neusje op en draaide ze zich om… Maar mama kennende, wist ze dat ze toch beter eieren, of in dit geval voorverpakte garnalen voor haar geld kon kiezen!
Ach ja, onze poezemie kan heel duidelijk maken waar ze van houdt… Eigenlijk maakt ze ook duidelijk van wie ze houdt! Dat is niet moeilijk: mama, papa en tantetje liggen ‘in de bovenste schuif’, zoals we dat zeggen! En dan heb je, in meer of mindere mate de ‘neutrale’ mensen, zoals Broer, Nichtje, de Poetsgodin… Een beetje een speciaal geval is Grote Broer die in Portugal woont, en die ze niet veel ziet. Grote Broer is vorig jaar november 10 dagen bij ons thuis op vakantie geweest. Het was op dat ogenblik heel erg koud, het waren de koudste dagen van de hele winter, én: Grote Broer heeft een tracheotomie gehad en ademt door een buisje dat in zijn keel zit. Bij het ademhalen wordt die koude lucht bij hem dus niet verwarmd door de passage langs de neus, maar gaat de koude lucht door de buis rechtstreeks naar de longen. Grote Broer kon dus niet veel naar buiten. De eerste dagen vond onze Pitoudat Grote Broer onder de categorie ‘neutrale mensen’ viel, dus mocht hij in de zetel zitten, op haar plekje nota bene! Maar hij leek, in tegenstelling tot de andere ‘neutralen’, niet meer weg te gaan: hij was er ’s morgens, ’s middags, zelfs ’s avonds! Daarbij kwam nog dat er ook regelmatig andere mensen (vreemden!!! brrrrr!) in haar huis kwamen, in haar zetel zaten zelfs! Maar wat het allerergst was: mama en papa waren altijd maar aan het praten met Grote Broer! Dat begon haar op de zenuwen te werken, elke dag iets meer… Plots duldde ze hem niet meer naast zich in de zetel! “Dit zijn mijn huis, mijn zetel, mijn mama en mijn papa!”leek ze te schreeuwen! Tot hij op een dag eindelijk weer weg was en de kleine pluizenbol weer haar plaatsje op de zetel terugkreeg, en de aandacht van mama en papa! “Oef! Hij is weg! Ik zal hem niet meer zien, niet meer horen… Joepie!!” Maar…. de volgende dag ging de telefoon. Net als vóór hij hier haar plaatsje probeerde in te nemen, was het Grote Broer die met mama en papa sprak! Papa drukt op een knopje, en wiens stem hoorde ze luid door de woonkamer? Die van Grote Broer! Ze was boos, heel erg boos! Nu was hij hier weg, en hoorde ze hem toch nog! Van woede sloeg ze haar dikke staart tegen de zetel: KLETS, KLETS, KLETS! Elke klap leek een zweepslag! KLETS! Telkens ze zijn stem hoorde: KLETS! En toen hij eindelijk stopte met praten tegen haar mama en papa, spraken zij over hem! “Grote Broer heeft…” KLETS deed de zweep… “Grote Broer dit…” KLETS! “Grote Broer dat…” KLETS! Gelukkig werd de boosheid minder en volstond het voor de oude kleine meid om, als ze de stem van Grote Broer hoorde, gewoon de kamer te verlaten. Of weer wat later, om wat verder te gaan zitten… Tja, de wereld draait niet om jou alleen, kleine, lieve, verwende Pitou, al ben jij overtuigd van wel…