Datzatwatte

Dit bericht is deel 47 van 48 in de reeks Donderdagse dialogen

Het is koud, maar dagen vallen me voorbij als sneeuw voor de zon. Ik zoek naastig naar wat full-on-sunblock voor ze. Een sunscreen, een parasol,…  Op zijn minst een zonnebril, Onverwoordelijks, doe me een lol. 

Please!

Zet tijd stil, tot ik die weer tikkend wil. Keer entropie een eindje voor me om. 

Een jaartje, een vijftal misschien. Tien. Ja, beter nog. Geef me één decennium in een rustige tijdloze dag waarop ik de hallucinante hoeveelheid gecumuleerde wendingen verwerkt kan krijgen. 

Dan kan ik nog es naar het journaal kijken. Ik wil toch een béétje op de hoogte blijven van wat gaande is in ‘t ruimere Rondom? Dat kan me veel meer schelen dan goed voor me is – ik weet het wel – maar nu is de laatste update echt te lang geleden.

Ik verdien wat meer.

De date die ik onverwacht opliep een viertal weken geleden is nog steeds gaande. Althans dat denk ik toch. Ik heb de man nooit meer live gezien sinds die eerste en enige ontmoeting. An sich wel een haalbaar tempo voor me zo. We bellen soms, we typen berichtjes ‘s avonds na zijn werk. Het voelt best fijn, ondanks vele obstakels in zijn leven die het uitzicht op een nabijer band horizontgewijs dichtbij maar onbereikbaar houden.

In Dídean voelen horizonten vertrouwd maar van deze raak ik vertwijfeld. Zou ik mijn kompas niet beter draaien dan? De andere kant op, een andere route, een ander pad? Doen alsof ik mijn blik eenzelfde ijl momentje simpelweg elders gericht had? Een ander man?

Ach. 

Het is al erg lang geleden dat ik dit soort fijns aan interactie en gesprekjes had. En ergens vaagjes… In de verre marge van verhalen uit de anders leven waar ikzelf tot nog toe niets aan had; verstopt tussen de zoveelste dogmatische beslommering en ’t dertiendozijnst blaségeblazen triest cliché; daar, ergens, in zeldzame stiltes verborgen… Voel ik toch alsnog heel duidelijk:

Een vonkje, dat wil worden aangeblazen tot een hedonistisch vreugdevuur.

Dat an sich is best bijzonder.

En hij klinkt, nog steeds, als zo’n superman die elk journaal kan kijken zonder stuk te gaan ervan; die elke belager fysiek kan verjagen mocht ik het met lieve of minder lieve woordjes niet halen; en die allerlei dingen als kryptoniet ziet waar ikzelf als mezelf vanzelf niet eens een beetje zou verpinken. 

Dat lijkt goed teamwork te beloven, toch? 

Ik weet niet of dat wat betekent. Draakje dacht dat zoiets wat betekent – zowel alles als het enige, zelfs – tot ego besloot dat het niet meer. 

Zo gaat dat. 

Elke keer. 

Al die domme aardse spelletjes die mensen spelen… Ik haat ze, maar ik laat ze. Ik berust erin. Ik drink. Ik duizel wat. Ik duik in Dídean stil de Droomtijd in. 


Beertje Bernie

Beertje Bernie

Beertje neemt lezers elke donderdag mee in Dídean, het busje waarin ze woont als nomade zolang dat nog kan. Deze woonvorm maakt het mogelijk voor haar om te leven ondanks het gewicht – en het licht – van pervasieve ontwikkelingsstoornissen, chronisch ptsd met dissociatieve kenmerken, en multiple sclerose. Klik hier voor duiding bij soms wat rare woordjes in dit blog. Meer over Beertje Bernie
Navigatie binnen de reeks<< KipvioolpenvelTheatimmertaaltraal >>

U wilt reageren op deze blogpost? Dat kan op onze facebookpagina!

Vindt u wat u net las interessant? Overweeg dan om u in te schrijven op de nieuwsbrief van deze blog en ontvang een e-mail telkens iets nieuws verschijnt.