Het is weer zo’n typisch overdonderd donderse donderdag, zoals zovele in mijn leven. Ik weet niet of u zulke al vaak mee heeft beleefd. Vermoedelijk niet. Ik bespaar u immers de chaos en de warboel voor zover het me lukt, geloof het of niet.
Ik schrijf.
Ik schrap.
Ik elimineer alinea-na-alinea-na-alinea-aan-veel-teveel en herlees nog es een aantal keer.
Op zoek naar fouten.
Op zoek naar ruimte voor verbetering.
Vandaag doe ik dat allemaal niet.
Zélfs niet voor u.
Ik ben al talloze keren een nieuwe tekst begonnen tussendoor de kommetjes vanmorgen. Verse volkoren havermout met bosbessen, dus maakt u zich maar geen zorgen. Drafts worden almaar korter, mijn handen en vingers doen immers pijn. Daarnaast is er wat hinder door mijn overgefrituurde brein. Absurd hoeveel méér dat te doen vond tijdens mijn pauze.
Ik kan zelf amper nog volgen, maar ik red het nog wel. Zij het – volgens mij – alleen maar dankzij mijn kinesiste en, hoewel legaal, toch nogal medicinaal ongecontroleerde shit. En ik vind dat erg onaangenaam, ik vind het zelfs schandalig, gemeen, dom, én enorm belastend voor het hele BNP en alles en iedereen in de zorg, want ik word gemakkelijk bang dat 1 of andere stouterik dat spul volplakt met fentanyl. Het kost verdorie zelfs helemaal niks of niemand iets als dat plantje gewoon legaal mag groeien in de tuin. En dan weet een mens tenminste zéker dat erin zit wat helpt, als iéts ervan hem – of haar of het of beide of alledrie, mochten er Rainbow Warriors onder u vertoeven – helpt. Niks méér, en ook niks onverwachts helemaal ánders!
Dat gunnen politiekerende medemensen mij niet. Gezien mijn argumenten snap ik echt niet waarom ze dat niet. Misschien lobbyt de vakbond van drugdealers tegen, ik weet het niet. De eerste opmerking, die mijn argumenten echt terecht weerlegt of zelfs maar in principe tegenwerkt, moet ik nog te horen of lezen krijgen, eerlijk gezegd.
Ik bracht hele dossiers mee in orde met een beambte en een aanvrager; ik heb honderden kilometers omgereden om iemand naar een dokter, die tijd kon en wilde maken, te brengen; ik was een soort van wacht (want ik belandde per ongeluk in iemand helpen zichzelf te helpen en niet allerijl naar spoed te moeten rennen om toch maar voorrang op enorm lange wachtlijsten te krijgen en ik hoop dat dat is gelukt); ik heb als auticoach gediend voor iemand tijdens een gesprek met diens maatschappelijke assistent; voor iemand anders tijdens een gesprek met diens vriend; ik heb tarot gelegd – met nog vier aanvragen on hold tot het moment zich aandient van gepaste modus operandi.
Ik kijk ernaar uit, want tarot leggen voelt zo… Zo… Zo zonder veel ik en domme aardse dingen die dat aanbelangen! Heerlijk vrij voelt dat, en het is plezant als anderen daar positiefconstructiefs voor zichzelf uit kunnen tappen.
Ik ging ook mijn nieuwe ding ophalen bij wie er ooit es een miskoop aan deed en het nooit gebruikt heeft. Nu ben ik daarmee aan het leren koken. Tot nu toe is alles heel erg snel klaar zonder mijn hele huis op te warmen en mijn leefwereld veel te vochtig te dampen. Ik leer bij. De bodem van mijn pan raakt telkens net wat minder aangebrand. Voorlopig houd ik het simpel. Ik maak al heel vlot volkoren havermout in 1 min. En spitskool met ham, kaas, en Georgische kruiden blijkt verrassend lekker. Geen idee of dat al een gerecht was, maar bij deze werd het er één.
