Dossierstijfstok

Dit bericht is deel 12 van 48 in de reeks Donderdagse dialogen

Mijn lieve lezer, vergeef me als ik taalfaal, of verschrompel in uw gratie dezer dagen. Het brein raakte volstrekt kortgesloten in de nachtmerrie, die ik nu – diep doordrongen van dankbare opluchting – tot “Vorige Week” mag besluiten. Wat een gruwel het was! Ik voelde meermaals klaar om instant te overlijden. En even zoveel keren bekroop me het sinistere gevoel dat het hele idee speciaal ontworpen werd met dat doel.

Niets persoonlijks, verre van zelfs. Van beambten bij de gemeenten overheen bedienden bij de uitkeringsinstanties, therapeuten, artsen, maatschappelijke assistenten, tot en met de informatici en helpdeskmedewerkers… Op heel persoonlijk vlak vond ik begrip en liefde zat! Ik sprak de liefste mensen bij echt elke stap. En het verbaasde – voor één keer – nu es echt niémand dat ik, ver voorbij einde latijn, volstrekt over mijn toeren was.

Ieder van ons vindt het immers teringtergend schrijnend dat een ongeletterd madammeke, met ontstoken brein in een acute noodsituatie, dezelfde moeilijke formulieren en lijsten moet invullen als de bouwheren van magistraal grote architecturale projecten, die waterlopen doen bewegen en fundamenten doen beven. Louter omdat ze een bed en een kast wilt verplaatsen en het overblijvende lege, reeds bestaande, kamertje in wilt richten tot een plekje waar ze rustig ziek kan zijn.

Dit gaat immers niet over míj!

Althans… Het gaat niet over mij alleen. Ik red het altijd wel, one way or another. En zodra ik dat niet meer, kan het mij – kinderloos en zó ver heen voorbij de spreekwoordelijke babeltoren – toch niet meer bekoren. Ik ga lichtend en lachend ten onder. Dansend, als de zenuwbanen naar mijn evenwichtsorganen het verdragen, met ronduit lak aan al die domme aardse dingen.

– Ja, doe dat. Dan kan ik terug liedjes zingen met meesjes die op je hand komen zitten!

– Eh? Sebenne, meid…  Don’t get your hopes up. Dat meesje bleef alleen maar zo dichtbij omdat het zich veilig bij me voelde op een zwak moment terwijl de kat haar zinnen erop had gezet.

– Awel ja, daarom net. Hij voelde zich verwant. En hij niet alleen. Herinner je je Guusje, de ekster? En dat roodborstje? En die vlaamse gaai? Of de grote oude kraai bij de fontein op het rokersplein?

– Jij. Terug de Droomtijd in. Ik heb hier serieuze en volwassen aangelegenheden te bemijmeren!

– Maar… maar… En die ronduit lak dan?

– Ssst!

– … Pfff.

Bij elke stap, die ik met respect voor de wet probeer te zetten, om simpelweg gebruik te maken van een door de overheid aangeboden recht, verdrink ik in een troebele ploeterplas vol stress. Op het punt het te begeven. Die plas wordt létterlijk troebel overigens. Mijn sensorische waarnemingen, waaronder mijn zicht, beginnen dan te falen. Mijn gehoor verscherpt, en ik kan zelfs het tikken van een toetsenbord niet meer verdragen. Het formulier op mijn scherm wordt volstrekt waardeloos. En wat erger is… Ik moet dan helemaal opnieuw beginnen.

De zoektocht naar wélke stap ik precies waar moet zetten is an sich al een lijdensweg. Soms blijkt bij een volgende dat ik die vóór de vorige had moeten zetten, wat ik pas ná de vorige te weten kom. Dat geldt dan wanneer de voor de instanties noodzakelijk te volgen chronologie überhaupt natuurkundig mogelijk is in alle mogelijk voorkomende omstandigheden.

Dan denk ik aan jou, mijn lezer, en aan nog zovele andere mooie en minder mooie medemensen in de maatschappij die we met zijn allen vormen en delen. Ik denk aan mensen, die wél kinderen en geliefden hebben die nog niet klaar zijn om hen los te laten.

Want soms worden we, door agressiever ziekten dan de mijne, gedwongen om afscheid te nemen. We overlijden dan misschien tegen de tijd dat een dossier van zo’n zorgwoning eindelijk rond is. Om nog niet te spreken over de onzin waarmee we ons dan op een sterfbed moeten bezighouden. We hebben soms geestelijke gezondheidsproblemen waarmee we makkelijker in de strop van een koord belanden, of – uiteraard via spoed onder het bloed, want anders is er een heel erg lange wachtlijst – in een kamertje van een Paaz, dan doorheen de verplichte administratie te moeten worstelen.

