Regentoogboger

Dit bericht is deel 40 van 48 in de reeks Donderdagse dialogen

Het is een heerlijke dag! Ik heb geen pijn – al wiebelwobbelen de benen wel weeral – en het aangenaamste van alle seizoenen in Dídean is begonnen. De buitentemperatuur is te koud om binnen onaangenaam warm op te lopen, maar nog niet zó koud dat het moeite kost me warm te houden. Zowel de ventilator als de kachel blijven uit. 

Er is geen last van overtollig overbodig geluid behalve af en toe de koelkast, en voorts het gezellig tintelende tikken van de regen op mijn rijdend thuis. Hét achtergrondmuzakje bij uitstek om mijn simpele geluk te ondersteunen. 

In de verte rijdt af en toe een trein voorbij. Ver genoeg om niet te verstoren. Ik herinner me met warme dankbaarheid flarden van talloze momenten waarin ik met het Nushi- of het Syrrebeest eenvoudigweg tevreden samen in ons Hilleberg Akto-tentje ergens in of naast een bos zat in de regen dichtbij een rood-wit Grote Routepad. Wachtend tot de bui weer over was, met niks te doen behalve ademen en samen ervaren.

Alle tijdelijk vergankelijke mooie momenten met exit-mensen die ooit liefjes of vrienden of vriendinnen waren ten spijt… Dát waren momenten die dit leven de moeite waard maken, die herinneringen met mijn Beest leveren ook nu nog steeds de intrinsieke waarde voelbaar. 

– Ahja, we zitten hier nu ook zo fijn te schuilen en van elkaars warmte in de tikkeregen te genieten, tiens.

– Elk Beest in onze roedel is dood, kleine, en mensen vergeten allen dat we zelf ook roedelwezens zijn. Ik zit hier alleen. 

– Haha, gij ja, maar ik niet hè, ik zit hier op uw achtergrond tijdloos verenigd met elk verleden-, heden-, en toekomstpack liefdevol verbonden te wezen. 

– O zo, vandaar dat ik zo gelukkig voel. Geen angst meer daar in mij?

– Een beetje nog, maar niet zoveel meer, nee. 

Het gesprek met de LEIFarts gisteren verliep vlot. Ik was een dag voordien al de locatie en de wachtzaal gaan verkennen. Toen ze in beeld verscheen, mijn naam gooide, en gebaarde haar te volgen, had ik toch wel even tijd nodig om te verwerken wat ik zag: 

Haar gezicht was heel anders dan ik op internetfoto’s had teruggevonden. Veel vrouwen veranderen vaak van kapsel waardoor vertrouwde gezichtsstructuren vervormen in beeld. Ik ben het gewend maar leuk vind ik het niet. Zeker niet als ze dan boos voelen omdat ik ze niet vlot – of erger: verkeerd en voor een ander – herken, maar dat was sowieso niet aan de orde, want ik sprak haar slechts één enkele keer, gezichtsloos via de smartphone. 

Ze had een veel slanker lichaam dan ik spontaan in beeld had gefantaseerd bij de vriendelijk  romig boterende stemklank die bij haar hoorde. Een beetje een shock, die ik nog niet helemaal te boven was toen ik me al voor haar in haar kabinet bevond. Misschien is het daarom dat ik me niet helemaal herinner wat er precies werd gevraagd en gezegd, maar het einde herinner ik me lévendig.

Ze gaat een positief verslag schrijven voor uitvoering van euthanasie zodra ik mijn symptomen als ondraaglijk lijden ervaar. Alleen dan, en alléén ik hoef over de ondraaglijkheid ervan te oordelen. Mooi zo! Dat was de bedoeling. Wat haar betreft is mijn dossier voor euthanasie helemaal in orde, ongeacht wanneer precies ik de uitvoering verkies. Dat mag weken, maanden, jaren, en zelfs nog decennia verder in de tijd zijn.

