Wèttehiewadde

Dit bericht is deel 76 van 76 in de reeks Donderdagse dialogen

– Zeg es, eerlijk, is er niet altíjd een vorm van liefhebben? 

– Hoe kan ik dat nu weten? En wat bedoel je met altíjd? Ik ken jou. Jij bedoelt individueel verspreid overheen de hele mensheid. Ja eh?

– Éh wow joh, ge overweldigt mij. Ik krijg stress. Doe es één vraag tegelijkertijd. 

– …

– Allé, zo moeilijk is dat niet eh. Bijvoorbeeld: Is er niet altijd een vorm van liefhebben?

– … Maar ik kan toch niet weten of er individueel verspreid overheen de hele mensheid altijd liefde is… Ik ken alleen mezelf, en dat is bodemloos moeras. Het is op den duur wel alleen nog lekker warm en vol kleurtjes en liefde en licht. 

– Heb je drugs genomen of zo?

– Irrelevant. Ik ben gewoon es bijna doodgegaan terwijl ik het heel bewust zat mee te maken. Was interessant. 

– Leuk hoor, ik deel jouw lichaam. 

– Jij was toen niet meteen mijn beste vriendin.  

– Touché, maar ge hebt mij wel nogal wat aangedaan eh. 

– I know.  

– Ok. Irrelevant. Kwaad op u zijn gaat toch niks of niemand helpen. 

Er valt me vanalles op. Ge houdt het niet voor mogelijk. Blijkbaar heb ik een soort van… euh… fans? Lieve lezer, ge doet mij teveel eer aan. Iemand zei me gisteren zelfs dat ze wilt dat ik een boek schrijf. Alsof er niet vanzelf een boek vormt als ik structureel donderdialogendagen in mijn leven smijt. Allé nu. Ze leest het zelfs al.

Na wat warrig, half onverstaanbaar, pijlsnel dialectdiep West-Vlaams, inclusief veelvuldig gebruik van ingebedde stopwoordjes à lahmavèntógh, beloof ik haar een Print-On-Demand te organiseren als er een honderdtal blogpagina’s volgeluld raakten. Damned, nu moet ik dat doen ook eh. En ik zit al aan 76. 

Als er niet meer dan twee of drie aanvraagjes zijn kan ik die helemaal, met de hand en veel liefde, als een boekje inbinden met touw. Zo zie ik dat nog wel zitten. 

Een geluk dat die mens een vrouw is. 

Want ik krijg per direct een heleboel knuffels (en ik voel zo overweldigd dat ik ten vroegste vijf uur later pas besef dat ik – ten gevolge van immunosuppressiva – extra voorzichtig moet zijn met alle andermans speekseldruppels en huidcellen) 

Wat later raakt ze dit lichaams billen aan. 

Niet seksueel beladen, maar ze doet het toch maar. 

Onmiskenbaar vleselijk reëel. En vreselijk.

De enige open deur naar buiten achter mij. 

En tussenin die deur en mijn rug staat een doorwinterde ferm uit de kluiten gewassen West-Vlaamse boerin, die met grote handpalm aan mijn billen schudt. 

– En gij zegt of doet niks!! 

– Ahnee. Natuurlijk zeg of doe ik niks! Die moést maar es iets echt vies verkeerds en fouts van plan zijn, dan wil ik die kunnen manipuleren en manouvreren zodat ik op het juiste moment kan handelen om levend buiten te geraken tiens! 

– …. jamaar. Dienen tactiek werkt doorheen decennia volstrekt omgekeerd!! Ik wil daar geen seks mee eh zeg!!! Doe iets anders!!!! 

Uiteindelijk zeg ik wel… iéts. Veel te laat natuurlijk, want op andere wijze lukt mij niet, maar de dame was niks vies verkeerds of fouts van plan. 

Ja, en wat dan, wát? Gewoon geluk gehad? 

– Maar nee gij. Intuïtie doet ook mee in ‘t verhaal. Er was niks vies verkeerds en fouts in de energie, en er was ook niks van die aard dat ik negeerde, ik heb van het verleden geleerd. 

– …je bent niet onfeilbaar.

– Niks is, en daar ben ik me net zo goed bewust van als jij.

De dame en ik leren van elkaar. Ahja, uiteraard. Dat is hoe het in ‘t geweven web van alle energieën ons vergaat. Ze excuseert zich, en verklaart haar fysiek joviale handeling als onschuldig vriendschappelijk en universeel liefdevol bedoeld – en dat begreep ik ook zo. Desondanks zit ik met mijn gevolgen. En dat is ok. 

