Monomasterpolymind

Dit bericht is deel 68 van 68 in de reeks Donderdagse dialogen

– Wat zit gij nu heel de tijd te willen dat ik schrijf? Ik wil mijn tanden poetsen.

– Dat weet ik niet. Ik raak overal getriggerd tot veel – héél veel – vertellen.  

– Ok, I get that…  Maar aan wie wil je dat allemaal vertellen? 

– Dat weet ik niet, heeft dat belang? 

– Moet je niet aan mij vragen, hè, dat hangt af van wat jij nodig hebt. 

– Ik weet niet wat ik nodig heb. 

– Ah. Mja. Vroeger vroeg je altijd wat je doen moest. Dat liep finaal fout.

– Eerder in het Onderweg, toen jij te lui was om te blijven stappen! 

– Te lúi nog wel? 

– Ja, te wat anders was dat dan? 

– Te moedeloos, te overweldigd, te triest, te boos, te bang? Je hebt geen idee hoe het is ook jou te zijn.

– Ideeën genoeg, maar ik voel ze niet, eh, dat voel alleen jij.

– Helemaal. Wat me ergert, lieverd, is dat het zondag is.

– Jep! 

– Zondag, weet je wel, geen donderdag. Het is niet eens mórgen donderdag. 

– Ik heb helemaal niks nodig, behalve jou. 

– Cute, heel cute, maar ik zou alléén op woensdag of donderdag typen, remember? En ge hebt gisteren al een heleboel ongepland uitgekotst, op zaterdag!

– Ik moest iets duidelijk maken aan wie ook het is die het daar zal vinden. 

– Gij waart gewoon getriggerd door dat hele verhaal van die student die veroordeeld is voor verkrachting, dus ik werd weeral gegijzeld.

– Ja duh. Dat meiske blijkt recht te hebben op erkenning voor haar vieze gevoel tijdens, en misschien zelfs alleen achteraf als ze echt héél dronken was, én ze heeft recht op… euh, hoeveel was die schadevergoeding ook alweer? 

– 3500€ denk ik. 

– Awel maar dan hebt gij recht op véél meer dan dat. Zelfs als ernst van de feiten, of het gebrek eraan, in andermans ervaring niets betekenen… Twee van uw verhalen zijn zelfs gerechtelijk compleet van de pot gerukt niet in orde en schandalig misdadig en fout van de ander. En één van die beide is vlot, en objectief, bewijsbaar ook. 

– Zucht. Gij wilt OakTreeProjects redden eh gij?

– Ik wil vooral uitzoeken hoe het allemaal precies in elkaar zit en alles uitvissen en mogelijkheden verzinnen. Als het kán wil ik minstens die weggevallen subsidie per jaar terugwinnen. Want die hele situatie, voor zover ik ze ken, is absúrd. Zowel dat er subsidies wegvallen – want elke studio is voorgoed een zorgwoning die de regering niet hoeft te bouwen maar de regering steekt liever geld in oorlog nu – als dat de kerngroep aandeelhouders ontmoedigd raken. We moeten geen hogere prijzen vragen, we moeten terug naar het basisconcept.

– Schatteke, dat is het nu net: gij ként de situatie niet genoeg. Ge zijt smoorverliefd op het abstracte concept, da‘s al, en ik weet niet of ze daar überhaupt naar terug kúnnen. 

– Ahja natuurlijk ben ik er verliefd op! OTP heeft – ongeveer toch – gedaan wat ik wilde doen maar dan zonder dat ik het moet doen terwijl ik het niet kan. Theoretisch kunnen ze sowiesó terug naar het basisconcept – easy peasy zelfs – de enige variabele is de hoeveelheid tijd die dat bestrijkt, alsook dat er individueel moet gekeken worden naar ieders mogelijkheden. Vooral moet er constructioneel iets veranderen zodat op zijn minst de kans ertoe wordt gecreëerd. En ja, best wordt er ook constitutioneel hier en daar wat aangepast vanuit de regering om het hele gebeuren te faciliteren, maar zelfs dát hoeft niet eens. 

– Ik geloof u, al kan ik niet helemaal volgen wat gij voor ogen ziet, maar ik twijfel er niet aan want ge hebt me heel dit leven nog nooit teleurgesteld. Uw legendarisch volstrekt tijdloze geduld is niet erg handig. Ik ben bezig met uitzoeken hoe groot precies de afwijking van “ongeveer toch” is, alsook hoe onomkeerbaar of onoverkomelijk al dan niet in praktijk. Eens ik dat begrijp moogt ge er voluit voor gaan voor mijn part. Maar ge moogt mij niet prostitueren, en ge moogt ook geen klacht indienen tegen mensen uit het verleden die ik probeer te vergeven terwijl ik ervan probeer te helen. Mama noch mannen. Die mensen helen allemaal ook andersom van mij, en karma doet wat het doet. Het enige wat ik nodig heb is Dídean en het lijf en brein ietwat in orde. 

– … Zég.

– Niet flauw doen eh, gij hoort sowieso bij mij, en ik hou van je. Kan ik nu mijn tanden gaan poetsen? 

– Dat kondegij al heel den tijd.

Oei. En nu ineens is het woensdag en wordt het donderdag en wat er onderhand allemaal gebeurde… Ik ben het verregaand verloren in mijn pervasieve onvermogen om te processeren wat wat allemaal precies was, en is. Wat het zál zijn weet ik vanzelf, maar elk nu verandert elk volgend, dus daar heb ik niet zoveel aan. 