Nu moet ik nog: 

Een handgeschreven en gehandtekend document bij mijn huisarts afgeven met de woorden “Ik wil euthanasie zodra ik mijn leven als ondraaglijk lijden ervaar ten gevolge van mijn ziekte;” Via mijn huisarts een afspraak maken bij een mij eerder volstrekt onbekende neuroloog die niet verbonden is aan mijn behandelende team en ook dié moet mijn dossier en mij grondig onderzoeken, de situatie beoordelen, en vervolgens een positief verslag opmaken.  

Eens dat achter de rug is, moet er minstens één maand voorbij gaan maar daarna kan ik, op elk moment dat ik wens, euthanaseren op de eerstvolgende vrije afspraak van een arts die bereid is mij actief te doden.

Jammer genoeg moet ook dat weer een andere arts zijn, maar het goeie nieuws is: dat mag eender welke arts zijn. Dat mag wél mijn eigen huisarts zijn, en meer nog: dat mag zelfs mijn pa of mijn zusje zijn! Ik word al helemaal gelukkig ervan. 

De Leifarts zou wel aanwezig zijn om de hele procedure ondersteunend te begeleiden voor wie achterblijven. Gelukkig. Ik vind het wat beangstigend dat ik alle betrokkenvoelenden niet heel duidelijk op zal kunnen vangen met geruststelling daarna.

Wat een gewicht ze er toch aan hangen allemaal. Het zou me nog logisch voelen als er niet tezelfdertijd overal rondom moeders en vaders hun kerngezonde jonge zonen – naar mijn mening zonder gefundeerde reden zomaar – de dood in smijten ten strijde tegen elkaar. Ik krijg die empirische feiten in éénzelfde wereld niet verenigd met mijn brein. 

Ik vind het onwerkelijk. 

Bizar. 

Het ís gewoonweg rand van hallucinant!

Mijn vader woont in een land waarin hij officieel een criminele deserteur zou blijken als hij kerngezond nageslacht niet als een wapen in zou zetten in zinloze oorlogen die andere mensen hebben gestart. Tenminste dat dacht ik toch. Ik weet niet hoe dat bij wet in België is vastgelegd, maar voor zover ik weet is, ten tijde van oorlog, de plicht om te gaan vechten voor het vaderland nog steeds van kracht. 

In ieder geval breekt mijn vader principieel, naar eigen zeggen, nooit de wet. Dus voor zover ik begrijp zou hij mij kerngezond tot doden, of mezelf laten doden door andermans kinderen, aanzetten. Omwille van zijn principes. Maar mij uit ondraaglijk lijden verlossen terwijl ik toch medisch onbekwaam ben om ten dode opgeschreven ten strijde te trekken? Nee, dat nooit. 

En ook dat, omwille van principes. Want hoe precies ook de symbolische hel uit alle bijbels, korans, en andere godsdienstige boeken vorm heeft in voor mensen volstrekt onvatbare waarheid… Het is niét waar hij zelf wil belanden, en al helemaal niet waar hij zijn kind wil weten stranden. 

Hilarisch toch? 

Ik zou immers wel kerngezond moeten doden of zelfdoden voor ‘t vaderland. 

Zelf ontwikkelde ik wat generaties ná mijn vader, en na alle onze vaders en moeder maria’s. Ik neem de door hem verzamelde boodschappen al sinds mijn prilste kindertijd mee in het paradigma waarmee ik gaandeweg mijn eigen indrukken in ‘t Onderweg vergaar. 

Voor zover ík heb opgemerkt bestaat die symbolische hel zeer zeker weten! Overduidelijk zelfs, middenin de non-lineaire sterfteloze tijdloosheid van alle vormen van bestaan. En zoals ik het zie, of het nu overleven of overlijden betreft… Keuzes die we uit liefde maken, zijn altijd goed. De enige alternatieve drijfveer tot welke ik álle andere opties kon herleiden is angst. 

