Serplemuilimpent

Dit bericht is deel 52 van 53 in de reeks Donderdagse dialogen

Als ik eerderop wat wijzer was, had ik geweten dat ik later in ‘t Onderweg van andere mensen zou leren waarom mijn gedrag vaak vervelend voor ze was. Het verbaast me daarom niet dat ik in het Rondom heel wat mensen opmerk, die – elk op unieke wijze in een evenzo uniek verhaal – zijn zoals ik vroeger was. Althans, ze gedragen zich volgens preciés dezelfde menselijke mechanismen. 

Wat me wél verbaast is dat deze leraren niet alleen jongere mensen zijn. Het betreft ook leeftijdsgenoten, en ook veel oudere mensen. Al helemáál hallucinant, zijn het vaak dezélfde mensen als zij die mijn persoon allerlei pejoratieve adjectieven toeschreven in het verleden. Die mij dat gedrag verweten, en dat soort mechanismen als psyhisch ziek en waanzinnig bestempelden.

Toegegeven, mijn gedrag sprong uit de band in de statistisch meer marginale extremen die het concept  „de norm” begrenzen. Tja, elk op unieke wijze in een evenzo uniek verhaal. Dat was in mijn geval van geboorte af sowieso marginaal. Desondanks…  Er worden precies dezelfde mechanismen voor mijn neus ten berde gebracht. 

Doorzichtig als helder glas vóór het verzilverd was. 

Wie zich bewust zijn van ‘t onsZelf in zichzelf als onderdeel van Alwatis in Onverwoordelijks tijdloos perspectief – mogelijks zij die „verlicht ontwaakten,” voor zover de norm- en popcultuur woordjes heeft proberen definiëren – spiegelen niet minder dan ze eerder deden. 

In het continuüm van reflectie valt de factor van geijkte tijd geheel weg – waardoor ik mezelf herken in het verleden en bewust van triggers blijf in ‘t heden.

Ik ervaar mezelf niet als „verlicht ontwaakt.” Dat is niet mijn vocabulaire, ik probeer alleen maar ietwat verstaanbaar te blijven. Bovendien – believe me, i have tried – vind ik het plezierig als winnaar noch verliezer en doe ikzelf daarom niet aan vergelijken en competitiestrijden, maar. 

Ik ben me wel bewust geworden van ‘t onsZelf in mezelf als onderdeel van Alwatis in Onverwoordelijks tijdloos perspectief. Dat werd ik, middels enorm egocentrisch introspectief te verblijven achter lezende ogen terwijl mijn brein de inhoud van, onder andere, Brian Greene‘s boeken veroberde. Met behulp van Wikiversity voor waar mijn basiskennis faalde. In alle pauzes van allerlei therapieën in psychiatrieën omdat de normale wereld daarbuiten te gewelddadig onbegrijpelijk voor me was geworden. Een beetje als Veronika die besluit te sterven, om het es met Paulo Coelho‘s inzichten te duiden. 

Awel eh… Als dat iets bewonderenswaardigs betekent voor andere mensen werd ik het per toeval. Per ongeluk. Door middel van, normgewijze, volstrekt waanzinnig te zijn. Wie mij daarom megalomaan verklaren of ervaren mogen dat van mij –  maar die verklaring lijkt mij geen gevolg van ik, die op een ander neerkijk. Want ik doe dat niet, en alleen ik kan dat met zekerheid weten. 

Wel voorstelbaar is dat mensen die naar een ander opkijken zich vanzelf op-neer-bekeken voelen, met de snerpende pijn van een statisch stijve nek bovendien. Als ze dan vervolgens de oorzaak van die pijn projecteren zodat in hun avis de, door louter henzelf, verhevene die heeft veroorzaakt… 

Dan biedt het hen de opportuniteit om zonder scrupules een venijnig serpent te zijn. Nóg meer last en pijn. Een soepele nek lijkt me voor scherpzinnige serpenten veel belangrijker dan voor een uitvliegend uilskuiken als ik. Ik wil immers niets persé bereiken, ik kan niets verloren zijn. Ik neem alleen maar waar, ik ervaar. En als het moet vreet ik serpenten, hoe sissend snerpend ze ook door mijn liefs proberen snijden. Dan nog louter als ik honger heb. Ik beleef geen plezier daaraan. We ervaren en we helen en we leren allemaal. Op elk ons eigen pad, elk onze unieke wijze, in elk ons unieke levensverhaal. Kan ik het helpen dat het soms gaat om vreten of gevreten worden? Ik heb Alwatis nog nooit hoogstpersoonlijk in mijn eentje ontworpen! 