Ik zit, in mijn Dídean, simpelweg tevreden met Alwatis zoals het is omdat het zo is te wezen. Op zijn minst herinner ik anderen aan wat ze vergeten zouden kunnen raken in de drukte van real life Monopoly. Mijn aanwezigheid op de vergadering zal sowieso moeilijk én nuttig zijn.

Ik speel liever Mastermind. De oude versie, want het plastic dat er nu voor door moet gaan, is regelrecht misdadig. Nu ja, ik kan wel sterker zijn dan plastic – als t maar geen vervelende geluiden maakt – dus zonder moeite vind ik me samen met andermans dochtertje, onderheen en doorheen de drukte van het allemaal, in de essentie van een simpel plankje met pinnetjes en onze gedachten. Het oranje pinnetje komt niet eens voor in de codemakers kleuren. Het gele dan weer twee keer. In het boekje staat ook nergens welke gedachtegang we dienen te volgen, en het kind heeft gelijk: er zijn er meerdere mogelijk en elk ervan levert andere resultaten op. Niemand dient klacht in tegen wie zulke ondingen maken of verkopen. Hooguit hier en daar vraagt er misschien iemand zijn geld terug en wordt het wat later, met korting voor de beschadigde verpakking, opnieuw aan een ander verkocht.

Kan het niemand wat schelen of is er niemand volwassen genoeg om écht met zijn kinderen samen een spel te spelen en valt het niemand op? Anyway, ik ben het beu kinderen te zien die zich dom bestempeld voelen en niet eens de káns krijgen om te weten te komen of ze niet net heel slim zijn. Niet dat het iets uitmaakt, want intelligentie is gewoon iets zoals elk ander iets iets is. Ik heb grijsblauwe ogen, jij hebt er donkerbruine, en dat mag allebei zo zijn. En ook dat is iets dat ze gerust mogen ontdekken in een wereld die het anders voorschrijft. 

*Belt haar vader*

Oei. Hij neemt niet op. Ik probeer zo snel mogelijk te essentialiseren en zo kort mogelijk (een ramp) boodschap weer te geven via ‘t antwoordapparaat. Ik zeg vanalles behalve alléén maar

Pa, hebt gij ons oud Mastermind-spel nog ergens liggen? Ik heb het nodig om een jong meisje te helpen leren zichzelf zo goed mogelijk te redden temidden van de drukte en miserie van andermans levens.

Ik zeg het óók, dus hij zal het wel begrijpen. Ik kreeg antwoord, hi…

– Oe? Is papa dood?

– Hèh? Snoeteke, levenden geven ook antwoord via Onverwoordelijks soms eh. 

– Jaja, maar ‘t is wel raar dat ie niet opneemt en ook geen bericht gaf ondertussen, toch? 

– Ah nee, want hij antwoordde al dus hij had geen reden om nog terug te bellen.

– Bel hem op! 

Mijn vader leeft nog, hij is onderweg naar een patiënt. Ik heb hem niks te zeggen, maar het ontaardt in een gesprek van bijna een kwartier. Niet dat ie veel kans krijgt zelf ook wat te vertellen, maar het is desondanks wederzijds een fijn verbinden. Ik ben aan het oefenen, hij weet dat. Hij kent mij. Ik heb moeilijke dingen voor de boeg terwijl mijn hart brandt. Hij lacht erom, een beetje trots op mij. Hij amuseert zich vast ook bij de voorstelling van andere mensen. Mijn vader weet dat ik elke symbolische-euro-of-meer behandel met een evenwaardig respect en belang alsof het een miljoen zou zijn, en het vertrouwen dat mensen in mij leggen maakt zo’n symbolische euro voor mij veel belangrijker dan andermans miljoenen. Hij weet ook dat dat botst met normale mensen, dus mijn pa hoort vast al alle kippen kakelend verstikken in het kippengaas.

Da‘s niet zo erg, ik neem een auticoach mee om me te helpen opvangen wat foutloopt. Ik heb Onverwoordelijks aan mijn zijde, liefde is mijn leidraad, en in de toekomst hebben mijn mensen en ik sowieso een eigen vzw. Wat ook hoe uitdraait. In hoeverre we dan zullen samenwerken met OTP, of weeral met iets anders, weet ik nog niet. Het moet mooi genoeg zijn, en blijven, om ons voor de kar in te spannen eh mannen. I‘ll keep you posted sowieso, in alle gevallen. 


Beertje Bernie

Beertje Bernie

Beertje neemt lezers elke donderdag mee in Dídean, het busje waarin ze woont als nomade zolang dat nog kan. Deze woonvorm maakt het mogelijk voor haar om te leven ondanks het gewicht – en het licht – van pervasieve ontwikkelingsstoornissen, chronisch ptsd met dissociatieve kenmerken, en multiple sclerose. Klik hier voor duiding bij soms wat rare woordjes in dit blog. Meer over Beertje Bernie
Navigatie binnen de reeks<< Uitbuskruitkreet!

Mis geen enkele blog van deze auteur!

Schrijf je in voor de nieuwsbrief
van Beertje Bernie

Selecteer een of meerdere nieuwsbrieven:

🖂 Schrijf u hier in voor andere nieuwsbrieven
Wij spammen niet! Lees meer in onze privacy policy

Mis geen enkele blog van deze auteur!

Schrijf je in voor de nieuwsbrief
van Beertje Bernie

Selecteer een of meerdere nieuwsbrieven:

🖂 Schrijf u hier in voor andere nieuwsbrieven
Wij spammen niet! Lees meer in onze privacy policy


U wilt reageren op deze blogpost? Dat kan op onze facebookpagina!

Vindt u wat u net las interessant? Overweeg dan om u in te schrijven op de nieuwsbrief van deze blog en ontvang een e-mail telkens iets nieuws verschijnt.