Ik kan geen gerechten plannen. In ‘t beste geval draait het helemaal anders ook wel lekker uit. Dat is een lekker sausje, maar het is écht geen mayonnaise, meis! Ik hoor het Mieke nog zeggen. Ik heb haar toen erg teleurgesteld. Ze is nu al een aantal jaren overleden, maar dankzij haar input in mijn leven maak ik nooit nog mayonnaise, alleen nog lekkere sausjes navenant.
De spits van een nieuwe ongeplandegerechten-reeks is afgebeten ten gevolge van het nieuwe ding in mijn leven sè: Spitskool à la Kolchis (Of zoiets)
Receptuur: alle ingrediënten die ik nog in de kast had bij elkaar gekapt.
Smaakt ongetwijfeld helemaal anders met venkel en selder en wortelen. Zo vergaat het vrijwel alle gerechten, Youtube ten spijt: ze zijn even onvoorspelbaar als ‘t casino van knokke, een drugdealer’s weed, of hagelbollen, maar – ononderlegde wildpluk misschien uitgezonderd – zo gevaarlijk zijn ze niet.
Ik houd nu al van het nieuwe ding, zoveel is duidelijk. Geef me nog een weekje. Of twee. De rest van mijn leven, misschien. Wie weet stoom ik over enkele weken zelfs heerlijke cakes in dat ding. Laat ik het voor nu – vóór ik kaastaart en zware quiches probeer te bakken – wat luchtig houden. Vele voor mij dramatische wendingen hebben me afgelopen weken overvallen… Of werden het maanden ondertussen? Andere mensen veranderen van koers. Ze veranderen gedachten, meningen, herinneringen, overtuigingen, afspraken,… Hun lichaam en brein doen ineens even ambetant, of erger, als mijne soms doen.
Ik neem dat niemand kwalijk – want echt álles is begrijpelijk uiteindelijk – maar ‘t is dat ik er last en pijn en verdriet van heb. Onverwachte hagelbollen op mijn voorts erg zonnig pad. En als u ooit lang genoeg een fervent tragewegenwandelaar was, of u dat nog steeds bent, weet u hoe gevaarlijk hagelbuien kunnen worden. Hoe voorbereid u ook vertrekt… De allerbeste goretex beschermt niet tegen kneuzingen, gebroken ribben, en barsten in uw schedel wanneer u door de hemel zelve wordt gestenigd.
Ik ga ermee om.
Het is uitputtend en vermoeiend.
Zelfs de kleinste sociale wandeling vereist harnas en helm, en het moét dan maar. Want net als klimaatverandering is het onvermijdbaar. En ach, plotse onverwachte nieuwtjes zijn soms ook ’t verlichtend verlossende tiep.
Zeg Beerke, ik heb een hoogtewerker met een degelijk platform waarop ge stevig kunt staan, wistgeda? Ik heb een waterslang, een emmer, een spons, plek genoeg om Dídean te zetten, en gij moogt die hier van mij – zo traag en zo snel als ge wilt al duurt het drie weken – komen wassen. Dan kunt ge voort tot ge een nieuwe carwash vindt.
Het donderde zó lang, zo fel zo snel en zo eng dat niets mij nog gerustgesteld of blij kon krijgen! In het continuüm tussenin dit en ’t vorige donderblog, liep ik snel een winkel in. Ik zou een nieuwe ruitenwisser voor Dídean kopen, maar ik ben met een fles speciale autoshampoo terug naar buiten gekomen. Beetje typisch ontspoord en verloren ten gevolge van doorbreking van mijn moeizaam opgebouwde leefpatronen, ben ik om de ruitenwisser nog es teruggekeerd. Met tranen in mijn ogen van verwondering en dankbaarheid, kreet ik dan ook opgelucht terug:
Oe! Daar word ik gelukkig van!! En we hebben samen al het nodige, want ikzelf heb blijkbaar per ongeluk waxveroorzakende autoshampoo gekocht!
Met deze vrolijke noot verlaat ik u weer, mijn lieve Lezer, ik hoop dat mijn vertraging of mijn inhoud of mijn overload u niet deed schrikken en anders… Dat u niet te pijnlijk fel ontwortelend verschoot.
Ik houd van u. Houd alstublieft ook van uzelf. Tot volgende week weer, hoor.