Ik wil uit liefde overlijden zodat ik uit liefde kan overleven tot dan, en voorál opdat ik geen van beide ooit nog uit angst zal overwegen. Been there, done that. Angst is wat de hel oplevert, en het maakt niet uit waar en welke tijdelijke of finale keuzes ze beslaat. 

„Handel uit liefde en niet uit angst,” bleek echt een heel bruikbaar motto. Toch zodra we ze in toepassing niet langer met elkaar verwarren. Want da’s een hardleers lesje om te leren.

Nu ja, de kans bestaat dat mijn papa overlijdt vóór ik het doe. Iedereen kan dat elk moment doen, en bovendien overleeft mijn papa al dik tachtig jaar. Zoals ik eerder ergens zei: mij gaat het niet om overlijden, en wel om het hier-en-nu dat ik ervaar zolang ik ervaar. 

Ik wil van de stress af die de dreiging veroorzaakt van elk mogelijk moment – vroeg of laat – in gruwelijke gevolgen van die ziekte en volstrekte afhankelijkheid van medemensen terecht te zullen komen. 

Eens zover wil ik niet nog maanden op verlossing moeten wachten. Ik wil al helemáál niet op mijn ziekst nog dossierdingen regelen en nieuwe afspraken met nieuwe gezichten en onbekende figuren doorstaan! Zoiets doet toch geen enkele liefhebbende ouder zijn kind aan? 

Dat vind ik dan, maar ik ben niet normaal. Zoveel is ook de medici duidelijk. Maar er staat voor zover ik weet nergens in de wet dat mensen normaal moeten zijn. En mijn papa heeft, zowel op mijn geboortekaartje als mij op het hart, gedrukt dat ik hier in deze wereld mag ontdekken wie ik werkelijk ben. Welja. Ondanks al onze tegenstrijdige ideeën zal mijne pa dus wel erg trots op mij zijn!

Cause I am that I am – and I am that, (oe yeah!) I am! 

Mijn zusje is van een generatie ergens tussenin mijn en mijn vaders. Het lijkt mij – maar ik ben dan ook niet normaal – vanzelfsprekend dat die mij maar wat graag met heel veel zusterlijke liefde en respect wil doden zodra ik daarom vraag. 

Zelf zou ik dat omgekeerd metéén doen dan, mocht ik in haar schoenen staan! Heel erg dankbaar zelfs, met de eervolle verve van een oude wijze indiaan. Volop in het besef van wat zij heeft doorstaan en hoe dit het mooiste is wat ik voor haar kan betekenen in het zusterschap dat we lineair delen tot en met heden. 

Het is wat lastig daarom, vragen of zij dat wil doen als ze zelf nog leeft tegen dan (want ook die kan eerder doodgaan)… Ik ga er vast niet in slagen die vraag te stellen zonder er vanzelf de emotionele lading in te leggen alsof ik haar een plezant cadeautje geef. 

Voor mij is dat gewoon zo, snap je? Nee, vast snap je dat niet, het is teveel verwacht en dat snap ik dan weer niet… Maar ik weet het wel, ik weet het. Ik ben niet normaal.

Mijn zusje zélf zal het misschien wel snappen. Zij is immers degene bij wie ik veertig jaar geleden soms in de deuropening van het toilet op de grond kwam zitten terwijl ze zat te kakken, of bij wie ik stiekem op het tapijtje naast haar bed kwam liggen slapen als ik niet bij de hond kon gaan schuilen, en ik veel te bang was van de wereld rondom – niet het minst van ons mama.  

Ik geloof echt dat mijn zusje het plezant zou vinden. Ok, nee. „Plezant” is niet het juiste woord. Maar is het veel anders dan op mekaars rug tekenen en proberen raden wat er getekend word, zodat de ondraaglijk lachwekkend lichte zo verregaand bedreigend theatrale realiteit haalbaar blijft? Niemand anders die ze kent behalve mijn zus en ik, en Carrie White misschien ook. 