Wat ik wel geheel in mijn eentje ontwerp is mijn eigen welzijn ondanks Alwatis zoals het is omdat het zo is. En ik ben een heuse architect wat dat betreft. Ik voel me beresterk en goed in mijn vel. Afgelopen week heb ik weer gesport als een atleet. Ik heb geen flauw idee wat de massa van dit lichaam nu op de weegschaal is, maar… Bij de laatste meting was dat 82kg. Sindsdien ben ik 6cm omtrek in mijn taille verloren, 3cm rond mijn heupen, en 5cm rond mijn boezem. En al mijn spiergroepen wonnen aan kracht. Sommigen hebben hun vermogen zelfs verdubbeld. Ook cardio gaat almaar beter. 

Behalve in mijn heupen en onderrug tonen testen mijn mobiliteit als die van een twintigjarige. Bedlegerigheid ten gevolge van ziektelast lijkt, voor nu althans, voorgoed verleden tijd. Ik heb geen geluk gehad, er is nog steeds vanalles kapot aan het lijf, maar ik heb loeihard gewerkt en alles wat ik kon geïnvesteerd. Met resultaat!

Iemand die het opmerkte voor ik er iets over zei, vroeg om tips. Wat ik wel wil, maar moeilijk is. Want wat voor mij en dit lichaam werkt, werkt daarom nog niet zomaar ook voor een ander. 

In abstractie, besluit ik, kan iedereen – die wil – mij veilig volgen met eigen unieke individuele invulling, wat deze twee betreft: 

Één: Ik implementeer beweging en krachttraining zo constructief mogelijk in mijn dagdagelijkse leven, voor zover in mijn mogelijkheden. Hoe precies die praktisch toegepast kan, moet iedereen voor zichzelf uitmaken. 

Ikzelf zet, bijvoorbeeld, de verwarming nét wat te laag om lang comfortabel te blijven voelen als ik stilzit. Mijn  gewoonte ging van „de verwarming hoger draaien” naar: eventjes rechtstaan, wat met mijn armen zwaaien, een paar keer squatten, en wat stretchen tot het nét wat te warm in mijn kleding voelt. Zonder te hoeven timen, duurt dat niet meer dan 30 à 60 seconden tussendoor weer verder werken. De voorraad gas gaat langer mee, zonder dat ik ooit te koud heb. Ruggenwervels noch spieren raken hopeloos verstard, en in totaal heb ik telkens een pak meer kcalorieën per dag verbrand.

Een ander voorbeeld: ik pak mijn GFT-bakje niet van de grond om groenten of fruit te pellen of te schillen. Ik blijf zolang nodig – of zolang mogelijk – boven het ding hangen in een squat of lunge met elke wortel die ik schil, en elk mandarijntje dat ik pel. En telkens ik Dídean in- of uitstap, doe ik snel een pushup of een benchdip, of houd ik een plank tot ik erdoor zak, op het trapje. 

Twee: Ik implementeer wat onschadelijk egoïsme. Dat het raar is voor mensen in ’t Rondom, kan me niet schelen. Het is míjn welzijn. Het is míjn leven. Simpelweg een andere kant opkijken, zullen sissende serpenten gaandeweg zichzelf moeten leren. En als ze dat niet – is ook dát niet mijn probleem, zolang ik kies om er voor mezelf geen van te maken. 

Tot zover twee doeltreffende tips voor wie tips wilden. Vul alléén maar in met voorbeelden naar joúw eigen unieke mogelijkheden, alsjeblieft, en alléén binnen de grenzen van Alwatis in de unieke ervaring die „jouw leven” is!

En mocht je dat doen, zijn jouw unieke voorbeelden zeker welkom op mijn facebookpagina ter inspiratie van mezelf en anderen daar. Héél veel liefs, en moed en kracht gewenst! 

O ja, en ter normconform: uiteraard ook fijne feestdagen en zo. 


Beertje Bernie

Beertje Bernie

Beertje neemt lezers elke donderdag mee in Dídean, het busje waarin ze woont als nomade zolang dat nog kan. Deze woonvorm maakt het mogelijk voor haar om te leven ondanks het gewicht – en het licht – van pervasieve ontwikkelingsstoornissen, chronisch ptsd met dissociatieve kenmerken, en multiple sclerose. Klik hier voor duiding bij soms wat rare woordjes in dit blog. Meer over Beertje Bernie
Navigatie binnen de reeks<< WeerafzinstandParkeerkerstkaart >>

U wilt reageren op deze blogpost? Dat kan op onze facebookpagina!

Vindt u wat u net las interessant? Overweeg dan om u in te schrijven op de nieuwsbrief van deze blog en ontvang een e-mail telkens iets nieuws verschijnt.