Er zijn momenten zat tijdens welke we niet in het vermogen zijn om wetteksten door te lezen en te begrijpen, en moeilijke formulieren in te vullen met een vakjargon dat – denk ik – alleen landmeters vlot kunnen begrijpen, in een matrix die alleen makkelijk toegankelijk is voor gespecialiseerde informatici.

Die kafkaiaans beangstigende gruwel heeft niets met elk betrokken individu te maken. Louter logaritmisch lijkt het hele systeem zó ingesteld dat: jobs worden gecreëerd; slimme fraudeurs rustig hun slag slaan terwijl een groot deel van mensen, voor wie de optie tot zorgwonen werd gecreëerd, het simpelweg opgeven; en wie het niet aankan regelrecht zelfmoord pleegt.

Een onbeduidende oen terzijde misschien die, ten gevolge van motorpanne en bij MS horende paroxysmale symptomen door de daaruit ontstane stress, in een plotse toepasselijke situatie belandt met de pathologische drijfkracht van stokstijf vasthoudende verbetenheid vanuit het autismespectrum. Het moet kloppen, weet je wel, het moet juist zijn. Ze wordt anders helemaal zot!

Ik werd ook zot. Heel even. Ik heb luidkeels huilend gebruld: Dat de overheid niet hypocriet moet doen! Dat het humaner is om zieke burgers openlijk te verplichten tot euthanasie! Veel humaner dan ze stiekem te pesten met ingewikkelde tegenstrijdigheden tot ze zelfmoord plegen!

Terwijl zenuwpijnen en stuipen me tormenteerden en mijn spieren stijf stonden van dossierstress. Het voelde alsof Mr. Artificiël Intel me hoogstpersoonlijk door mijn scherm naar mijn keel ging komen grijpen omdat ik maar blééf volharden om mijn anomalieën door diens niet daarvoor voorziene format te duwen.

Uiteindelijk heb ik het dossier, zo goed ik kon, naar waarheid ingediend gekregen. En elk individu dat ik aan de lijn had van overheids helpdesk – het zou me niet verbazen dat ik ze echt allemaal wel es aan de lijn had, met de frequentie waarin ik vastliep met een volstrekt overschreden frustratiedrempel – verdient het zachtste dons vol spreekwoordelijke pluimpjes voor hun geduld en vriendelijkheid. 

Misschien levert het nog wat moois op. Op zijn minst heb ik weeral wat bij geleerd. Wat van pas komt, want gisteren nog belde er iemand me met de vraag of ik als vrijwilliger een man met beperkingen een beetje op weg kon helpen met zijn eerste stapjes om zelfstandig te gaan wonen. En samen met vzw ‘t Aanbeeld was er ook al het plan om iets op te zetten ter woonbegeleiding van mensen voor wie het allemaal niet haalbaar is in hun eentje. Als de storm hier eindelijk is gaan liggen, kan ik daar terug ruimte toe vinden.

En of mijn eigen dossier nu goedgekeurd of afgekeurd wordt door de mensen van de dienst Ruimtelijke Ordening, en ik het kamertje kan inrichten als woonst voor mij… Het is me net iets minder relevant. Als niet, is dat alleen maar erg vervelend. Dan moet ik een andere oplossing vinden voor toekomstige voorvallen. Die ziekte gaat niet genezen, er zullen toekomstige voorvallen zijn. Belangrijker voor mij hier-en-nu is dat het administratief klopt met mijn werkelijke situatie, en dat ik de aanvraag tenminste heb ingediend. 

– Ok, cool! Kunnen we dan nu terug een beetje simpelweg zijn terwijl we zijn, en léven?

– Ik denk het, ja, ik weet alleen niet goed meer hoé…

– Ik zal het je wel leren! Ik weet dat gitaarspelen niet meer lukt, maar.. Pak die handpan vast, probeer maar wat, Droomtijd zal je kracht en inspiratie geven.


Beertje Bernie

Beertje Bernie

Beertje neemt lezers elke donderdag mee in Dídean, het busje waarin ze woont als nomade zolang dat nog kan. Deze woonvorm maakt het mogelijk voor haar om te leven ondanks het gewicht – en het licht – van pervasieve ontwikkelingsstoornissen, chronisch ptsd met dissociatieve kenmerken, en multiple sclerose. Klik hier voor duiding bij soms wat rare woordjes in dit blog. Meer over Beertje Bernie
Navigatie binnen de reeks<< Kafkabominabel.Samenleefweefsel >>

U wilt reageren op deze blogpost? Dat kan op onze facebookpagina!

Vindt u wat u net las interessant? Overweeg dan om u in te schrijven op de nieuwsbrief van deze blog en ontvang een e-mail telkens iets nieuws verschijnt.