Zij ondergaat, doorstaat, weet ik veel hoe ze het ervaart, een tarotlezing die ze zelf heeft aangevraagd. Er lopen soms tranen uit haar ogen. Ik weet amper wat er allemaal uit mijn keelholte komt klinken. Ik schuif de verantwoordelijkheid van mij af, want ik probeer zo eerlijk mogelijk te verbinden (wat dat ook moge betekenen) met de energieën in Onverwoordelijks vervat, die deze specifieke dame begeleiden en beschermen op het levenspad.

Dat moet maar genoeg zijn. 

Terwijl zij god weet wat meemaakt in haar eigen wereld tengevolge, zit ik soms ei na te schaterlachen omwille van hoe frappant die kaartjes soms zijn. Mijn vrager zit enorme dingen te beleven, en ik vind het ronduit verwonderd eerlijk plezierig. 

Stop, dit heeft geen zin.

– Eh?  

– Ge moet dat ander dek gebruiken.

– Allé dan. 

Ah. Daarom: Stokken acht moest nóg es voorkomen om de boodschap door te laten komen. Dat lukt niet met een dek waarvan de stokken acht al op de tafel ligt. I get thát, maar ik snap er niks van. Ik begrijp niet hoe dat kan, hoe dat werkt, wat daar de bedoeling van is, hoe dat in elkaar zit, wat dat betekent, waarom dat überhaupt iéts betekent, vanwaar dat komt, wat ik ermee moet… Maar één ding weet ik wel heel zeker: ik amuseer mij daar echt mee, en mensen zijn er dankbaar om. De overweldigend imponerende WestVlaamse gelooft overtuigd: Thalènthèjghiehtèseenghávemèjsken. 

Ik begrijp geen jota van haar taaltje maar de energie eronder vat ik wel. Ik weet dat zo nog niet zeker, en ik leg haar uit dat ik gewoon al heel lang bezig ben, uit oprechte nieuwsgierigheid, met iets waar andere mensen nooit mee bezig zijn, en daardoor hooguit erg geoefend ben. 

Neehjeghie, dakkikkhetoezèjh: ghiehètèghtènghávemèjsken, ghiehètalènt.

Inmiddels merk ik op hoe een palliatieve patiënt zich in het energieveld lijkt te komen moeien. Zo weet ik ineens ook waarom ik onderbroken werd telkens ik opname wilde maken voor nog een drietal andere vragers, omdat iets anders dringender was. 

Ik snap er weeral niks van, flap uit wat uit komt flappen met minstens een hint van please-don’t-shoot-the-messenger want soms voelt het ietwat linke boel. Niet veel later hangt de dame aan de telefoon met haar moeder in het ziekenhuis. En het doet wat positiefs, lijkt me. Dus ik maak me geen zorgen. 

Ik kruip opnieuw mijn eigen wereld in. Onder mijne koptelefoon. Ik heb de reserve teruggevonden. 

Wat later wuif ik ook gedag aan iemands andere dochter en diens zus. En ik staar naar de boerin haar tuintje terwijl het begint te jeuken om het, hier en daar, nog net wat mooier te beginnen maken. 

Waarom weet ik niet… Dat moet je Onverwoordelijks vragen.  


Beertje Bernie

Beertje Bernie

Beertje neemt lezers elke donderdag mee in Dídean, het busje waarin ze woont als nomade zolang dat nog kan. Deze woonvorm maakt het mogelijk voor haar om te leven ondanks het gewicht – en het licht – van pervasieve ontwikkelingsstoornissen, chronisch ptsd met dissociatieve kenmerken, en multiple sclerose. Klik hier voor duiding bij soms wat rare woordjes in dit blog. Meer over Beertje Bernie
Navigatie binnen de reeks<< Telefonokwijtkop

Mis geen enkele blog van deze auteur!

Schrijf je in voor de nieuwsbrief
van Beertje Bernie

Selecteer een of meerdere nieuwsbrieven:

🖂 Schrijf u hier in voor andere nieuwsbrieven
Wij spammen niet! Lees meer in onze privacy policy

Mis geen enkele blog van deze auteur!

Schrijf je in voor de nieuwsbrief
van Beertje Bernie

Selecteer een of meerdere nieuwsbrieven:

🖂 Schrijf u hier in voor andere nieuwsbrieven
Wij spammen niet! Lees meer in onze privacy policy


U wilt reageren op deze blogpost? Dat kan op onze facebookpagina!

Vindt u wat u net las interessant? Overweeg dan om u in te schrijven op de nieuwsbrief van deze blog en ontvang een e-mail telkens iets nieuws verschijnt.