Ja joh, mij lijkt het best leuk om te zelfsterven via mijn zusje, echt waar. Ik zie talloze scenario’s mogelijk waarin we schaterlachen samen vlak voor ik nooit nog teveel lawaai maak! Haha, ik zie ons allerlei gekke plannen maken over hoe ik doorheen de vogels samen met T’ke ga komen spoken om haar gerust te stellen wanneer ze geruststelling nodig heeft. Ze weet best dat dat echt zo zou zijn.

Nu ja, zij denkt er misschien helemaal anders over. Ik zal het te weten komen sowieso, en ik zal haar wensen daaromtrent met evenveel liefde en respect aanvaarden als waarmee ikzelf haar zo plezant mogelijk zou doden als onze verhalen omgekeerd waren verlopen.

Dat kan ik haar beloven.

Ze voelt me al aankomen, denk ik, want ze kreeg prompt barstende hoofdpijn en testte zichzelf positief op covid toen ik vroeg of we even konden babbelen nu ik het gesprek met de LEIFarts achter de rug had. Dat ze maar rap geneest. Ervaring is veel te makkelijk aangenaam te maken om lang ziek te zijn! 

Ironisch genoeg lijkt het erop dat een mens eerst heel erg dodelijk ziek en volstrekt rock bottom hulpeloos en eenzaam moet hebben gevoeld, én zichzelf daar bovendien op waarlijk wezenlijk innerlijk niveau uit moet hebben getild, vooraleer ie de truukjes vindt om het makkelijk te maken. Ik weet niet of dat algemeen geldt, hoor. 

Voor mij was het zo. 

Als ze niet wil, of eerder sterft, waar moet ik dan een arts gaan vinden die mijn lichaam mag doden, waar ik niet bang van ben, waar ik samen mee kan en mag lachen op zo’n moment, én die mijn Onverwoordelijks eerlijk mee kan beleven en delen? 

Ik ken wel wat vrienden en kennissen en collega spirituele werkers zo, maar geen van hen heeft de nodige opleiding genoten om mij de dodelijke injectie te mogen geven. Laat ik maar niet op de feiten vooruit lopen. Er moet sowieso eerst nog een positief verslag van een onafhankelijk neuroloog komen, en misschien duurt het nog wel heel wat jaren vooraleer leven te ondraaglijk voor me wordt. 

Ik weet tenslotte eindelijk hoe het moet! 

Leven, bedoel ik.

Het is hier en nu alvast heel draaglijk. Nog een paar dingetjes regelen, en dan is het dossier voor uitvoering van euthanasie wanneer ik dat wens helemaal rond. Wat een opluchting, joh, ik voelde me nooit eerder zo gezond. Allé euh… 

Tot ik rechtsta om wat rond te stappen – maar dat terzijde, lieve lezer, ik heb geen pijn en het is echt een heerlijke dag. Het is gestopt met regenen, ik zie een regenboog over de velden hangen, en ik ga wat wiebelwobbelend wandelen en dansen buiten. 

Geniet zelf ook van alles waarvan je angstloos en liefdevol genieten kan! Dan creëer je energetisch vanzelf een beetje houvast en wandelstok, voor jezelf maar ook voor mij en wie die verder nog gebruiken kan. Dank je wel, en tot snel!


Beertje Bernie

Beertje Bernie

Beertje neemt lezers elke donderdag mee in Dídean, het busje waarin ze woont als nomade zolang dat nog kan. Deze woonvorm maakt het mogelijk voor haar om te leven ondanks het gewicht – en het licht – van pervasieve ontwikkelingsstoornissen, chronisch ptsd met dissociatieve kenmerken, en multiple sclerose. Klik hier voor duiding bij soms wat rare woordjes in dit blog. Meer over Beertje Bernie
Navigatie binnen de reeks<< LijdleiftijdleiderPlanbewinterd >>

U wilt reageren op deze blogpost? Dat kan op onze facebookpagina!

Vindt u wat u net las interessant? Overweeg dan om u in te schrijven op de nieuwsbrief van deze blog en ontvang een e-mail telkens iets nieuws verschijnt.